3. Temperatuur en hoogteligging

Temperatuur en hoogteligging
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: welke temperatuurfactor gaat over hoe ver een plaats van de evenaar ligt?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Temperatuur en hoogteligging
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.

Startvraag: welke temperatuurfactor gaat over hoe ver een plaats van de evenaar ligt?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe hoger je gaat, hoe ... het wordt.

Slide 2 - Open vraag

Vandaag leren we:
- Over de temperatuurfactor  hoogteligging

- Wat de hoogteligging met temperatuur te maken heeft

- Welke hoogtegordels er zijn

Slide 3 - Tekstslide

Als je een berg op gaat, wordt het steeds kouder om je heen.

Hoe komt dat?
- Zon warmt de aarde op
- De aarde straalt warmte uit, die temperatuur voelen wij
- Hoe hoger je gaat, hoe minder warmte van de aarde er is

Slide 4 - Tekstslide

Voor elke 1000 meter die je omhoog gaat, wordt het 6°C kouder.

Door het verschil in temperatuur, zie je het landschap op de berg veranderen van onder naar boven.

Slide 5 - Tekstslide

Je bent in een dal waar het 25 graden is. Daarna klim je 500 meter de berg op. Hoe warm is het daar?
A
24 graden
B
22 graden
C
20 graden
D
19 graden

Slide 6 - Quizvraag

Wat groeit daar dan?
Vorig hoofdstuk: geleerd over begroeiing
bij verschillende temperaturen.

Teken een berg met 5 lagen.
De onderste laag is loofbos.
Teken in de andere lagen wat
jij denkt dat daar is/groeit.
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Maak een foto van je kunstwerk en lever in.

Slide 8 - Open vraag

De verschillende zones van plantengroei op bergen noem je hoogtegordels. Er zijn er vijf:
1. Loofboomgordel
2. Naaldboomgordel
3. Alpenweide
4. Rotsgordel
5. Eeuwige sneeuw

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Tussen welke twee hoogtegordels vind je de boomgrens?

Slide 11 - Open vraag

Welke hoogtegordel zie je hier?
A
Alpenweide
B
Naaldboomgordel
C
Rotsgordel
D
Eeuwige sneeuw

Slide 12 - Quizvraag

Dit hebben we geleerd:
De zon warmt de aarde op, en de aarde straalt die warmte uit voor ons - daarom is het hoog op een berg kouder dan laag in het dal.

Voor elke 1000 meter die je stijgt, daalt de temperatuur met 6°C.

De begroeiing op de berg verandert door de dalende temperatuur - we kennen vijf verschillende hoogtegordels.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak: de opdrachten in deze LessonUp.

Hoe: in je schrift. Gebruik je Basisboek (B51 en B52).
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot het einde van de les.
Klaar: besteed extra aandacht aan opdracht 5 (herhaling). Werk alvast verder aan les 4.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1
De hoogtegordels lijken op de verschillende landschappen die we hebben geleerd in het eerste hoofdstuk.
Zet de vijf hoogtegordels onder elkaar in je schrift, en schrijf achter elke gordel op welk landschap deze het meeste lijkt.
Kies uit:
Steppe - Savanne - Woestijn - Loofbos - Taiga - Toendra - Land- en zee-ijs

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1 - Antwoorden
De hoogtegordels lijken op de verschillende landschappen die we hebben geleerd in het eerste hoofdstuk. Zet de vijf hoogtegordels onder elkaar in je schrift, en schrijf achter elke gordel op welk landschap deze het meeste lijkt.
Loofboomgordel - Loofbos
Naaldboomgordel - Taiga
Alpenweide - Toendra (Niet steppe! Het is hier niet te droog, maar te koud voor bomen)
Rotsgordel - Geen echte overeenkomst - toendra of land- en zee-ijs.
Eeuwige sneeuw - Land- en zee-ijs.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2
Bekijk de foto.
a. Welke vegetatie (plantengroei) zie je op deze foto?
b. In welke hoogtegordel is deze foto genomen?
c. Leg uit hoe het komt dat je in deze hoogtegordel geen bomen tegenkomt.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2 - Antw
a. Welke vegetatie zie je op deze foto?
Grassen en bloemen.
b. In welke hoogtegordel is deze foto genomen?
De alpenweide.
c. Leg uit hoe het komt dat je in deze hoogtegordel geen bomen tegenkomt.
Het is zo hoog op de berg, dat het te koud is voor bomen.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
De Mont Blanc is één van de hoogste bergen in Europa. Hij is 4809 meter hoog.
a. Op 0 meter hoogte is het 23 graden warm. Hoe warm is het dan ongeveer boven op de Mont Blanc?
b. Wat is de bovenste hoogtegordel die je tegen zal komen op de Mont Blanc?
c. Leg uit waarom het boven op de berg zo koud is, terwijl de top van de berg dichter bij de zon is dan gebieden die lager liggen.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3 - Antwoorden
De Mont Blanc is één van de hoogste bergen in Europa. Hij is 4809 meter hoog.
a. Op 500 meter hoogte is het 23 graden. Hoe warm is het dan ongeveer boven op de Mont Blanc?
Je klimt zo'n 4300 meter omhoog. Per 1000 meter wordt de temperatuur 6 graden lager, dus het wordt 4,3 x 6 = 25,8 graden kouder. Het is dus ongeveer -3 graden op de top.
b. Wat is de bovenste hoogtegordel die je tegen zal komen op de Mont Blanc?
Eeuwige sneeuw.
c. Leg uit waarom het boven op de berg zo koud is, terwijl de top van de berg dichter bij de zon is dan gebieden die lager liggen.
De zon warmt eerst de aarde op. De aarde geeft daarna warmte af die wij voelen. Omdat de top zo ver van de aardbodem is, komt daar maar weinig warmte aan.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4 - Herhaling
We hebben tot nu toe geleerd over:
1. Het verschil tussen weer en klimaat
2. De temperatuurfactor breedteligging
3. De temperatuurfactor hoogteligging

Maak van alles dat je hebt geleerd een mindmap / PicCollage / tekening / korte samenvatting (wat jij het prettigst vindt). Gebruik de LessonUps om te zien welke informatie we ook alweer hebben geleerd.

Slide 21 - Tekstslide

Extra: opdracht 5
Bekijk dit filmpje.
In het filmpje komen als gevolg van de hoogteverschillen veel verschillende landschappen voor. Dit zijn de hoogtegordels.
Schrijf de vijf hoogtegordels onder elkaar in je schrift en zet achter elke gordel, welk kenmerk je ervan ziet in de video.

Slide 22 - Tekstslide