Les 8

Les 8
Anatomische houding en topografie door je lichaam

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 8
Anatomische houding en topografie door je lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning
nabespreken
leerdoelen
theorie
opdracht
huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student
- Benoemt welke vijf organisatieniveaus er in het menselijk lichaam zijn
- Legt uit hoe deze organisatieniveaus met elkaar in verband staan
- Legt uit waaruit het circulatiestelsel bestaat en wat de belangrijkste functies zijn
- Legt uit waaruit het spijsverteringsstelsel bestaat en wat de belangrijkste functies zijn
- Legt uit waaruit het urinewegstelsel bestaat en wat de belangrijkste functies zijn
- Legt uit waaruit het ademhalingsstelsel bestaat en wat de belangrijkste functies zijn
- Legt uit dat de tien orgaanstelsels samenwerken zodat het lichaam als één geheel
functioneert

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

• Anatomie en fysiologie: Module 4 De mens: één geheel
Hoofdstuk 1 Orgaanstelsels: 1.1 organisatieniveaus t/m 1.6 De totale mens, vanaf blz. 84 t/m 93

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Anatomische houding:
staat de persoon rechtop;
houdt de persoon het hoofd rechtop;
houdt de persoon de armen gestrekt naast het lichaam;
zijn de handpalmen naar voren gekeerd;
zijn de voeten iets gespreid.

Slide 5 - Tekstslide

Ga allemaal eens staan zoals een anatomische houding aangeeft
Opdracht
Er zijn drie soorten lichaamsvlakken:

frontaal vlak;
transversaal vlak;
sagittaal vlak.

Teken deze eens, het mag heel simpel! 


Slide 6 - Tekstslide

Frontaal vlak
Elk frontaal vlak loopt evenwijdig aan het voorhoofd (= frons) en verdeelt het lichaam of delen daarvan in voor en achter. Frontale vlakken ontstaan door een frontale doorsnede.
Transversaal vlak
Elk transversaal vlak loopt evenwijdig aan de vloer en verdeelt het lichaam of delen daarvan in boven en onder. Transversale vlakken ontstaan door een transversale doorsnede ofwel dwarsdoorsnede.
Sagittaal vlak
Elk sagittaal vlak staat loodrecht op een frontaal vlak en verdeelt het lichaam of delen daarvan in links en rechts. Sagittale vlakken ontstaan door een sagittale doorsnede. De sagittale doorsnede precies door de neus en de navel deelt het lichaam in twee helften. Het sagittaal vlak precies door neus en navel (= midden) wordt het mediaanvlak genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanduidingen
Ventraal- dorsaal
Anterior-posterior
centraal-perifeer
superior-inferior
Lateraal-mediaal
Proximaal-distaal
Sinister-dexter
internus-externus

Slide 8 - Tekstslide

zoek op wat het betekend
Richtingaanduidingen
Flexie-extensie
Abductie-adductie
exorotatie-endorotatie
supinatie-pronatie
opponeren-reponeren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling hoofd, romp, ledermaten
Waar dient je hoofd voor? 
Waar dient je romp voor?
Wat zijn je ledermaten?

Slide 10 - Tekstslide

Het hoofd bevat de hersenen en is daardoor ook de commandopost van het lichaam. De hersenen ontvangen via de zintuigen informatie uit de buitenwereld en via de zenuwen informatie uit het lichaam. De hersenen verwerken de informatie en laten commando’s uitgaan naar het hele lichaam, bijvoorbeeld om bepaalde spieren te bewegen of om de spijsvertering sneller te laten verlopen.
Het hoofd heeft ook meerdere toegangswegen naar het inwendige van het lichaam. Dat zijn de mond, de neus en de gehoorgangen.

De romp is het deel van het lichaam dat vooral organen bevat die zich bezighouden met de vegetatieve functies, zoals bloedsomloop, voeding, ademhaling en uitscheiding. In de romp vind je grote delen van het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel, het hele urinewegstelsel en de belangrijkste delen van het circulatiestelsel. Bij de vrouw bevinden zich er alle organen van het voortplantingsstelsel.

De ledematen zijn vrij massieve, uitstekende delen van het lichaam. Ze bestaan voornamelijk uit lange botten, omgeven door skeletspieren. Ze zijn beweeglijk ten opzichte van elkaar door middel van gewrichten.
Lichaamsholten en vliezen
3 grote holten
schedelholte en wervelkanaal
borstholte
buikholte

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees hoofdstuk 2.6 over de vliezen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Anatomie en fysiologie: Module 4 De mens: één geheel
Hoofdstuk 2 Topografie: 2.1 De anatomische houding t/m paragraaf 2.6 Lichaamsholten en
vliezen, vanaf blz. 98 t/m 104

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies