ein/kein oefenen

Wat valt jou op?
der Vater - ein Vater
die Mutter - eine Mutter
das Kind - ein Kind
die Kinder - Keine Kinder
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat valt jou op?
der Vater - ein Vater
die Mutter - eine Mutter
das Kind - ein Kind
die Kinder - Keine Kinder

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke uitspraken zijn JUIST?
Er zijn meerdere antwoorden juist.
A
Ein hoort bij mannelijke en onzijdige zelfstandig naamwoorden.
B
Eine gebruik je bij vrouwelijk zelfstandig naamwoorden.
C
Bij meervoud gebruik je eine.
D
Kein betekent geen.

Slide 3 - Quizvraag

ein of eine
Blume
Noteer alleen ein of eine

Slide 4 - Open vraag

ein of eine
Mann
Noteer alleen ein of eine

Slide 5 - Open vraag

ein of eine
Mädchen
Noteer alleen ein of eine

Slide 6 - Open vraag

Lehrer
A
ein
B
eine

Slide 7 - Quizvraag

ein of eine
Schlange
Noteer alleen ein of eine

Slide 8 - Open vraag

kein of keine
Eltern
Noteer alleen kein of keine

Slide 9 - Open vraag

Geschwister
(broers en zussen)
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 10 - Quizvraag

kein of keine
Haus
Noteer alleen kein of keine

Slide 11 - Open vraag

Omas
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 12 - Quizvraag