Nieuwsbegrip_week50_verwoestende tornado's_nl_DSSV

Week 50 - leesniveau B - VO DSSV
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 50 - leesniveau B - VO DSSV

Slide 1 - Tekstslide

We lezen samen  
Opdracht 3 doen we gezamenlijk
Opdracht 1 en 2 maak je zelfstandig

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het onderwerp 'tornado's teisteren VS'

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Link

De belangrijkste zinnen
Je hebt tijdens het actief lezen al gelet op de belangrijkste informatie in de tekst.
Hieronder zie je per stukje steeds twee zinnen: een zin met de belangrijkste informatie uit dat stukje en een zin met informatie die niet het belangrijkste is. 

Welke zin past het beste in een samenvatting? 
Kies A of B.

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
A
Hele straten zijn met de grond gelijkgemaakt en duizenden mensen kwamen zonder stroom te zitten
B
Tornado’s, waarvan één door vier staten trok, hebben in de VS voor enorme schade gezorgd.

Slide 6 - Quizvraag

Draaiende trechter
A
Een tornado is een wervelwind die lijkt op een draaiende trechter.
B
Tornado’s komen vooral in het voorjaar voor.

Slide 7 - Quizvraag

Rondvliegende objecten
A
De schade bij een tornado wordt veroorzaakt door de sterke wind en door rondvliegende objecten.
B
De windsnelheid in een tornado kan oplopen tot 400 kilometer per uur.

Slide 8 - Quizvraag

Schuilkelders
A
Er zijn veel schuilkelders, bijvoorbeeld in een gemeentehuis of ‘high school’.
B
Veel mensen konden een schuilkelder opzoeken, maar er werden veel woningen verwoest.

Slide 9 - Quizvraag

Ontreddering
A
In het stadje Mayfield in Kentucky is een kaarsenfabriek ingestort, maar de meeste werknemers hebben dat overleefd.
B
In het stadje Mayfield in Kentucky was de stroom uitgevallen en deden de telefoons het niet.

Slide 10 - Quizvraag

Reddingswerkers
A
Het leger helpt inwoners van de getroffen staten met het zoeken naar spullen.
B
In de getroffen staten zijn reddingwerkers bezig met het zoeken naar overlevenden en wordt er opgeruimd.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'Teisteren'
A
pijn doen
B
ernstige schade toebrengen (vaak van natuurgeweld)
C
lijden

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'op grote schaal'
A
in grote hoeveelheden, veel voorkomend
B
een grote bak
C
een soort schip

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'bestand zijn tegen'
A
ergens opslaan
B
Ergens tegen zijn
C
Sterk genoeg zijn voor

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'de ontreddering'
A
De toestand waarin mensen in verwarring zijn
B
Grote wanorde
C
plotselinge en hevige angst

Slide 15 - Quizvraag

Interesseerde het onderwerp van de tekst jou?
Lees er meer over! 
Iedere week geven we je boekentips op basis van het Nieuwsbegrip item dat we samen hebben behandeld.
De tips voor deze week vind je op de volgende slide. De boeken kun je lezen via je lidmaatschap van de OBA.

Veel leesplezier!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Dat was het Nieuwsbegrip van deze week.

  • Samen hebben we de tekst gelezen en opdracht 3 gemaakt 
  • Zelfstandig maken: Opdracht 1 en 2

Slide 18 - Tekstslide