Kennis Quiz H.3.3 Aanpassing, evaluatie en biodiversiteit

Kennis Quiz H.3.3 Aanpassing, evaluatie en biodiversiteit
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolMBOvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Kennis Quiz H.3.3 Aanpassing, evaluatie en biodiversiteit

Slide 1 - Tekstslide

IJsbeer
Uil
Kameel
Slang
Pinguïn
Kan vet opslaan in bulten en water vasthouden om lange tijd zonder water te overleven
Laagt 's nachts om minder concurrentie te hebben.
Produceert gif om prooien te verlammen en zichzelf te verdedigen.
Dikke, witte vacht voor isolatie en camouflage
Gestroomljnd lichaam en sterke vinnen.

Slide 2 - Sleepvraag

01: Hoe noemen we het als een plant nieuwe planten maakt zonder een andere plant?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting
C
Bevruchting
D
Bestuiving

Slide 3 - Quizvraag

02: Wat gebruiken aardbeienplanten om nieuwe plantjes te maken?
A
Zaden
B
Bollen
C
Uitlopers
D
Stuifmeel

Slide 4 - Quizvraag

03: Wat ontstaat er bij geslachtelijke voortplanting?
A
Een nieuwe bloem
B
Een zaadje
C
Een uitloper
D
Een bolletje

Slide 5 - Quizvraag

04: Wat wordt er in de meeldraden van een bloem gemaakt?
A
Eicellen
B
Stamper
C
Stuifmeel
D
Vruchtbeginsel

Slide 6 - Quizvraag

05: Welke van deze planten gebruikt de wind om stuifmeel te verspreiden?
A
Aardbeien
B
Gras
C
Tulpen
D
Appelbomen

Slide 7 - Quizvraag

06: Hoe heet het proces waarbij stuifmeel en een eicel samenkomen?
A
Zaadverspreiding
B
Bestuiving
C
Bevruchting
D
Groei

Slide 8 - Quizvraag

07: Welke plant gebruikt pluizen om zaadjes te verspreiden?
A
Appelboom
B
Tulp
C
Paardenbloem
D
Kokosnoot

Slide 9 - Quizvraag

08: Hoe zorgen dieren zoals vogels ervoor dat zaden verspreid worden?
A
Ze eten vruchten en poepen de zaden uit.
B
Ze maken nesten van de zaden.
C
Ze dragen stuifmeel naar bloemen.
D
Ze gooien de zaden op de grond.

Slide 10 - Quizvraag

09: Waarom is voortplanting belangrijk voor planten?
A
Het zorgt voor zuurstof en voedsel voor mensen.
B
Het zorgt dat dieren in bomen kunnen klimmen.
C
Het maakt bloemen mooier.
D
Het laat planten sneller groeien.

Slide 11 - Quizvraag

10: Welke van deze zaden kan over zee drijven naar een nieuw eiland?
A
Een tulpenbol
B
Een kokosnoot
C
Een aardbeienzaadje
D
Een paardenbloempluis

Slide 12 - Quizvraag