2hv wiederholungsfragen Grammatik
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Frage:
Schrijf de vertaling van haben und sein op.
Schrijf de vertaling van haben und sein op.
Slide 3 - Open vraag
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
habst
haben
habt
habet
hat
Slide 4 - Sleepvraag
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 5 - Sleepvraag
Vul het ontbrekende woord in.
Ich............. drei Onkel
Ich............. drei Onkel
Slide 6 - Open vraag
wir ................ gestern unsere Großeltern besucht.
Slide 7 - Open vraag
Jörg ............. im Urlaub in Österreich.
Slide 8 - Open vraag
haben oder sein?
............... du Currywurst gekauft?
............... du Currywurst gekauft?
timer
0:20
Slide 9 - Open vraag
haben oder sein?
.................. du müde?
.................. du müde?
timer
0:20
Slide 10 - Open vraag
'haben' of 'sein'
12. Heute _______ ihr gut gearbeitet.
12. Heute _______ ihr gut gearbeitet.
Slide 11 - Open vraag
Zelfstandig naamwoord.
Welke regel gebruik je om te bepalen of een woord mannelijk is?
Welke regel gebruik je om te bepalen of een woord mannelijk is?
Slide 12 - Open vraag
Welke regels gebruik je om te bepalen of een woord vrouwelijk is?
Slide 13 - Open vraag
Welke regel is er om te bepalen of een woord onzijdig is?
Slide 14 - Open vraag
der
der
das
das
die
der
die
das
Slide 15 - Sleepvraag
Ergänze der, die oder das.
........... Rechnung war sehr hoch.
........... Rechnung war sehr hoch.
Slide 16 - Open vraag
die der of das? ___ Mädchen
Slide 17 - Open vraag
(der, die, das) Mutter
A
der
B
die
Slide 18 - Quizvraag
Is het DER-DIE-DAS???
.......... Bruder
.......... Bruder
A
der
B
die
C
das
Slide 19 - Quizvraag
der-die-das?
... Landschaft
... Landschaft
A
das
B
der
C
die
