5.1: Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk 5.1 Reading: Grammar
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vak: Engels
Hoofdstuk 5.1 Reading: Grammar
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening / Lesson opening 
Take your English book and open it on page 56.

Homework check: 
5.1 Reading: exercise 13, 14 and 15
 


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- begrijp je de grammatica van Plural en kun je deze toepassen
- begrijp je de grammatica van much/many en kun je deze toepassen
- begrijp je de grammatica van comparisons en kun je deze toepassen

Leergebied overstijgende doelen:
Zelfstandig leren
- Je laat doorzettingsvermogen zien bij werk dat je moeilijk vindt niet leuk vindt of wanneer je afgeleid bent/raakt. 
- Je kijkt het gemaakte werk na, verbetert waar nodig en benoemt welke onderdelen je nog moeilijk vindt. 
Reflecteren
- Je kant vertellen wat er nodig om een leerdoel te beheersen (bv. extra uitleg, meer oefentijd, leren, herhalen van leerstof). 
- Je kan benoemen welk leerdoel je al beheerst. 





Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept -> 8 of hoger: Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 5 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
woman?
A
women
B
womans
C
women's
D
woman's

Slide 6 - Quizvraag

What is the plural of
sheep?
A
sheeps
B
sheep
C
schapen
D
sheep's

Slide 7 - Quizvraag

Much or many?

.............. sugar
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

Much or many?

................. monkeys
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

Much or many?

...................... time
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

Welke comparison is NIET juist:
A
bad - badder - baddest
B
big - bigger - biggest
C
small - smaller - smallest
D
far - further - furthest

Slide 11 - Quizvraag

Comparisons:

The king is the ___________
A
more powerful
B
powerfuller
C
powerfullst
D
most powerful

Slide 12 - Quizvraag

Wie maakt wat? 
Had je 7 of 8 vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 9 t/m 12 op blz. 56 t/m 58.

De rest doet mee met de instructie

Slide 13 - Tekstslide



De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends


Woorden die eindigen op -sis klank, krijgen -es

watch - watches
dish - dishes
Plural

Slide 14 - Tekstslide



Woorden die eindigen op een medeklinker + -y, krijgen -ies.

lady - ladies
story - stories


Woorden die eindigen op een medeklinker + -o, krijgen -oes. 

potato - potatoes
tornado - tornadoes
Plural

Slide 15 - Tekstslide



Woorden die eindigen op een -f, krijgen -ves.

life - lives
leaf - leaves




In het Engels krijgen meervouden van 
worden NOOIT 's. 
Plural

Slide 16 - Tekstslide

Grammar: plural
child ---> children
foot ---> feet
mouse ---> mice
sheep ---> sheep
tooth ---> teeth
Maar er zijn ook andere (onregelmatige) meervouden. Deze moet je uit je hoofd leren! 

Slide 17 - Tekstslide

Much / Many
TIP! 

Telbare zelfstandig-naamwoorden kun je een getal voorzetten! 
-> DUS MANY
telbare zelfstandige naamwoorden
NIET-telbare zelfstandige naamwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Much / many

Slide 19 - Tekstslide

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
Trap van vergelijking

Slide 20 - Tekstslide

Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter of more voor een bijv. nw.
Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter of most voor een bijv. nw. 
Eén lettergreep: -er / -est

quick - quicker - (the) quickest
small - smaller - (the) smallest
Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est

simple - simpler - (the) simplest
clever - cleverer - (the) cleverest
Twee lettergrepen NIET op -le, -er, 
-ow, -y: more / most

famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful
Drie of meer lettergrepen: more / most

popular - more popular - most popular
terrible - more terrible - most terrible

Slide 21 - Tekstslide

UITZONDERING! 
Good - better - best
bad - worse - worst 

Als je wil vergelijken, kun je ook (not) as ... as gebruiken.
Bijv: It's as important as football. 
It's not as easy as you think.

Slide 22 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Make 5.1 Reading: Grammar exercise 9 to 12 on page 56 to 58.


Are you ready? 
Check the exercises.
Go learn the vocabulary of 5.1 on Quizlet or make a
word searcher. You can find these in the closet. 

timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Evaluatie leerdoelen: 
- begrijp je de grammatica van Plural en kun je deze toepassen?
- begrijp je de grammatica van much/many en kun je deze toepassen?
- begrijp je de grammatica van comparisons en kun je deze toepassen?


Slide 24 - Tekstslide

Homework
Wednesday May 11                        Woensdag 18 mei
5.1 Reading: Grammar                  SO 5.1 en 5.2
Opdracht 9 t/m 12

Slide 25 - Tekstslide