Garagewoord: Wat is het en hoe schrijf je het?

Garagewoord: Wat is het en hoe schrijf je het?

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je het garagewoord schrijven

Introduceer het leerdoel van de les

Wat weet je al over garagewoorden?

Wat zijn garagewoorden?

Garagewoorden zijn woorden die je vaak hoort, maar die niet in het woordenboek staan, zoals 'appen'.

Leg aan de hand van voorbeelden uit wat garagewoorden zijn

Waarom zijn garagewoorden belangrijk?

Garagewoorden maken deel uit van de spreektaal en zijn daarom belangrijk om te kennen. Bovendien worden garagewoorden steeds vaker gebruikt in geschreven tekst.

Leg uit waarom het kennen en kunnen schrijven van garagewoorden belangrijk is.

Hoe schrijf je garagewoorden?

Garagewoorden schrijf je zoals je ze uitspreekt. Bijvoorbeeld: 'appen' wordt geschreven als 'app-en'.

Geef een eenvoudige uitleg over hoe je garagewoorden schrijft.

Oefenen

Schrijf de volgende garagewoorden op: chillen, gamen, vloggen, swipen

Laat de leerlingen de garagewoorden opschrijven en kijk samen of ze correct zijn geschreven.

Uitdaging

Schrijf een korte tekst waarin je minimaal twee garagewoorden gebruikt.

Laat de leerlingen individueel of in groepjes een korte tekst schrijven met daarin minimaal twee garagewoorden. Bespreek daarna de teksten klassikaal.

Let op de spelling

Ook al staan garagewoorden niet in het woordenboek, het is belangrijk om ze correct te spellen.

Benadruk het belang van correcte spelling van garagewoorden.

Gebruik in context

Gebruik garagewoorden alleen in de juiste context, anders kan het verkeerd begrepen worden.

Leg uit dat het belangrijk is om garagewoorden alleen in de juiste context te gebruiken.

Review

Wat zijn garagewoorden en waarom is het belangrijk om ze te kennen? Hoe schrijf je garagewoorden?

Laat de leerlingen kort de belangrijkste punten van de les herhalen.

Einde

Bedankt voor het volgen van deze les over garagewoorden!

Sluit de les af met een bedankje en eventueel huiswerkopdracht of verwijzing naar volgende les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.