Herhalen hoofdstuk 2: Nederland in 2050

H2: Nederland in 2050  - HERHALING

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Nederland in 2050  - HERHALING

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Herhaling met interactieve vragen
  • Aan de slag!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les
Weet je weer waar het hoofdstuk over gaat en wat je nog moet doen om je voor te bereiden op de toets van volgende deze/volgende week.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 De stad in 2050
  • De NLse bevolking blijft groeien, vooral in steden. Waar laten we al die mensen?

  • Veel mensen willen in de Randstad wonen vanwege:
         vele werk en voorzieningen.

  • Woningtekort + huishoudverdunning

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 De stad in 2050
  • Door stedelijke verdichting kunnen veel nieuwe woningen in de steden gebouwd worden

  • Dat doen ze door: herinrichting. In gebieden die niet meer gebruikt worden, worden huizen en voorzieningen gebouwd. Zo wordt de ruimte in de stad beter benut.

  • Dit beleid noemen we compactestadbeleid. De stad blijft compact.

     

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 De stad in 2050
  • Om het drukke leven in de stad niet vast te laten lopen zijn aanpassingen nodig.


    Smart city 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 De stad in 2050
  • Meer mensen betekent ook meer afval, meer verkeer en meer energievergruik...  


Duurzame stad

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 De stad in 2050
  • Door de grote vraag aan woningen en het beperkte aanbod worden de huizen duur. Niet iedereen kan meer betalen om in de stad te wonen.

Grote vraag + klein aanbod = hoge huizenprijzen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad waarin de overheid slimme en digitale technologieën inzet om de dienstverlening aan burgers te verbeteren.
A
Sustainable city
B
Creatieve stad
C
Kennisstad
D
Smart city

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past het beste bij de foto?
A
Re-urbanisatie
B
Leefbaarheid
C
Smart City
D
Vergroening

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past bij de omschrijving:
''Beleid om meer woningen te bouwen in en dicht tegen de stad aan.''
A
Verdichting
B
Duurzame steden
C
Herinrichting
D
Compactestadbeleid

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen nadeel van verdichting?
A
Kleine appartementen
B
Dure woningen
C
Geen tuin
D
Minder ruimte voor natuur

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Het platteland in 2050
  • Landbouw grootste ruimtegebruiker

  • Enorme productie door
    intensieve landbouw, 
    maar dat is schadelijk voor 
    de natuur
Ruimte gebruik in NL

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Het platteland in 2050
  • Door nieuwe technieken (machines als melk robots) zijn minder werknemers nodig op een boerenbedrijf.

  • Er zijn minder boerenbedrijven, en de boerenbedrijven die er wel zijn worden groter (schaalvergroting door land op te kopen).

  • Steeds minder mensen op platteland: Bevolkingskrimp
    Voorzieningen verdwijnen, leefbaarheid neemt af. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Het platteland in 2050
  •  Als boerenbedrijven, voorzieningen en bewoners vertrekken, ontstaat er ruimte voor:


    1) meer natuur- en recreatie?
    2) duurzame energie opwekken?
    3) Spreidingsbeleid: banen, woningen en voorzieningen verplaatsen naar de krimpregio’s

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Het platteland in 2050
  • Hoe kunnen we de landbouw toekomstbestendig maken? 
    2 opties genoemd in je boek:

1. Natuur-, Milieu- en diervriendelijk produceren: 

- Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken
- Grond terug geven aan de natuur
- De overheid moet de boeren dan goed betalen voor deze maatregelen
2. Verplaatsen van boerenbedrijven

- Grondgebonden boerenbedrijven verhuizen naar een plek waar de grond het beste is (= minder bestrijdingsmiddelen).
- Niet grondgebonden boerenbedrijven kunnen verhuizen naar bedrijventerreinen in de stad (vertical farms), ruimte voor natuur/woningen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Het platteland in 2050
Vertical farms

Voedsel geteeld op meerdere
etages. 

Voordeel: geen bestrijdings-
middelen + dicht bij consument.

Dit kan ook in de stad! 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen nadeel van intensieve landbouw?
A
Afname boerenbedrijven
B
Minder machines
C
Minder arbeiders
D
Werkloosheid: trek naar de stad

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is het aantal mogelijke klanten dat binnen de reikwijdte van een voorziening woont
A
draagvlak
B
drempelwaarde
C
verzorgingsgebied
D
reikwijdte

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft een grotere reikwijdte: een kledingzaak of een supermarkt?
A
Kledingzaak
B
Supermarkt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft een groter draagvlak: een kledingzaak of een supermarkt?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft een grotere reikwijdte: een kledingzaak of een supermarkt?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de drempelwaarde?
A
Aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte
B
Minimum bedrag dat je moet uitgeven in een winkel
C
Minimum aantal mensen die nodig zijn voor een voorziening
D
De hoogte van een drempel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Mobiliteit 
Mobiliteit = hoe gemakkelijk en snel mensen en goederen zich kunnen verplaatsen.



 



Modal split = een overzicht van hoe en hoeveel km mensen zich verplaatsen.

Slide 26 - Tekstslide

Hoe hoger de welvaart in een land, hoe meer bewegingen van personen en goederen. Mensen hebben geld om bijvoorbeeld een auto te kopen en er is vraag naar goederen.

Auto grootste aandeel in de model split. vaak zie je dat er maar 1 persoon in de auto zit, terwijl er wel 4 in kunnen. Zonde! je kunt beter gaan carpoolen.

Fiets in NL ook een groot aandeel maar dat is geen wonder, Nederlands fietsen heel veel.

Reden zijn voor verplaatsing:
woon-werkverkeer(Forensen)
recreatieverkeer
zakelijk verkeer 
2.3 Mobiliteit 

Hoe kunnen files in Nederland verminderd worden?

*Andere kantoortijden
*Slimmer gebruik snelweg: apps
*Aanpassing inrichting ov/wegen
* Niet iedereen op dezelfde tijden laten beginnen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Mobiliteit
Mobiliteit verminderen door:

*Compactestadbeleid.
  • scheelt reistijd 
  • goedkoper
  • duurzamer

*Meer thuiswerken
*Tol / spitstoeslag auto's


Slide 28 - Tekstslide

Mobiliteit zal afnemen door wonen, werken, en scholen dichtbij elkaar te zetten. bijvoorbeeld door verdichting van de stad en uiteraard verbeterde OV.

Dit scheelt reistijd, omdat je minder lang onderweg bent. Goedkoper omdat je bijvoorbeeld geen auto hoeft te kopen/onderhouden. en duurzamer omdat je met de fiets kan en of het OV.
Vervoersarmoede
Wanneer iemand niet kan meedoen aan dagelijkse activiteiten.

Waar komt dit voor?
  • krimpgebieden

Hoe komt dat?
  • lastig om ov beschikbaar en betaalbaar te houden
oplossing

Slide 29 - Tekstslide

Risico op vervoersarmoede buiten de steden.  lastig om ov beschikbaar en betaalbaar te houden.  in gebieden met afnemende, vergrijzende en soms kwetsbare bevolking.  oplossing: taxibussen met aanpasbare routes
Waar is vooral sprake van vervoersarmoede?
A
De stad
B
Bij jongeren
C
Het platteland
D
Bij ouderen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Amsterdam in 2050
Toename bevolking + mobiliteit: Wie wonen er?

1. Selectieve migratie: expats + hoogopgeleiden erin, gezinnen eruit.
2. Creatieve stad: innofatief, creatief, ondernemers, high-tech > Kennisstad

3. Infrastructuur: gericht op fietsers en OV, want autoluw
4. Stedelijke vernieuwing d.m.v. herinrichting van oude industriegebieden
5. Compactestadbeleid

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Amsterdam in 2050
Leefbaar en klimaatbestendig inrichten
  1. Circulair bouwen
  2. Vergroening: wateroverlast & hittestress voorkomen  + hoge leefbaarheid
  3. Infrastructuur: Mobility hub/city hub. gericht op fietsers en OV, want autoluw

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam is er sprake van selectieve migratie omdat er veel expats en (buitenlandse) studenten naartoe verhuizen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat?
  • Afmaken opgaven H2

Tot?
  • 12.53

Klaar?
  • Leren voor toets volgende week

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies