AFP Nieren & Urinewegen DA1 week 3

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Week 6
Leerjaar 1
Periode 3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Week 6
Leerjaar 1
Periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Terugblik vorige les
- Start pathologie van de nieren/urinewegen - incontinentie
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof zit NIET in de samenstelling van urine?
A
Zouten
B
Eiwitten
C
Glucose
D
Vitamines

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 'weg' van urine begint bij de nierslagader. Beschrijf de 2e stap van deze weg.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof in de urine zorgt voor de gele kleur?
A
Bilirubine
B
Urinezuur
C
Hormonen
D
Vitamines

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Start pathologie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Het begrip incontinentie verklaren
  • De kenmerken van incontinentie noemen
  • De verschillen tussen incontinentie noemen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie
  • Incontinentie= Ongewild urineverlies, minimaal 2 keer per maand 

Als er voldoende urine in de blaas zit, geeft de blaas een signaal af naar de hersenen: ‘Ik wil leeg’.
De blaasuitgang ontspant zich en de blaasspier trekt zich samen, waardoor urine uit de blaas stroomt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werkt het soms (of altijd) niet goed?
Aantal factoren:
  • Bekkenbodemspieren worden slapper met de leeftijd
  • Plasbuis van de vrouw verandert met de leeftijd (door hormonen na de overgang)
  • Blaas is sneller geprikkeld naarmate je ouder wordt
  • Bekkenbodem beschadiging (door vaginale bevallingen)
  • Hoge buikdruk (overgewicht, obstipatie of verkeerde toiletgewoontes)
  • Roken!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten incontinentie 
  1. Stress incontinentie
  2. Urge-incontinentie (urgency incontinentie)
  3. Gemengde incontinentie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stress incontinentie
  • Inspanningsincontinentie
  • Vooral bij vrouwen
  • Kleine druppels urineverlies
  • Ontstaat door drukverhoging in de buik: hoesten, niezen, springen
  • Behandeling: trainen van bekkenbodemspieren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urge-incontinentie (urgency incontinentie)
  • Aandrangincontinentie
  • Plotse aandrang, urine komt gelijk
  • Gehele blaaslediging
  • Bij mannen en vrouwen
  • Psychische oorzaak, aandoening aan blaas of zenuwstelsel
  • Prikkels: urine, cafeïne, alcohol 
  • Behandeling: blaastraining, geneesmiddel voor ontspannen van blaasspier: tolterodine of oxybutine

Slide 14 - Tekstslide

psychische oorzaak: na 1 keer incontinet te zijn geweest, is de patient bang dat het nog een keer gebeurd. De spanning zorgt voor spierspanning op de blaasspier
Gemengde incontinentie

  • Combinatie van stress en urgency incontinentie 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enuresis nocturna
  • Bedplassen
  • >6 jaar: minstens 2 keer per maand
  • Komt veel voor - 1 op de 10 jongens
  • Consult bij huisarts
  • Behandeling: kalendermethode, plaswekker, medicatie: desmopressine (remt urineproductie af) 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Leren van de LessonUp
  2. (Af)maken opdracht incontinentie
  3. Lezen: medische kennis H8.1 t/m 8.6 en 8.11
  4. Enquête niveau AFP

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Week 6
Leerjaar 1
Periode 3

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



DA1A1/DA1B1
1. Gezamenlijke start
2. Vorige les
3. Theorie pathologie







DA1A2/DA1B2
  1. Gezamenlijke start
  2. Werken aan opdracht pathologie 
Lesindeling (eerste uur)
17.00 u: gezamenlijk afronden + huiswerk

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat is urge-incontinentie?
Wat is enuresis nocturna?
Welke klachten heeft iemand met stress incontinentie?
Wat zijn behandelmogelijkheden bij incontinentie?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Benoemen welke verschillende ziektes rondom nieren/urinewegen er zijn
  • Kenmerken van de verschillende ziektes benoemen
  • Behandelmethodes van de ziektes benoemen



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cystitis/UWI
  • Blaasontsteking
  • Symptomen:
  1. Pijn onderbuik
  2. Kleine beetjes plassen, loze aandrang
  3. Branderig gevoel tijdens plassen
  4. Bloed in urine
  • Ontstaat door darmbacteriën
  • Vrouwen vaker dan mannen > kortere plasbuis
  • Gecompliceerd bij: mannen, koorts, zwangeren, kinderen <12jr, DM, ziekte aan nieren/urinewegen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pyelonefritis
  • Nierbekkenontsteking
  • Ontstaat door reflux: Urine stroomt tijdens het plassen naar buiten én naar boven, richting het nierbekken
  • UWI stijgt op naar de nieren
  • Behandeling met antibiotica thuis of in ziekenhuis 
  • Symptomen
  1. Aanhoudende pijn in zij/onderrug
  2. Koorts/koude rillingen
  3. Ziek, misselijk, braken
  • Oorzaken:
  1. UWI niet opgemerkt (geen duidelijke klachten en daardoor niet behandeld)
  2. Urolithiasis (nierstenen) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glomerulonefritis en glomerulopathie
  • Verzamelnaam voor ontsteking of aantasting van de nierschors
  • Oorzaken: DM, hypertensie, auto-imuunziekte
  • Symptomen:
  1. Bloed en/of eiwitten in de urine
  2. Hypertensie (zonder klachten)
  3. Moe, eetlust neemt af en jeuk (door ophopende afvalstoffen)
  4. Creatine en ureum in bloed te hoog 
  • Behandeling:
  1. Bloeddrukverlagers
  2. Dieet > met name eiwitten verminderen
  3. Dialyse of niertransplantatie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nefrolithiasis/Urolithiasis
  • Steenvorming in de urine = nierstenen
  • Vaak op middelbare leeftijd, vaker bij mannen
  • Zouten slaan in de urine neer - dit worden grotere stenen
  • Oorzaak onbekend
  • Symptomen:
  1. Pijn wanneer de steen loslaat of wanneer urine langs de steen gaat
  2. Pijn in aanvallen (= koliekpijn) hoog in de zij met uitstraling naar de lies > bewegingsdrang 
  • Complicatie: pyelonefritis
  • Behandeling: 
  1. Stenen worden vanzelf uitgeplast, goed blijven drinken
  2. Pijnbestrijding met NSAID's (bijv. diclofenac)
  3. Afwachten
  4. Bij complicaties of toename/terugkerende klachten: vergruizing

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niersteenvergruizer

Slide 27 - Tekstslide

patient ligt op een kussen met water, wat schokgolven opvangt. Vaak poliklinisch, doet geen pijn. 
Nierinsufficiëntie
Acute en chronische nierinsufficiëntie 
Acute:
  • Te weinig bloed naar de nier, beschadiging van nierweefsel (infectie), te weinig bloedafvoer
  • Vaak bij patiënt met onderliggende ziekten
  • Nierfunctie neemt af, patiënt plast minder en wordt moe (door ophoping afvalstoffen)
  • Kalium stijgt > slecht voor hart > meer dan helft overlijdt
Chronische:
  • Oorzaak: DM, hypertensie, pyelitis of auto-immuunziekte
  • Geeft pas klachten als nierfunctie heel laag is: 's nachts plassen, urineproductie neemt af, vermoeid, eetlust minder, geheugen en concentratieproblemen
  • Afvalstoffen hopen op in het bloed (-> zorgt voor vermoeidheid)
  • Nieren zijn kleiner, bloeddruk wordt hoger, grote kans op bloedingen
  • Dieet! Zout en eiwitbeperking
  • Dialyse of niertransplantatie = levensreddend

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialyse
  • Afvalstoffen en vocht verwijderen uit het lichaam
  • Hemodialyse: bloed uit het lichaam in een apparaat gepompt, 3 keer per week
  • Peritoneale dialyse: dialysevloeistof via kunstmatige opening in buik. Afvalstoffen komen ook in buikholte, die mengen zich met de vloeistof. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierkanker
  • Relatief zeldzaam
  • Oorzaak onbekend, komt vaker voor bij mannen en rokers
  • Vage klachten, vaak per toeval ontdekt 
  • Bloed in urine, pijn in flank en plaatselijke zwelling
  • CT-scan/Echo
  • Behandeling: Nier, bijnier en lymfeklieren verwijderd 
  • Bij uitzaaiingen een slechte prognose

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaaskanker
  • Risicofactoren: mannen, hogere leeftijd, erfelijke aanleg, roken
  • Bloed in urine, pijn bij plassen, hoge mictiefrequentie en loze aandrang
  • Cystoscopie en biopt
  • Behandeling: operatie, bestraling of chemotherapie
  • Gemiddeld slechte prognose 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urethritis
  • Infectie van de plasbuis
  • Mannen: afscheiding, vrouwen: vaak geen klachten
  • SOA: chlamydia / gonorroe
  • Behandeling met antibiotica
  • Vrouwen: complicatie = opstijgen van infectie naar vagina/bekken > vruchtbaarheid neemt af

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • Expertcollege
  • Opdrachten nieren & urinewegen
  1. Opdracht urine incontinentie
  2. Opdracht pathologie
  3. Opdracht herhaling anatomie nieren & urinewegen
  • Vragen/moeilijkheden?  

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 1 en 2 verplicht
Opdracht 3 (herhaling) voor studenten die het nog lastig vinden of extra oefening willen. 
Huiswerk
Volgende week: vervolg pathologie & herhaling/oefenen
  1. Leren van de LessonUp(s)
  2. Lezen: medische kennis H8.6.1, 8.6.2 en 8.11
  3. (Af)maken opdrachten deze week > pathologie opdracht inleveren
  4. Bedenk leervragen!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies