Herhalingsquiz TRIM 1 (getallenleer)
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
0,23=
Slide 2 - Open vraag
Geef de juiste benaming
(met lidwoord!):
In de lettervorm -2x is -2 ...
(met lidwoord!):
In de lettervorm -2x is -2 ...
Slide 3 - Open vraag
De getalwaarde van -2ab
als a = -3 en b = 5
is
als a = -3 en b = 5
is
Slide 4 - Open vraag
Het tegengestelde van b - a is
A
a - b
B
- b - a
C
b + a
D
b−a1
Slide 5 - Quizvraag
Het omgekeerde van 0,5 is
Slide 6 - Open vraag
-8(-4+9y)=
Slide 7 - Open vraag
Herleid
-2x-y+x-y =
-2x-y+x-y =
A
-3x-2y
B
-x-2y
C
-x
D
3x+2y
Slide 8 - Quizvraag
Vul de exponent aan.
255=5...
Slide 9 - Open vraag
Vul de exponent aan.
1004=10...
Slide 10 - Open vraag
Wat is de waarde van a?
321=2a
Slide 11 - Open vraag
33=
A
31+32
B
3:3−2
C
3:32
D
3−5.32
Slide 12 - Quizvraag
Werk uit.
(b−3.b)−2=
A
b41
B
b4
C
b8
D
−b4
Slide 13 - Quizvraag
Werk uit.
xa.xa+1=
A
x2a+1
B
xa2+1
C
x2a+2
D
xa+1
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf als een decimaal getal.
10−4=
Slide 15 - Open vraag
Geef de oplossing van de vergelijking
−0,2x=−2
Slide 16 - Open vraag
Bereken.
2+5.210.5−2=
Slide 17 - Open vraag
Welk getal is positief?
A
−2−4
B
−(−2)4
C
2−4
D
−24
Slide 18 - Quizvraag
Geef de waarde voor x.
61+121=x1
Slide 19 - Open vraag
Bereken met je ZRM:
(−35)−5=
