roken/bewust /onbewust

roken/drugs/bewust /onbewust
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

roken/drugs/bewust /onbewust

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een reflexboog?
A
De snelheid van reflexen
B
Reageren op een prikkel
C
Een impuls die spieren of klieren aansturen
D
de weg die impulsen bij een reflex afleggen

Slide 2 - Quizvraag

wat is de werking van nicotine?
A
verdovend effect
B
stimulerend effect
C
hallucinerend effect

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een reflex?
In een reflex stapte Sanne opzij.
A
een automatische reactie
B
een vriendelijk gebaar
C
een vrijwillige besluit

Slide 4 - Quizvraag

Vapen:
A
1x geprobeerd
B
ik vape wel eens
C
ik vape vaak

Slide 5 - Quizvraag

Welke soort reflex is geen reflex ?
A
De reflex van Moro
B
De voetzoolreflex/ Babinski
C
De grijpreflex
D
De zoek- en zuigreflex

Slide 6 - Quizvraag

Drugs kunnen worden ingedeeld in medicinale en schadelijke drugs
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is heroïne?
A
stimulerende drug
B
verdovende drug
C
bewustzijnsveranderende drug

Slide 8 - Quizvraag

Vapen is gezond
A
Waar, de balletjes en het buisje bleven mooi wit
B
Niet waar, er zitten andere stoffen in die schadelijk zijn

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb weleens drugs gebruikt. (lachgas is ook drugs)
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Een reflex is een bewuste reactie
A
Onjuist
B
Juist

Slide 11 - Quizvraag

Drugs wordt beschouwd als drugs wanneer...
A
Het middel verslavend is
B
Het middel slecht is voor je lichaam en geest
C
Het middel op de opiumlijst staat
D
Je niet mag handelen in het middel

Slide 12 - Quizvraag

Speelt de hersenstam een reflexboog van een grijpreflex? en bij de reflexboog van de zuigreflex?
A
Ja Ja
B
Ja Nee
C
Nee Ja
D
Nee Nee

Slide 13 - Quizvraag

Welke van deze drugs valt er onder soft drugs?
A
Heroine
B
Hasj
C
Cocaine
D
Speed

Slide 14 - Quizvraag

De reflexboog van je knie reflex gaat via ....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een bewuste reactie?
A
Een reactie die je niet kunt controleren
B
Een reactie die vanzelf gaat
C
Een reactie die je niet verwacht
D
Een reactie waarbij je bewust nadenkt

Slide 16 - Quizvraag

De reflexboog van je knie reflex gaat via ....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen

Slide 17 - Quizvraag

Welke twee reflexen zijn reflexen van de baby?
A
zoek- en zuigreflex
B
Zoek- en zuigreflex, kruipreflex
C
Kruipreflex, schrikreflex
D
Schrikreflex, kruipreflex

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van reflexen?
Is het een bewuste of onbewuste reactie?
A
Snel kunnen bewegen Bewust
B
Snel kunnen bewegen Onbewust
C
Bescherming Bewust
D
Bescherming Onbewust

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de verslavende stof in sigaretten?
A
Nicotine
B
Teer
C
Koolmonoxide

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van een reflex?
A
Lichaam sneller maken
B
Lichaam bewegen
C
Lichaam observeren
D
Lichaam beschermen

Slide 21 - Quizvraag

stelling 1: de stoffen in drug zijn schadelijk voor de baby
stelling 2: de omstandigheden van druggebruik zijn schadelijk voor de baby
A
Stelling 1 is juist stelling 2 niet
B
Stelling 1 is niet juist Stelling 2 wel
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
Beide stellingen zijn juist

Slide 22 - Quizvraag

Alcohol en heroïne zijn...
A
Verdovende middelen (downers)
B
Stimulerende middelen (uppers)
C
Bewustzijnsveranderende middelen (trippers)

Slide 23 - Quizvraag

Er zijn meerdere reflexen te ontdekken bij een baby. Al deze reflexen hebben een duidelijke functie voor de overleving.
Les 4 (de ontwikkeling van de baby)
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag