AFP Nieren & Urinewegen DA week 1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 4
 Nieren & urinewegen

Urinewegstelsel, urinewegincontinentie, nierfalen en nierstenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De student heeft kennis van de anatomie van de nieren en urinewegen
  • De student heeft kennis van de functies van de nieren
  • De student heeft kennis van de onderdelen van de urinewegen, te weten de urineblaas, urineleider en urinebuis

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren en Urinewegen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van de nieren?
A
Zuiveren van bloed, regelen hoeveelheid water en zout, reguleren bloeddruk en maken hormonen,
B
Filteren het bloed
C
Maken hormonen aan
D
Zorgen voor juiste balans tussen water en bloed

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben vrouwen vaker een blaasontsteking dan mannen?
A
Vrouwen moeten vaker naar het toilet
B
Mannen hebben een korte urinebuis
C
Mannen zijn niet zo hygiënisch
D
Vrouwen hebben korte urinebuis

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent blaasontsteking in het Latijn?
A
Renine
B
Cystitis
C
Diuretica
D
Cortex

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je bij nummer 1 op de afbeelding?

Slide 9 - Open vraag

Wat zie je bij nummer 1?

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Wat als de nieren niet meer goed werken? nierdialyse 
Feitjes 
1.7 miljoen Nederlanders hebben chronische nierschade. Mensen met chronische nierschade lopen een verhoogd risico op nierfalen en hart- en vaatziekten. Zo kan het dat iemand van 55 met een ernstig verlaagde nierfunctie 12 jaar eerder sterft dan gemiddeld. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De urinewegen
  • Nieren (ren of renes)
  • Urineleider (ureters) = urine van nier naar blaas
  • Blaas (vesica urinaria) = opslag van urine, uitscheiden van urine
  • Urinebuis (urethra) = uitscheiden van urine

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieren
  • Ren (EV) - renes (MV) 
  • Bijnieren
  • Bescherming door 3 lagen bindweefsel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsdoorsnede - buiten > binnen
  • Het nierkapsel (onderdeel beschermlaag)
  • De nierschors = cortex
  • Het niermerg = medulla
  • Het nierbekken = pyelum of pelvis renalis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nefronen- schors en merg

Slide 23 - Tekstslide

In de nefronen wordt urine geproduceert = kleine functionele eenheid van de nier
Elke nier bevat een miljoen
Nieren als regelmechanismen 
Welke hormonen spelen een rol bij de nierfunctie?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angiotensine-I
Angiotensine-II
Renine
Aldosteron

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies






Nieren maken Renine aan > bij lage bloeddruk
Gevolg: bloeddruk verhoogt

Slide 26 - Tekstslide

Angiotensinogeen wordt door lever geproduceerd > dit wordt door renine omgezet in angiotensine 1. Renine wordt afgegeven als de bloeddruk te laag is
Angiotensine 1 wordt omgezet door ACE in angiotensine 2 (in nier en long). > bloeddruk stijgt en wordt hierdoor herstelt. 
ADH bevordert het vasthouden van water
Te veel zout in je bloed? > hersenen maken ADH > meer water naar je bloed > bloed wordt 'verdund' en zout neemt af
Antidiuretisch hormoon

Diuretica

Slide 27 - Tekstslide

adh of vasopresine wordt geproduceerd in de hersenen. ADH regelt de heropname van gefilterd water vanuit de niertubuli terug naar het bloed.  speelt ook belangrijke rol bij de uitscheiding van water en zouten van het lichaam. ADH regelt doorlaatbaarheid voor water in de nierbuisjes. zodra sprake is van een verhoogd zoutgehalte in het bloed worden signalen naar de hersenen gestuurd om aDH vrij te geven. gevolg: wordt meer water opgenomen, waardoor zoutconcentratie van het bloed afneemt. bloed wordt dunner. tevens regulatie bloeddruk, meer heropname water leidt tot groter bloedvolume. (bloedrukstijging omhoog) 

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies