Gezondheid

Ons lichaam
Ken jij de delen van ons lichaam nog?
1 / 136
volgende
Slide 1: Tekstslide
WeroLager onderwijs

In deze les zitten 136 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Ons lichaam
Ken jij de delen van ons lichaam nog?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onderarm
knie
nek
buik
voet
heup
bovenarm
borstkas
schouder
enkel
bovenbeen
hals
elleboog
hand
wreef
onderbeen
hoofd
rug
pols

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies

  • stevigheid
  • bescherming
  • beweging
  • vorm 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schedel
kaken
schouderblad
borstbeen
ribben
wervelkolom
beenderen van de hand
knieschijf
kuitbeen
scheenbeen
oogkassen
beenderen van de voet
beenderen van de tenen
beenderen van de wreef en de hiel
dijbeen
heupbeen
neusbeen
ellepijp
spaakbeen
beenderen van de pols
beenderen van de vingers
sleutelbeen
opperarmbeen
Botten
Botten zijn gemaakt van kalk en lijm.
Kalk zorgt voor stevigheid.
Lijm zorgt voor buigzaamheid.
Platte beenderen
Ronde beenderen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

schedel


  • 22 botten
  • bescherming van hersenen
  • wervelkolom 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de wervelkolom
  • soepel en buigzaam
  • schedel, bekken en ribben
  • 33 wervels
  • zenuwen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

borstkas
  • 12 ribben
  • ribbenkast
  • borstbeen 
  • bescherming hart en longen
  • ademhaling 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-stralen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Klik hier om een oefening te maken.  
X-stralen
Dat zijn elektromagnetische stralen die het mogelijk maken om een foto van de binnenkant van je lichaam te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lekker gespierd
Je hebt niet alleen gewrichten nodig om je botten te laten bewegen.
Spieren moet je ook hebben. 
Om te kunnen fietsen, lopen en adem te halen heb je spieren nodig.
Spieren zijn de motoren van je lichaam. 
Zij zetten alles in beweging.
Je spieren zitten vast aan je botten met pezen.
Een pees is een soort stevig touwtje. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

scharniergewricht 
kogelgewricht 
rolgewricht 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de de vakjes links naar de juiste plek
kort en dik
lang en dun

Een spier die samentrekt
Een spier die ontspannen is

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bot
pees
spier

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, dat wil zeggen dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pees is ...
A
een deel van een spier waarmee de spier aan het bot vastzit
B
een onderdeel van een spiervezel
C
een onderdeel van een spierbundel
D
een onderdeel van het bottenstelsel

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een long een spier?
A
Ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het hart een spier?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef van de volgende spieren aan of je ze bewust of onbewust gebruikt.
1.  Spieren waarmee je je arm buigt
2. Spieren in je maag
3. Hartspier
4. Spieren waarmee je je vingers buigt
5. Spieren in de huid
6. Spieren waarmee je een bal wegschopt
Bewust
onbewust
onbewust
onbewust
Bewust
bewust

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat EHBO?
A
eerste hulp bij oren
B
eerste hulp bij ongevallen
C
ik weet het niet
D
de brandweer

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer bel je voor hulp?
A
1111
B
99
C
112
D
102

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ongeval! Wat moet je doen?
Ik vertel mijn naam, de plaats waar ik ben en wat er is gebeurd.
Ik wacht op een veilige plaats tot er hulp is of tot de hulpdiensten aanwezig zijn.
Ik kijk of er een volwasse ind e buurt is.  Ik roep hulp.
Ik verwittig de hulpdiensten.
Ik bel het nummer 112.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onveilige situaties

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verbanddoos

stevig
handig
waterdicht
licht
herkenbaar

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wondpleister
Een kleefband met een gaasdoekje.  Je kleeft dit op een kleine wonde.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pincet
Je gebruikt dit voorwerp bijvoorbeeld om een splinter uit je huid te halen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

driehoeksverband
Dit gebruik je om een draagdoek te maken, bijvoorbeeld voor je arm.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

steriel gaasdoekje
Een stukje linnen dat volledig vrij is van bacteriën.  Hiermee kun je een wonde ontsmetten of een wonde afdekken.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kousverband
Dit verband past als een kous rond je vinger. Hiermee kun je een kleine wonde afdekken.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontsmettings-middelen
Dit gebruik je om een wonde te ontsmetten.  Zo dood je bacteriën.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schaar
Je gebruikt dit voorwerp om een kleefpleister, een kledingstuk of een te lange zwachtel door te knippen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

drukverband
Dit gebruik je om een open wonde af te dekken of om een ernstige bloeding te stelpen.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleefpleister
Een linnen of plastieken kleefband die je op een gezonde huid kleeft. Je gebruikt het om een steriel gaasdoekje of het uiteinde van een zwachtel vast te kleven.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vasthechtings-hoekje
Dit gebruik je om het uiteinde van een zwachtel vast te maken.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veiligheidsspeld
Hiermee kun je een draagdoek vastmaken.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwachtel
Een rolverband dat je gebruikt om een steriel gaasdoekje op zijn plaats te houden of om een gewricht te ondersteunen.  Het verband kan elastisch zijn.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan: eerst ...... de rest komt later
A
zalf
B
112 bellen
C
water
D
?

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is ontsmetten van een wonde zo belangrijk?
A
zodat de wonde sneller zou genezen
B
zodat de wonde mooi zou genezen
C
zodat de wonde minder pijn doet
D
zodat er geen bacteriën in de wonde zouden komen

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Les 4 - Voeding

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb horen praten over zetmeel. Wat is dat?
In heel veel voedsel zit zetmeel.  Denk maar aan aardappelen, granen, brood, rijst, pasta, bonen en erwten.  Zetmeel geeft je lichaam veel energie.  Voedsel met veel zetmeel verteert traag.  Daardoor geeft het zijn energie ook traag en regelmatig af.  Dat is ideaal voor langere inspanningen.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik lust geen melk. Wat nu?
Geen probleem! Je kunt melk vervangen door yoghurt, pudding met melk, kaas, ...
In melkproducten zit calcium.  Daar krijg je sterke botten en tanden van.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De voedingsdriehoek

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben dol op boter! Is boter goed voor mij?
Boter en olijfolie behoren tot de vetten. Vetten zitten in veel bereid voedsel, chips en croissants bijvoorbeeld.  Vetten geven je energie en beschermen je tegen de kou.  Maar je mag er niet mee overdrijven! Te veel vet is niet gezond.

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag ik alleen water drinken?
Water is onmisbaar!
Je lichaam bestaat voor twee derde uit water.  Zonder water wordt je lichaam ziek. Natuurlijk mag je ook andere drankjes drinken.  Maar je moet wel veel water drinken, de hele dag door.  Zo krijgt je lichaam genoeg vocht binnen en blijven je hersenen dus ook goed werken.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van voedingsstoffen 

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstoffen
Om te bewegen en om op tempratuur te blijven.

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstoffen
Als jij groeit of je hebt een wondje dan moet er aan je lichaam gebouwd worden. Eiwitten zijn dan belangrijk.
.

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende stoffen
Om gezond te blijven heb je beschermende stoffen nodig.
Dit zijn de vitaminen en mineralen.
Ze zorgen ervoor dat je groeit en dat je alle belangrijke stofjes op kunt nemen.
In vitaminen zitten geen brandstoffen of bouwstoffen.
Calcium is een mineraal en die heb je nodig voor je botten en is dus wel een bouwstof.

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 Voedingsstoffen

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen
Hebben verschillende functies in je lichaam.
- Bouwstof = Voor groei en ontwikkeling van je lichaam.
- Brandstof = Leveren energie 
- Reservestof = Zijn in het lichaam opgeslagen voor wanneer ze echt nodig zijn. 
- Beschermende stoffen= Een tekort aan bepaalde mineralen en vitamines kunnen ziektes veroorzaken in het lichaam. 

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Wat zijn koolhydraten?
  •  Dient als: bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen


  • Welke vetten zijn gezond? En welke ongezond?
  • Brandstoffen, bouwstoffen, beschermende stoffen 
    en reservestoffen.
Vetten

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
  • Wat zijn eiwitten?
  •  Dient als: bouwstoffen, brandstoffen, reservestoffen

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitamines en Mineralen

  • Welke vitamines kennen jullie en waarvoor zijn deze belangrijk?
  • Beschermende stoffen, bouwstoffen 

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstof heb je nodig voor de groei?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
vitaminen

Slide 67 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom  moet je niet veel suiker en vet eten?

Als je vaak meer energierijke stoffen binnenkrijgt dan je nodig hebt, krijg je overgewicht




Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suiker!

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INGREDIËNTENLIJST

Slide 71 - Tekstslide

Op het etiket staan de ingrediënten vermeld. Met ingrediënten bedoelen we de onderdelen van het product, waaruit het bestaat. Het ingrediënt waarvan het meest gebruikt is in het product, moet als eerste vermeld staan. Vervolgens wordt het ingrediënt waarvan minder gebruikt is,… enz. Ook de additieven (E-nummers) moeten op de ingrediëntenlijst staan.

Slide 72 - Tekstslide

Van onderstaande allergenen moet je eerst weten waarvoor het allergeen staat.
glutenbevattende granen: tarwe, rogge, gerst en haver
weekdieren: mossel, oester, slak, inktvis en de sint-jacobsschelp.
lupine: Lupine is een peulvrucht. Lupine wordt onder andere gebruikt in vleesvervangers en als productverbeteraar in brood en bakproducten. Daarom is het niet aan te raden om volgende voedingsmiddelen te eten wanneer je intolerant of allergisch bent voor lupine: bladerdeeg,brood, chocolade, dressing, gepaneerde producten, koek, meergranenbrood.
zwaveldioxide: zwaveldioxide is een kleurloos gas, gebruikt als conserveermiddel. Het remt enzymatisch en microbieel bederf. Zwaveldioxide lost op in de waterfase van een product, waarbij een zuur ontstaat. Dit zuur zorgt voor de eigenlijke werking. Zwaveldioxide komt vooral voor in gedroogd fruit, wijn en mosselen.
Opdrachten:
Schrijf op welke allergenen voorkomen in volgende voedingsmiddelen.

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Vul de tekst in je boek!

Slide 77 - Tekstslide

Lotnummers zijn unieke nummers die worden toegekend aan producten van een levering of productie. Met dit nummer kunt u dus de producten volgen binnen het productieproces van levering tot productie of van productie tot verkoop.
Op de verpakking van een voedingsmiddel wordt aangegeven wanneer het werd gemaakt en tot hoelang het houdbaar is. LOT geeft meestal de datum aan waarop het voedingsmiddel werd gemaakt. Eerst wordt het jaartal, nadien de maand en tenslotte de dag aangegeven. De maand wordt weergegeven met een letter.

Slide 78 - Tekstslide

De bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden moeten verplicht worden weergegeven als die van invloed zijn op de houdbaarheidsdatum:
bij te koelen levensmiddelen zoals yoghurt: "te bewaren op max 7°C";
bij diepvriesproducten: "na ontdooiing niet opnieuw invriezen";
op dranken: "uit de zon en op een droge, koele plaats bewaren".
Als de bewaarvoorschriften niet worden nageleefd, vergroot de kans op bederf en op de groei van ziekmakende bacteriën. Het is daarom belangrijk om levensmiddelen altijd bij de aangegeven temperatuur te bewaren en niet meer te gebruiken zodra de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken.

Verantwoordelijke producent

Slide 79 - Tekstslide

Dit is de firma die het voedingsmiddel geproduceerd heeft. Hiervan moet naam, adres en land vermeld worden.

Opdracht:
Zoek op de verpakking “Zalmfilet” wie deze geproduceerd heeft.

Nutri-score

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorg voor je lichaam!

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is persoonlijke hygiëne?
Persoonlijke hygiëne betekent dat je voor jezelf en je lichaam zorgt, zodat je gezond blijft en er fris uitziet.

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handen wassen
Goed je handen wassen met zeep en water helpt om bacteriën weg te spoelen en ziektes te voorkomen.

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Douchen en baden
Regelmatig douchen of in bad gaan houdt je lichaam schoon en fris. Vergeet je haar niet te wassen!

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarverzorging
Borstel je haar regelmatig, was het met shampoo en knip het af en toe bij om het gezond te houden.

Slide 85 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nagelverzorging
Knip je nagels regelmatig, houd ze schoon en gebruik een nagelborstel om vuil te verwijderen.

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleding en schoenen
Schone kleding en schoenen dragen bij aan een frisse uitstraling en voorkomen nare geurtjes.

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Verband Tussen Het Milieu en Onze Gezondheid

Slide 88 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het milieu?
Het milieu omvat alle levende en niet-levende dingen om ons heen, inclusief de lucht, het water, de bodem en de natuurlijke hulpbronnen.

Slide 89 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheid en Welzijn
Een gezond milieu is essentieel voor onze gezondheid en welzijn. Schone lucht, schoon water en gezonde voeding zijn cruciaal.

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtvervuiling
Luchtvervuiling kan leiden tot ademhalingsproblemen en allergieën. Het is belangrijk om schone lucht in te ademen.

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterkwaliteit
Verontreinigd water kan ziekten veroorzaken. Het is belangrijk om zuinig om te gaan met water en vervuiling te voorkomen.

Slide 92 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plasticvervuiling
Plastic  afval in het milieu kan schadelijk zijn voor dieren en ecosystemen. Het is belangrijk om plasticvervuiling te verminderen.

Slide 93 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselproductie
Milieuvriendelijke landbouwpraktijken dragen bij aan gezondere voeding en verminderen de milieu-impact van voedselproductie.

Slide 94 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biodiversiteit
Een rijke biodiversiteit draagt bij aan gezonde ecosystemen en kan ons beschermen tegen ziekten.

Slide 95 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering
Klimaatverandering kan leiden tot extreme weersomstandigheden en gezondheidsproblemen. Het is belangrijk om de impact van klimaatverandering te begrijpen.

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onze Verantwoordelijkheid
We hebben allemaal de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een gezond milieu voor onszelf en toekomstige generaties.

Slide 97 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een Doktersbezoek: Blijf Gezond!

Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaking met de dokter
Een dokter is een speciale persoon die mensen helpt als ze ziek zijn of pijn hebben.

Slide 99 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee?
Bij een doktersbezoek moet je je identiteitskaart en eventueel je verzekeringskaart meenemen.

Slide 100 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wachtkamer
In de wachtkamer wachten mensen tot ze bij de dokter geroepen worden. Je kunt er boekjes lezen of spelletjes spelen.

Slide 101 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor de dokter
De dokter zal je vragen stellen over hoe je je voelt en misschien je hart en longen controleren.

Slide 102 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezond eten
Om gezond te blijven, is het belangrijk om veel groenten, fruit en water te eten en te drinken.

Slide 103 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewegen is leuk!
Bewegen zoals fietsen, dansen of voetballen houdt je lichaam gezond en sterk.

Slide 104 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handen wassen
Het is belangrijk om je handen regelmatig te wassen om ziektekiemen te verwijderen.

Slide 105 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genoeg slaap
Voldoende slapen is essentieel voor een gezond lichaam en een scherpe geest.

Slide 106 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen aan de dokter
Als je iets niet begrijpt, vraag het dan aan de dokter. Het is belangrijk om goed te begrijpen wat er met je aan de hand is.

Slide 107 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw Mentale Kracht: Emoties, Ontspanning en Zelfvertrouwen

Slide 108 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn emoties?
Emoties zijn gevoelens die we ervaren, zoals blijheid, verdriet, boosheid en angst.

Slide 109 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontspanningstechnieken
Ontspanningstechnieken helpen je om stress te verminderen, zoals diep ademhalen, mediteren en luisteren naar rustgevende muziek.

Slide 110 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positief denken
Positief denken betekent focussen op goede dingen en oplossingen, in plaats van problemen.

Slide 111 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfvertrouwen opbouwen
Zelfvertrouwen hebben betekent geloven in jezelf en je capaciteiten. Het helpt je om uitdagingen aan te gaan.

Slide 112 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is mentale gezondheid belangrijk?
Mentale gezondheid is net zo belangrijk als lichamelijke gezondheid. Het beïnvloedt hoe we denken, voelen en handelen.

Slide 113 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotie-herkenningsspel
Speel een spel waarbij de leerlingen verschillende emoties moeten uitbeelden en raden welke emotie het is.

Slide 114 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontspanningsoefening
Doe samen een korte ontspanningsoefening, waarbij we diep ademhalen en onze spieren ontspannen.

Slide 115 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve affirmaties
Leer hoe je positieve uitspraken kunt gebruiken om jezelf aan te moedigen en je gedachten te versterken.

Slide 116 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfvertrouwen spel
Speel een spel waarbij de leerlingen elkaar vertellen waar ze goed in zijn en elkaar aanmoedigen.

Slide 117 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voel je je?
Laten we een gesprek voeren over hoe we ons vandaag voelen en waarom. Het is okay om verschillende emoties te ervaren.

Slide 118 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontspanningstips
Deel tips voor ontspanning, zoals een rustig boek lezen, wandelen in de natuur, of tijd doorbrengen met huisdieren.

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt je blij?
Schrijf op waar je blij van wordt en deel dit met de klas. Het helpt om je gedachten positief te houden.

Slide 120 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw je zelfvertrouwen
Beschrijf een situatie waarin je trots was op jezelf. Het herinnert ons eraan dat we veel kunnen bereiken.

Slide 121 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mentale gezondheid checklist
Bespreken en invullen van een checklist met verschillende aspecten van mentale gezondheid om bewustwording te vergroten.

Slide 122 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een vriend helpen?
Bespreken van manieren waarop je een vriend kunt ondersteunen bij het verbeteren van hun mentale gezondheid.

Slide 123 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindfulness oefening
Doe een korte mindfulness oefening waarbij we ons richten op het hier en nu, zonder oordeel.

Slide 124 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve gedachten dagboek
Moedig de leerlingen aan om een dagboek bij te houden waarin ze elke dag iets positiefs opschrijven.

Slide 125 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slim omgaan met medicijnen

Slide 126 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn medicijnen?
Medicijnen zijn stoffen die je inneemt om je beter te maken als je ziek bent.

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden medicijnen gebruikt?
Medicijnen moeten altijd gebruikt worden zoals de dokter of apotheker heeft voorgeschreven.

Slide 128 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veilig omgaan met medicijnen
Medicijnen moeten altijd opgeborgen worden op een veilige plek, buiten het bereik van kinderen.

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen van medicijnen
Sommige medicijnen kunnen bijwerkingen hebben, zoals duizeligheid of misselijkheid.

Slide 130 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij bijwerkingen?
Als je last krijgt van bijwerkingen, moet je dit altijd aan een volwassene vertellen.

Slide 131 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico's van verkeerd gebruik
Het verkeerd gebruik van medicijnen kan gevaarlijk zijn en zelfs schadelijk voor je gezondheid.

Slide 132 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz: Wat hebben we geleerd?
Test je kennis over medicijngebruik met deze leuke quiz!

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je medicijnen?
Medicijnen hebben altijd een etiket met informatie erop, zoals de naam, dosering en de werkzame stof.

Slide 134 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkvoorbeeld: Een kuur afmaken
Als je een kuur antibiotica krijgt, is het belangrijk om de hele kuur af te maken, ook al voel je je al beter.

Slide 135 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicijnen in de geneeskunde
Medicijnen worden gebruikt om mensen beter te maken, maar ook in de geneeskunde om ziekten te bestuderen en te behandelen.

Slide 136 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies