H5 havo 4
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolistische concurrentie
Slide 2 - Quizvraag
Chocolade is een homogeen product.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Aantal aanbieders bij:
monopolie
monopolie
A
veel
B
weinig
C
één
Slide 4 - Quizvraag
Veel aanbieders, weinig vragers en een heterogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Monopolistische concurrentie
D
Heterogeen oligopolie
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie
Slide 6 - Quizvraag
Deze marktvorm(en) kent/kennen een transparante markt
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 7 - Quizvraag
Wat is er "vrij" beschikbaar bij een transparante markt?
A
Alle kosten van een bedrijf
B
Alle papieren van een bedrijf
C
De aangeboden producten binnen vraag en aanbod
D
De aangeboden diensten die een bedrijf levert
Slide 8 - Quizvraag
Hoe ontstaat er werkloosheid?
A
Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod van arbeid
B
Aanbod van arbeid is groter dan de vraag naar arbeid
C
Als de pensioenleeftijd omlaag gaat
D
Als vraag naar arbeid en aanbod van arbeid gelijk zijn
Slide 9 - Quizvraag
De arbeidsmarkt is ......
A
de vraag naar arbeid
B
de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid
C
het aanbod van arbeid
Slide 10 - Quizvraag
Vraagfunctie Qv=-10L+800
loon = 30
Het consumenten surplus bedraagt?
loon = 30
Het consumenten surplus bedraagt?
A
15000
B
40000
C
12500
D
25000
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de beroepsbevolking?
