Week 5

Lesson Plan
Part 1 - Charities
  • Video assignment, page 34

Part 2 - Grammar
  • A/AN + prepositions 
  • Adjust paragraph 1&2
  • Work on your essay
Goals
- You know words related to Charities
- You work on your essay, which is a part of your grammar test
Reminder 
Next week: Grammar test 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesson Plan
Part 1 - Charities
  • Video assignment, page 34

Part 2 - Grammar
  • A/AN + prepositions 
  • Adjust paragraph 1&2
  • Work on your essay
Goals
- You know words related to Charities
- You work on your essay, which is a part of your grammar test
Reminder 
Next week: Grammar test 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: A - AN (een)
A --> woorden die beginnen met een medeklinkerklank
He lives in a massive house
There was a university there

An --> woorden die beginnen met een klinkerklank
Here, have an orange
You've got an hour.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz. 44

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz. 44
Do: assignment with grammar (page 45)
Finished? Work on your essay: finish introduction (page 19-20) & paragraph 1 (page 32)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson Plan
Part 1: Charity 
- What charities are there?
- Research exercise, page 41

Part 2: Essay
- Work on your Essay
- Write your 2nd paragraph about which charity you would choose
Goals:
- You know what charities there are
- You write about a charity in your essay

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik de onderstaande succescriteria om je eigen inleiding te checken:
1. De woorden uit de woordenlijst staan in je inleiding en zijn onderstreept.
2. De bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden staan in je inleiding en zijn dikgedrukt
3.  Schrijf een pakkend begin voor je inleiding 
4. Je inleiding schrijf je om belangstelling te wekken bij je lezer en je onderwerp te introduceren. !! -> Haal zinnen waarin je schrijft over waar je je geld aan uit geeft uit je inleiding !!
5. Check je inleiding op spelling en interpunctie (hoofdletters, punten, komma's, ik = I)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Work on your essay:
Don't know what to do? Find information about:

1. Essay assignment    -> page 3
2. your introduction    -> page 19-20
3. paragraph 1                -> page 32
4. paragraph 2               -> page 43
Goals:
- You know what charities there are
- You write about a charity in your essay

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson Plan
Part 1: Essay
- Paragraph 2, page 43
- Reminder Successcriteria
- Work on your Essay

Part 2: Grammar recap: 
- Adverbs & Adjectives
- Quiz
Goals:
- You write about a charity in your essay
- You know how and when to use adverbs and adjectives

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik de onderstaande succescriteria om je eigen inleiding te checken:
1. De woorden uit de woordenlijst staan in je inleiding en zijn onderstreept.
2. De bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden staan in je inleiding en zijn dikgedrukt
3.  Schrijf een pakkend begin voor je inleiding 
4. Je inleiding schrijf je om belangstelling te wekken bij je lezer en je onderwerp te introduceren. !! -> Haal zinnen waarin je schrijft over waar je je geld aan uit geeft uit je inleiding !!
5. Check je inleiding op spelling en interpunctie (hoofdletters, punten, komma's, ik = I)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Work on your essay:
Don't know what to do? Find information about:

1. Essay assignment    -> page 3
2. your introduction    -> page 19-20
3. paragraph 1                -> page 32
4. paragraph 2               -> page 43
5. check Successcriteria, page 5    
Goals:
- You finish writing your introduction, paragraph 1 and paragraph 2 of your essay

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson Plan
Part 1: Writing check
- Tips for writing, p. 18
- Mostly made errors

Part 2: Grammar recap
- Much/Many/A lot of, little/few, A/AN
in/at/on/by

Part 3: Finish all exercises of planner, p. 3-4 / study for test
Goals:
- You know where to pay attention to while writing a piece
- You know words related to winning the lottery, value of money & charities
- You know how and when to use quantifiers, a/an & prepositions of place/time

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Important for writing & reading:
Linking words (signaalwoorden)
Tegenstelling
But      / Nevertheless      / Even so  / Whereas           / While            
Maar  / Desalniettemin  / Toch         / Daarentegen  / Terwijl

Uitbreiding
And  / Also
En     / Ook

Gevolg / conclusie
Because / So       / Therefore
Omdat     / Dus    / Daarom

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Writing Assignment: Winning the Lottery
Example p. 18
If I would win the lottery, I would feel very lucky. Also I think I wouldn't believe it in the beginning. I would probably hand in my winning lottery ticket and not understand what is actually happening. My reaction will probably be that I'm living a dream!

I would spend half of the money to myself. I think I would treat myself a new car and a lot of new clothes and shoes, because I love fashion. I would spend some money to my family and my two best friends. Mostly because I would feel guilty if I wouldn't. 
My family and I really love going on holidays together, therefore I will organise a luxury holiday for the whole family. That would be my present to them. Spending quality time together is more important to us than giving presents. (138 words)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op! 
Meest gemaakte fouten:
1. Hoofdletters, punten, komma's, uitroeptekens
Ik = altijd in hoofdletter! (I)

2. Verwerk alle - punten 

3. Linking words = gebruik woorden als 'because, therefore, but, so ...'

4. Gebruik woorden uit de woordenlijst!


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: A - AN (een)
A --> woorden die beginnen met een medeklinkerklank
He lives in a massive house
There was a university there

An --> woorden die beginnen met een klinkerklank
Here, have an orange
You've got an hour.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz. 44

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blz. 44
        
          Quiz - Kahoot!
Grammar: Some / Any
Betekenis
'some' of 'any' = een paar/een beetje

Wanneer?
Gewone zinnen -> Some               I would like to eat some chips.
Ontkennende zinnen -> Any       There isn't any milk in the fridge left.
Vraagzinnen -> Any                         Do you have any brothers or sisters?

*Geldt ook voor: Something / Anything / Somebody / Anybody etc. (page 29)
Goal:
You know when and how to use some, any, much, many, a lot of, (a) little & (a) few
Grammar: 
Much, many, a lot of - page 30

Betekenis
'much', 'many' of 'a lot of' = veel

Wanneer?
Gewone zinnen -> A lot of                                                                                  I would like to eat a lot of chips.
Ontkennende zinnen -> Much (enkelvoud) / Many (meervoud)
                                                                                                                                       There isn't much time left.
                                                                                                                                       Do you have many brothers?


Goal:
You know when and how to use some, any, much, many, a lot of, (a) little & (a) few

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: 
(a) little, (a) few - page 30

Betekenis
'a little' of 'a few' = weinig/een aantal

Wanneer?
Alle zinnen -> (a) little (enkelvoud)                             There is little time left.
                              (a) few (meervoud)                              I have a few questions.

Goal:
You know when and how to use some, any, much, many, a lot of, (a) little & (a) few
Do now:

  • Finish all exercises of planner, p. 3-4

  • Study / practise for your test

Tomorrow before the test you hand in your
reader. Make sure you've finished all the 
exercises of the planner!
Goals:
- You know words related to winning the lottery, value of money and charities
- You know how and when to use quantifiers, a/an & prepositions of place/time

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies