Hoe schrijf je een brief 2022 mavo 3

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Lettre formelle (Mavo 3)

Comment écrire une lettre?

MAVO 3

Les buts (lesdoelen)

• Ik kan een Franse brief schrijven over mezelf.
• Ik kan in deze brief Franse vragen stellen.
• Ik kan laten zien dat ik: een aanhef gebruik en de brief afsluit.

Opdracht

Lees eerst de volgende dia's goed door.

Je ziet/leest dan wat voor soort brief je gaat schrijven als SE.

Daarna maak je de opdrachten die erbij horen.

Sluit de digitale opdrachten af en lever in.

Ben je klaar dan ga je aan de slag met het zelf schrijven van een brief op papier.

Gebruik je tekstboek als hulpmiddel: blz. 41 / 47 / 202

    Begin met een aanhef

• Stel jezelf voor: naam, leeftijd, waar je woon en in welke land.
• Schrijf dat je een broers of een zussen hebt.
• Schrijf dat je Nederlands en Frans spreekt.
• Schrijf op welke school zit je en in welke klas.
• schrijf wat je hobby's zijn? je kijkt tv en je speelt gitaar spelen.
• schrijf dat je niet zo goed ben in wiskunde.

Stel de volgende vragen?

Speel je ook gitaar?

In welke klas zit je ?

wat is jou lievelingsvak?

Sluit de brief af.

een informele brief is een brief die je schrijft naar een vriend of een kennis. 

Wat is een informele brief?

1. Je schrijft naar een bedrijf.
2. Je schrijft naar een onbekende.
3. Je schrijft naar iemand die je kent, een leeftijdsgenoot.
4. Je schrijft een sollicitatiebrief

Welke aanhef mag je niet gebruiken bij een informele brief?

1. Bonjour.
2. Salut.

Welke afsluiting mag je niet gebruiken bij een informele brief?

1. Au revoir
2. À plus
3. Ciao
4. À bientôt

J'habite à Rijswijks.

Je m'appelle...

J'ai un frère.

J'ai quatorze ans.

Ik heb een broer.

Ik heet .......

Ik woon in Rijswijks.

Ik ben 14 jaar.

Welke sporten weet je nog in het Frans?
Voorbeeld: faire du tennis

Welke hobby's weet je nog in het Frans?
Voorbeeld: jouer de la guitare

Ik zal me voorstellen.

Ik zal geven.

Ik zal kiezen.

Ik zal tennissen.

Je choisirai.

Je donnerai.

Je me présenteria.

Je ferai du tennis.

Ik zal mezelf voorstellen.

1. Je me présenterai.
2. Je présenterai.

Ik zal tennissen.

1. Je ferai du tennis.
2. Je fairai du tennis.

Ik zal kiezen.

1. Je choisir.
2. Je choisirai.

Ik zal geven.

1. Je donner.
2. Je donnerai.

Jij zult kiezen.

1. Tu choisiras
2. Tu choisir

Schrijf nu zelf een brief.

Gebruik de papieren opdracht die de docent uitdeelt.

Gebruik je tekstboek als hulpmiddel: blz. 41,  47 en 202