BK HV much/many + snapzinnen

BK HV
much - many
a little - a few
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BK HV
much - many
a little - a few

Slide 1 - Tekstslide

Betekenis: veel 
Betekenis: weinig, wat
a little
much
a few
many

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen much-many. Voorbeeld: much water, many books

Slide 3 - Open vraag

Wat is het verschil tussen a little - a few.
Voorbeeld: a little water, a few books

Slide 4 - Open vraag

much - many
Betekent beide ‘veel’

Much = enkelvoud, kun je niet tellen
VB: time, money, milk, sugar

Many = meervoud, kun je tellen
VB: dogs, shops, boys, people


Slide 5 - Tekstslide

a little - a few
A little = een beetje / wat
Gebruik: enkelvoud, woorden die je niet kunt tellen
VB: milk, juice, money


A few = een paar / wat
Gebruik: meervoud, woorden die je kunt tellen
Vb: horses, ships, mountains, American boys


Slide 6 - Tekstslide

Combineer deze zelfstandige naamwoorden met much of many
much
many
homework
children
grandparents
work
glasses of water
water
American movies
Dutch cheese
messages

Slide 7 - Sleepvraag

Combineer deze zelfstandige naamwoorden met a little - a few
a little
a few
homework
children
grandparents
work
glasses of water
water
American movies
Dutch cheese
messages

Slide 8 - Sleepvraag

Je krijgt nu een aantal inzichtvragen over alle grammatica en alle woorden tot nu toe. 
Tip: alles wordt voluit geschreven vb: you're -> you are

Slide 9 - Tekstslide

Vertaal:
Hij viert Onafhankelijkheidsdag ieder jaar.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: Kijk! Zij zijn aan het zwemmen.
(let op leestekens)

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: Jij hebt een slecht humeur.

Slide 12 - Open vraag

Vertaal:
Dit kaartje is duurder dan dat kaartje.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
Sacha is de slechtste gastvrouw.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
Ik houd van deze traditie.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal:
De beroemde man woont in Breda.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal:
Wat is hij voor iemand?

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
Veel wolkenkrabbers zijn reusachtig.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
Ons rijtjeshuis ligt naast de winkel.
A
Our detached house is next to the store.
B
Our detached house is after the store.
C
Our townhouse is next after the store.
D
Our townhouse is next to the store.

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin:

A
B
Our detached house is after the store.
C
Our townhouse is next after the store.
D
Our townhouse is next to the store.

Slide 20 - Quizvraag