BLOK 2 Over Taal woordenschat

We starten dadelijk met woordenschat:
- schooltaalwoorden
- woorden uit teksten
Voordat we de woorden gaan opschrijven, maken we eerst 2 puzzelopdrachten.
Blok 2 Over taal...... blz. 71-74
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

We starten dadelijk met woordenschat:
- schooltaalwoorden
- woorden uit teksten
Voordat we de woorden gaan opschrijven, maken we eerst 2 puzzelopdrachten.
Blok 2 Over taal...... blz. 71-74

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

We bespreken opdracht 27 en 28.
Daarna maak je deze opdrachten in je schrift.
Let op: 
Je moet het moeilijke woord en de betekenis helemaal opschrijven.

dus:            aantekeningen maken = dingen kort opschrijven.
                      functie = waar het voor is 
woordenschat     blok 2     blz. 71-74

Slide 4 - Tekstslide

In Blok 1 heb je geleerd dat je soms een beetje terug of verder moet lezen in de tekst.

In Blok 2 leer je dat je moet zoeken naar een bekend stukje in een woord.
Stappenplan moeilijke woorden.

Slide 5 - Tekstslide

Doelen:
Aan het einde van de les:
- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten.
- kun je de betekenis van woorden vinden door te kijken naar bekende stukjes. 
woordenschat     blok 2     blz. 71-74

Slide 6 - Tekstslide

inburgeren

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 7 - Open vraag

tekstballonnen

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 8 - Open vraag

vermindering

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 9 - Open vraag

Maak de volgende sleepopdracht.
deel - geheel   (opdr. 75)

Slide 10 - Tekstslide

Een pagina is een deel van een ....
Een cockpit is een deel van een ....
Een maand is een deel van een ....
Een wiel is een deel van een ....
Een minuut is een deel van een ....
Een vinger is een deel van een ....
Een hengsel is een deel van een ....
Een steel is een deel van een ....
Een zitting is een deel van een ....
Een trede is een deel van een ....
tas
jaar
uur
bank
boek
fiets
plant
vliegtuig
hand
trap

Slide 11 - Sleepvraag

Maak opdr. 29 op blz. 73-74

Let op: je moet het moeilijke woord en de betekenis helemaal opschrijven. 
zelfstandig werken

Slide 12 - Tekstslide