Executieve functies

Doelen Les Leerpark Arnhem PRO

Wat kan ik?

Wat wil ik oefenen?

Wat wil ik leren?

PLANNEN

Ik weet altijd waar ik mee moet beginnen.

1. Ik weet niet waarmee ik moet beginnen.

10. Ik weet waar ik als eerste mee moet beginnen.

4 OP EEN RIJ

ORGANISEREN

Ik heb altijd mijn spullen bij me?

1. Ik vergeet altijd mijn spullen.

10. Ik heb alles altijd netjes bij me.

TIMEMANAGEMENT

Ik ben altijd op tijd op school?

1. Ik kom vaak te laat.

10. Ik ben nog nooit te laat geweest.

1 MINUUT RACE

Kies een letter uit het alfabet

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die beginnen met de letter................

Na 1 minuut draai je de rollen om.

TAAKINITIATIE

Ik kan aan het werk gaan ook al vind ik het soms niet leuk.

1. Ik begin niet als ik het niet leuk vind.

10. Ik begin gelijk.

WERKGEHEUGEN

Ik kan een boodschappenbriefje in mijn hoofd maken. Ik heb geen papieren briefje  nodig.

1. Dit lukt mij niet.

10. Dit lukt mij goed, ik kan wel 10 dingen onthouden!

IK GA NAAR SCHOOL EN IK NEEM MEE...

De eerste leerling bedenkt iets etc...

DOELGERICHT DOORZETTINGSVERMOGEN

Ik maak altijd af waar ik mee begin

1.  Ik maak nooit iets af.

10.  Ik heb mijn werk netjes op tijd af.

DOELGERICHT DOORZETTINGSVERMOGEN

Speel het logigram op het bord

Docent tekent het Logigram op het bord

VOLGEHOUDEN AANDACHT

Ik kan rustig op mijn stoel blijven zitten.

1. Ik wiebel op mijn stoel en wil het liefst van mijn stoel weg.

10. ik kan netjes werken op mijn stoel achter mijn tafel.

TIJD VOOR EEN SPELLETJE!

Ga in tweetallen tegenover elkaar zitten.

Wie het eerst lacht is af!!

Wie wordt de winnaar van de klas?

REACTIE INHIBITIE

Ik zeg niet alles wat ik denk

1. Ik roep alles en daarna heb ik spijt.

10. Ik denk eerst na en dan zeg ik het heel netjes.

GEEN JA, GEEN NEE, GEEN EUHHH?

De juf of meester mag geen ja, nee of EUH zeggen.

De leerlingen mogen allemaal vragen stellen.

(Als een leerling durft mag dit ook)

EMOTIEREGULATIE

Ik kan goed vertellen hoe ik me voel.

1. Ik wordt snel boos of verdrietig.

10. Ik wordt niet snel boos of verdrietig.

WIE ZOEKT DIE VINDT!

Werkblad

FLEXIBILITEIT

Ik kan goed omgaan met veranderingen.

1. Ik word helemaal gek.

10. Ik vind alles goed.

METACOGNITIE

Ik weet wanneer ik moet stoppen?

1. Ik ga altijd door.

10. Ik ken mijn grenzen.

AFSLUITING

• Formulier inleveren
• Afspraak maken met je mentor voor een mentorgesprek