KWT tekens bij letters les 5

Tekens bij letters (trema, liggend streepje en apostrof)


Spelling KWT Les 5
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Tekens bij letters (trema, liggend streepje en apostrof)


Spelling KWT Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  1. Hoe zat het ook alweer met..
  2. tekens bij letters (trema, liggend streepje en apostrof)
  3. Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Liggend streepje (-) 
Als het eerste deel van een samenstelling eindigt op een klinker en het tweede deel begint met een klinker, zet je een streepje om te voorkomen dat die twee klinkers samen 1 klank vormen. 

Voorbeelden: auto-ongeluk, radio-omroep en na-apen.

Woorden die eindigen op -achtig krijgen ook een streepje: zebra-achtig.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Trema ( ë )
Als het woord geen samenstelling is, gebruik je een trema: 

  • Voorbeelden: poëzie, zeeën coördinatie, financiën. 

In cijfers en getallen gebruik je een trema: tweeënvijftig, drieëntachtig.

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema: museum, opticien, petroleum.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Apostrof
As je letter(s) weglaat.
Voorbeelden: ‘s nachts,’ t fokschaap

Om een verkeerde uitspraak te voorkomen: auto’s. 
Voorbeelden: piano’s, alinea’s

In een tweede naamval die eindigt op een sisklank.
Voorbeelden: Floris’ schrift, Beatrix’ verjaardag, Mulisch’ boek

In bepaalde combinaties van letters.
Voorbeelden: NEC’er, AOW’er, KPN’er en vwo’er 

Slide 9 - Tekstslide


Wat is een trema?
A
;
B
}
C
¨
D
:

Slide 10 - Quizvraag

Wel of niet een trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 11 - Quizvraag


Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
als het een samenstelling is
D
als je denkt dat het moet, er is geen regel voor

Slide 12 - Quizvraag

Trema?
poeziealbum
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Trema of niet?

A
financien
B
financiën

Slide 14 - Quizvraag

Over de trema: Ik gebruik deze NIET bij
A
Samenstellingen (twee woorden met een eigen betekenis, aan elkaar geplakt)
B
Afleidingen (meervouden, toevoegingen die op zichzelf geen betekenis hebben)

Slide 15 - Quizvraag

Trema?
industriele
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Trema of niet?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 17 - Quizvraag

Trema?
fotoalbum
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Trema of geen trema?
A
geijzeld
B
geïjzeld

Slide 19 - Quizvraag

Voeg apostrof en/of liggend streepje toe waar nodig: St.Anna parochie

Slide 20 - Open vraag

Voeg apostrof en/of liggend streepje toe waar nodig: vwo diploma

Slide 21 - Open vraag

Voeg apostrof en/of liggend streepje toe waar nodig: Giovannis bar

Slide 22 - Open vraag

Voeg apostrof en/of liggend streepje toe waar nodig: CDAbeleid

Slide 23 - Open vraag

Voeg apostrof en/of liggend streepje toe waar nodig: KLMer

Slide 24 - Open vraag

Zet het liggend streepje op de juiste plek bij: 'Zuid Amerika'

Slide 25 - Open vraag

Extra oefening
Via de volgende slide kom je terecht op Cambiumned. Hier kun je extra oefenen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Vooruitblik

Week 50
Week 50
Week 51

 diakritische teken & getallen schrijven
 zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden 
 kerstvakantie

Slide 28 - Tekstslide