paragraaf 1.5 druk

Mavo 3 natuurkunde
paragraaf 1.5 Druk
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Ga rustig zitten, be prepaired
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mavo 3 natuurkunde
paragraaf 1.5 Druk
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Ga rustig zitten, be prepaired

Slide 1 - Tekstslide

Starter for ten, maak de vraag in je schrift.
(Herhaling)
Bereken verschil in het gewicht van een koe op aarde staat en een koe die op de maan staat. Beide koeien hebben een massa van 560 kg.
Noteer volledige berekeningen.

Tip: De valversnelling op de maan is 1,6 m/s2
       De valversnelling op de aarde weet je!

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord op de vraag: 
Bereken verschil in het gewicht van een koe op aarde staat en een koe die op de maan staat. Beide koeien hebben een massa van 560 kg.
Beide formules zijn hetzelfde:

Fg = m . g
Vraag: Fg op aarde en Fg op de maan
Gegevens:
m = 560 kg (beide koeien)
gaarde = 10 m/s2
gmaan = 1,6 m/s2
Fg = 560 . 10 (aarde)

Fg = 560 . 1,6 (maan)
Verschil is:
5600 - 896 = 4704 N

Slide 3 - Tekstslide

Doelen, wat gaan we doen.
  • Uitleggen wat de druk is
  • Uitleggen hoe je de druk berekend
  • Uitleggen hoe je de eenheden van druk kunt omrekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de druk
Druk is de kracht die een voorwerp op een bepaald oppervlak uitoefent.

Het symbool is de letter p (presure)
De eenheid is N/cm2

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Berekenen van de druk
De druk kun je berekenen met de formule:


Daarbij is de F de kracht in Newton (N) en de A is het oppervlakte in vierkante centimeter (cm2)

De druk wordt groter als de kracht groter wordt, of als het oppervlakte kleiner wordt.
Hoe kleiner het oppervlakte is, des te groter wordt de druk (mits de kracht gelijk blijft)
p=AF

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen van de oppervlakte (herhaling)

Slide 8 - Tekstslide

Andere eenheden voor druk
  • Soms wordt het oppervlak gemeten in vierkante meters, dan verandert de eenheid voor de druk ook, dat wordt dan newton per vierkante meter (N/m2). Dit wordt ook Pascal genoemd (Pa)
  • 1 Pa = 1 N/m2

Slide 9 - Tekstslide

N/cm2 of N/m2
Als de druk 5 N/cm2 is, betekent dit dat er op iedere vierkante centimeter een kracht is van 5 N.

Wil ik dan weten hoeveel kracht er op een oppervlakte van 10 vierkante centimeter wordt uitgeoefend dan ga ik die kracht berekenen met de formule: F = p . A
Op 1 vierkante centimeter werkt een kracht van 5 N dus op 10 vierkante centimeter werkt een kracht van (5 x 10) 50 N

Slide 10 - Tekstslide

N/cm2 of N/m2
1 vierkante meter is 1 m lang en 1 m breed.

1 meter = 100 centimeter

1 vierkante meter = 100 cm lang en 100 cm breed.

Dus 1 vierkante meter = 100 x 100 =
10 000 vierkante centimeter
 = 100 cm
 = 100 cm
=100x100

=10000cm2

Slide 11 - Tekstslide

N/cm2 of N/m2
Als er op iedere vierkante centimeter een kracht werkt van 5 N dan werkt er op een vierkante meter (10 000 vierkante centimeter) 5 x 10 000 = 50 000 N.

De druk per vierkante meter is dus 10 000 keer groter dan de druk per vierkante centimeter!

1 N/cm2 = 10 000 N/m2 = 10 000 Pa
 = 100 cm
 = 100 cm
=100x100

=10000cm2

Slide 12 - Tekstslide

Formule
P=AF
F = Kracht
Eenheid = Newton
P = Druk
Eenheid = Pascal
A = Oppervlakte
Eenheid  = m2

Slide 13 - Tekstslide

Druk in de praktijk: 
de naaldhakken van Angelina Jolie en een olifantenpoot

Slide 14 - Tekstslide

Olifant
Een mannetjesolifant heeft een massa van ongeveer 6000 kg.
Bepaal eerst wat het gewicht van de olifant is (Fg = m . g)
De oppervlakte van een poot is 0,025 m².
Bepaal eerst de oppervlakte van de vier poten samen.

Bereken hoe groot de druk is.

Slide 15 - Tekstslide

Formule:
vraag : p= ?
gegevens:
F = 60000 N (m x g)
A = 0,1 m2
som:

antwoordzin:

p = 600 000 N/m2
p=AF
p=0,160000

Slide 16 - Tekstslide

Angelina Jolie
Angelina weegt ongeveer 60 kg.
Bepaal eerst het gewicht van Angelina.  
De oppervlakte van een hak is 0,0005 m².

Bepaal hoeveel de oppervlakte van beide naaldhakken is. 

Bereken hoe groot de druk is

Slide 17 - Tekstslide

Formule:
vraag : p= ?
gegevens:
F = 600 N (m x g)
A = 0,001 m2
som:

antwoordzin:

p = 600 000 N/m2
p=AF
p=0,001600

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ga nu verder werken aan: Voorbereiden voor het proefwerk


Slide 20 - Tekstslide