5.3 - De sociale kwestie


5.3
De sociale kwestie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les


5.3
De sociale kwestie

Slide 1 - Tekstslide

De sociale kwestie
1. Je weet hoe de leef- en werkomstandigheden van arbeiders meer aandacht kregen
2. Je kunt beschrijven wat veranderde door sociale wetten
3. Je weet hoe arbeiders hun leef- en werkomstandigheden verbeterden
4. Je weet hoe de gezondheid van mensen werd verbeterd

Slide 2 - Tekstslide

4

Slide 3 - Video

00:55
Wat valt je op
in de straat?

Slide 4 - Woordweb

02:17
Waarom wil de man per sé dat zijn kinderen de pastoor zien?

Slide 5 - Open vraag

02:41
Wat doen de kinderen overdag?

Slide 6 - Open vraag

03:53
Wat valt je op over
de leefomstandigheden?

Slide 7 - Woordweb

Leven en werken in armoede
  • Arbeiders in de 19e eeuw hadden slechte werk-en leefomstandigheden.
  • Mensen werkten hele lange dagen voor weinig loon, zonder een dag vakantie.
  • Fabrieken maakten gebruik van kinderarbeid.
  • Door schrijvers uit deze periode kwam er steeds meer aandacht voor de slechte werk- en leefomstandigheden.
  • Ze noemden het de sociale kwestie.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

1. Leven en werken in armoede
Sociale kwestie: het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders

- Kinderarbeid
- Mensen worden rijker, maar er zijn ook veel arbeiderswijken
- Grote gezinnen wonen in kleine, vochtige huizen
- Uitbuiten (misbruik maken) van arbeiders: 12 tot 16 uur per dag werken voor weinig geld, zonder een dag vrij

Slide 11 - Tekstslide

2. Sociale wetten
De kerk gaf altijd al hulp aan arme mensen, maar nu moest de overheid ook wat doen.
-> Sociale wetten: wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen

Het 'Kinderwetje van Van Houten' verbied kinderen jonger dan 12 jaar te werken in fabrieken. Ingevoerd door het recht van initiatief

Leerplichtwet (1901): kinderen moesten naar school en konden hierdoor echt niet meer werken

Arbeiders die invalide werden op hun werk, hebben recht op een uitkering en vrouwen en jongeren onder de 16 mogen geen nachtwerk meer doen

Slide 12 - Tekstslide

3. Arbeiders in actie
Arbeiders komen ook voor zichzelf op en richten vakbonden op:
- organiseren stakingen
- In gesprek met werkgevers
- Verkorten van de werkdagen

Socialisten willen meer gelijkheid en minder verschil tussen rijk en arm. Ideeën zijn gebaseerd op Karl Marx en er zou een revolutie moeten komen om het proletariaat meer productiemiddelen te geven

Vanaf 1900 werd het beter voor de arbeiders

Ook werden er politieke partijen opgericht (zoals SDAP)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

4. Gezondheid
Tot 1850: helft van de kinderen sterft jonger dan 5 jaar. Ziektes kregen veel kans door de leefomstandigheden

- Er werd riolering en waterleidingen aangelegd
- Medische kennis nam sterk toe (bacteriën)
- Bacteriën kunnen gedood worden door verhitting en voedsel blijft langer houdbaar
- Ontwikkeling medicijnen
-> Medische revolutie


Slide 15 - Tekstslide