Waar is ...?

Waar is ...?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar is ...?

Slide 1 - Tekstslide

Gesprek 1 - Op straat

Gesprek 2 - Op straat

Gesprek 3 - In de bibliotheek

Slide 2 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Slide 3 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?
Ja hoor.
Nee, sorry.

Slide 4 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is het station
Waar staan de kinderboeken?




Ja hoor.






Slide 5 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is het station
Waar staan de kinderboeken?




Ja hoor.


Ga rechtdoor
Die kant op.


Slide 6 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is het station
Waar staan de kinderboeken?


Dank u wel.

Ja hoor.


Ga rechtdoor
Die kant op.

Graag gedaan.

Slide 7 - Tekstslide

Samen oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar staan de kookboeken? 

Dank u wel.

Ja hoor.

Die kant op.

Graag gedaan.

Slide 9 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is de supermarkt?

Dank u wel.

Ja hoor.

Ga linksaf. 

Graag gedaan.

Slide 10 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is het Domplein? 

Dank u wel.

Ja hoor.

Die kant op.

Graag gedaan.

Slide 11 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar staan de fietsen?

Dank u wel.

Ja hoor.

Daar. 

Graag gedaan.

Slide 12 - Tekstslide

________. ______________?



 _______________________?

________________________.

Ja hoor.


 
Die kant op.

Graag gedaan.

Slide 13 - Tekstslide

________. ______________?



_______________________?

_______________________.

Ja hoor.


 
Ga rechtdoor. 

Graag gedaan.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ga rechtdoor.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Ga linksaf. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ga rechtsaf. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ga terug. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ga de trap omhoog. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Ga de trap omlaag. 

Slide 26 - Tekstslide

Dag. Mag ik wat vragen?

Waar is ...? / Waar zijn ...?
Waar staat ...? / Waar staan ...?



Dank u wel.

Ja hoor.


Ga ... 
Daar.
Die kant op.

Graag gedaan.

Slide 27 - Tekstslide