Water in Nederland. par 2b

Les 3.2b  H3/T2
Log in: L.Up en LearnB.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Les 3.2b  H3/T2
Log in: L.Up en LearnB.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

05 min: Start les/ absenten 
02 min: Bespreken hoofdvraag & deelvraag & lesdoelen 
15 min: uitleg/instructie
05 min: Herhalen lesdoelen
02 min: Evaluatie
25 min: Starten opdrachten &
                Verlengde instructie
01 min: afsluiting

Planning les par 3.2 b 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je leren deze les.
Leerdoelen:
6Je kunt beschrijven wat een polder is en hoe die werkt.
7.Je kunt uitleggen wat de Zuiderzeewerken zijn en waarom ze zijn aangelegd.
8.Je kunt uitleggen wat het Deltaplan is en waarom het is uitgevoerd.
9.Je kunt uitleggen waarom rivieren in Nederland meer ruimte nodig hebben.
10.Je kent de begrippen en kunt ze toepassen.
Begrippen:
dijken, polder, zeepolder, veenpolder, droogmakerij, wielen, stroomgebied, Delta-plan.


De theorie vind je in:
Texstboek: Par 5.2  Learnbeat: Par 3.2
 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 6 - Quizvraag

dit is een goed voorbeeld van een zeepolder
A
B
C

Slide 7 - Quizvraag

Door afwatering zakt de bodem van veenpolders in, dat proces noem je
A
verklinking
B
verstening
C
inklinking
D
instening

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een droogmakerij?
A
Het gebied dat afwatert op een rivier
B
Een drooggemaakt veenmoeras, dat door het laten weglopen van water is ingeklonken
C
Een door mensen aangelegde waterkering tegen overstromingen.
D
Een drooggemaakt meer of stuk van zee

Slide 9 - Quizvraag

De Zuiderzeewerken

► Mensen dachten veilig te zijn in een polder, maar soms brak een dijk door en liep een polder onder. De grote kracht van het water dat een laaggelegen polder instroomt, zorgde voor diepe gaten in het landschap. Zo diep, dat na de overstroming de dijk om het gat heen werd gelegd. De plassen die bij zulke dijkdoorbraken zijn ontstaan, heten wielen.
● Bij een zware storm in 1916 braken de dijken van de Zuiderzee door. Grote delen van Noord-Holland, Gelderland en Utrecht kwamen onder water te staan. De regering had al langer plannen om de kustlijn van Nederland korter te maken door een dijk aan te leggen tussen Friesland en Noord-Holland. De schade van de overstroming zorgde ervoor dat de Afsluitdijk er nu ook echt kwam. Zo ontstond in 1932 het IJsselmeer: het zoute water werd zoet, omdat er alleen nog rivierwater het meer in stroomde.
● In het IJsselmeer werden grote droogmakerijen aangelegd: de Wieringermeerpolder, de Noordoostpolder en Flevoland.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het Deltaplan


► Het onderhoud van dijken kost veel geld, dat soms ook goed voor andere dingen gebruikt kan worden. Na 1945 was er bijvoorbeeld veel geld nodig voor het herstellen van steden, bruggen en wegen die door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog waren beschadigd. Bij een zware storm in 1953 werd duidelijk dat de dijken al een tijd niet goed onderhouden waren. Grote stukken van Zeeland en Zuid-Holland overstroomden, en meer dan 1.800 mensen verdronken, net als veel vee.

● Ook deze ramp zorgde ervoor dat oude plannen om de kustlijn korter te maken, werden uitgevoerd: het Deltaplan. Voor dit Deltaplan werden in Zuid-Holland en Zeeland nieuwe dammen en dijken gebouwd, waardoor de zee niet meer kon binnendringen (foto). En er werden regels opgesteld over de vorm en hoogte van alle dijken en duinen langs de Nederlandse kust.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier



► Niet alleen de zee veroorzaakt overstromingen. Ook de rivieren hebben voor veel overstromingen gezorgd. In 1993 en 1995 waren er bijna overstromingsrampen door heel veel regen in het stroomgebied van de Rijn en de Maas (foto). De regering bedacht toen een plan om Nederland veiliger te maken voor rivierwater. Er kwamen niet alleen betere dijken. Er werd ook meer ruimte gemaakt voor de rivieren. Op sommige plaatsen werden de rivieren dieper gemaakt. Op andere plekken werden de dijken verder uit elkaar gelegd, zodat er meer water tussen de dijken past. Bij Nijmegen is zelfs een tweede rivier gegraven naast de Waal.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd.
Leerdoelen:
6. Je kunt beschrijven wat een polder is en hoe die werkt.
7.Je kunt uitleggen wat de Zuiderzeewerken zijn en waarom ze zijn aangelegd.
8.Je kunt uitleggen wat het Deltaplan is en waarom het is uitgevoerd.
9.Je kunt uitleggen waarom rivieren in Nederland meer ruimte nodig hebben.
10.Je kent de begrippen en kunt ze toepassen.

Begrippen:
dijken, polder, zeepolder, veenpolder, droogmakerij, wielen, stroomgebied, Delta-plan.


De theorie vind je in:
Texstboek: Par 5.2,  Learnbeat: Par 3.2
 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat aan de slag met de opdrachten van §3.2 in Learnbeat
Huiswerk:
maken opdrachten 6, 7, 8d, 9 + herhaling.
Van herhaling: vraag 1 en 2

Slide 17 - Tekstslide