Hoofdstuk 3 les 1 opdracht 1 t/m

hoofdstuk 3
Dit hoofdstuk ga je oefenen met uitspraak en luisteren, ga je vertellen over gezondheid, ga je een gesprek voeren en leer je nieuwe woorden. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 3
Dit hoofdstuk ga je oefenen met uitspraak en luisteren, ga je vertellen over gezondheid, ga je een gesprek voeren en leer je nieuwe woorden. 

Slide 1 - Tekstslide

opdracht 2
lees de twee Engelse woorden. 
Luister daarna naar de Engelse woorden. 
Welke van de twee woorden hoor je? 

Slide 2 - Tekstslide


A
much
B
nuts

Slide 3 - Quizvraag


A
fish
B
fresh

Slide 4 - Quizvraag


A
appointment
B
important

Slide 5 - Quizvraag


A
nose
B
note

Slide 6 - Quizvraag


A
healthy
B
really

Slide 7 - Quizvraag


A
hand
B
head

Slide 8 - Quizvraag


A
finger
B
visit

Slide 9 - Quizvraag


A
tired
B
eye

Slide 10 - Quizvraag


A
juice
B
June

Slide 11 - Quizvraag


A
knee
B
need

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 3
Lees de Engelse zinnen. 
Bekijk de foto. 
Kies bij elke foto twee Engelse zinnen die de persoon op de foto kan zeggen. 
Typ de zinnen onder elkaar met een hoofdletter en een punt. 

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag

opdracht 4

Slide 18 - Tekstslide

opdracht 4
Lees de zin. 
Schrijf in elke zin een passend Engels woord uit het gespreksblok. 

Slide 19 - Tekstslide

It's important to ____ when you want to run a marathon.

Slide 20 - Open vraag

Making an appointment is easy. You can _____ us at 0600-40044

Slide 21 - Open vraag

What happened to you? There is _____ on your shirt.

Slide 22 - Open vraag

My brother had an accident yesterday. he is in the _____ now.

Slide 23 - Open vraag

I broke my leg. I can't work. I need a doctor's _____.

Slide 24 - Open vraag

I always get _____ when I am on a bus.

Slide 25 - Open vraag

opdracht 5

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 5
kijk naar de woorden op de vorige slide. 
welk woord past het best bij de foto. 

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag


Slide 30 - Open vraag


Slide 31 - Open vraag


Slide 32 - Open vraag


Slide 33 - Open vraag

Opdracht 6

Slide 34 - Tekstslide

I have an appointment at ten o' clock.
We always have a cup of coffee at 8 am. 
Lunch is at half past twelve.
It's twenty to six. let's go!
I had beakfast at ten to seven this morning.
My train leaves at twenty minutes past four.
I always go to the gym at 8 p.m. on Mondays
The match starts at a quarter to nine. 
20:00
12:30
6:50
10:00
8:45
17:40
16:20
8:00

Slide 35 - Sleepvraag