H2.2

H2 Het weer
§2: luchtdruk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Het weer
§2: luchtdruk

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Huiswerk bespreken opgave 3 & 7
  • Leerdoelen §2
  • Introductie video
  • Uitleg met opdrachten en video over lage/hogedrukgebieden
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreking
3 & 7

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 2.2
2.2.1 Je kunt uitleggen hoe de luchtdruk op het aardoppervlak en op jezelf ontstaat.
2.2.2 Je kunt beschrijven op welke manier je de grootte van de luchtdruk kunt meten.
2.2.3 Je kunt de kenmerken van lagedrukgebieden en hogedrukgebieden benoemen.
2.2.4 Je kunt het verband beschrijven tussen de luchtdruk en de hoogte in de atmosfeer.
2.2.5 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de gasdruk in een afgesloten ruimte.
2.2.6 Je kunt beschrijven op welke manier je de grootte van de gasdruk kunt meten.
2.2.7 Je kunt de absolute druk berekenen als je de overdruk kent, en omgekeerd.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Atmosferisch druk
  • Wordt ook luchtdruk genoemd
  • Alle lucht die boven je is.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Luchtdruk
De lucht oefent druk uit op het aardoppervlak en op je lichaam.


Dat noem je de luchtdruk.

Slide 8 - Tekstslide

Barometer
Instrument dat de luchtdruk meet

1 bar = 1000 mbar = 100 000 Pa.

Slide 9 - Tekstslide

Barometer
  • Laat de plaatselijke luchtdruk zien
  • Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa (hectopascal)
  • tussen de 970 en 1040 hPa

Slide 10 - Tekstslide

Werking barometer

Slide 11 - Tekstslide

Lezen (zelfstandig)
H2.2 onderdeel: Hoge druk en lage druk

Schrijf op de betekenis van lagedrukgebied en hogedrukgebied en welk weer komt het vaakst voor in deze gebieden?


timer
3:30

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lagedrukgebied
Wanneer de luchtdruk ergens lager is dan in de omgeving.


Een lagedrukgebied brengt vaak onrustig weer met veel wind en neerslag 

Slide 14 - Tekstslide

Hogedrukgebied
Wanneer de luchtdruk ergens hoger is dan in de omgeving

In een hogedrukgebied is het weer meestal rustig en zonnig. Je kunt een barometer dus gebruiken 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Overdruk meten
Een ander meetinstrument is de manometer. 
Lees 2.2 de overdruk meten. 

Beantwoord de volgende vragen:
Hoe werkt een manometer?
Wat is het verschil tussen overdruk en absolute druk?

timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Absolute druk = Luchtdruk + Overdruk

Slide 21 - Tekstslide

Oefening
In een band meet je een overdruk van 0,9 bar. 
De luchtdruk is 1,0 bar. 

Wat is de absolute druk?

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
 Lees voor jezelf de paragraaf nog eens door. 

Ga dan aan de slag met H2.2
Opgaves: 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9 & 12

Ben je daarmee klaar? 
Maak dan de test jezelf van §1 + 2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video