D - H 6 - Deel 1

Maar eerst!

Wat weet je al?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Maar eerst!

Wat weet je al?

Slide 1 - Tekstslide

Thuis gebruik je verschillende elektrische apparaten.

Wat is géén elektrisch apparaat?
A
De televisie
B
De verlichting
C
De radio
D
De verwarming

Slide 2 - Quizvraag

Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen.

Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
Bliksem
B
Donder
C
Licht van de zon
D
Warmte van de zon

Slide 3 - Quizvraag

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten.

Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft een plus pool
B
Een batterij heeft een min pool
C
Een batterij heeft een plus en een min pool

Slide 4 - Quizvraag

Stroomdraden worden vaak van koper gemaakt.

Waarom worden stroomdraden van koper gemaakt?
A
Koper kan je moeilijk buigen
B
Koper laat stroom makkelijk door
C
Koper laat stroom moeilijk door

Slide 5 - Quizvraag

Om stroomdraden zit een plastic isolatielaag.

Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat de draden warm worden
B
Om je te beschermen tegen een schok
C
Plastic laat stroom makkelijk door

Slide 6 - Quizvraag

Reken om
300 mA = ___________ A

Slide 7 - Open vraag

Reken om
0,05 A = ___________ mA

Slide 8 - Open vraag

Een spanningsbron levert elektrische spanning. Iedere bron levert een andere spanning.
Het stopcontact levert een spanning van __________ volt.
De accu van een vrachtauto levert een spanning van _____________ volt.
Een batterij levert een spanning van ___________ volt.
1,5
240
24

Slide 9 - Sleepvraag

De LED-lamp op je fiets heeft maar één batterij nodig om fatsoenlijk te kunnen branden.
Wat gebeurt als je dit LED-lampje aansluit op de accu van een auto?
A
Het lampje brandt door
B
Het lampje brandt zoals altijd
C
Het lampje brandt feller
D
Het lampje brandt zwak

Slide 10 - Quizvraag

Je hebt de keuze uit een lamp van 5 watt en een van 15 watt.

Welke uitspraak is waar?
A
De lamp van 5 watt verbruikt minder energie
B
De lamp van 15 watt verbruikt minder energie

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt de keuze uit een lamp van 5 watt en een van 15 watt. Op beiden staat evenveel spanning.

Welke uitspraak is waar?
A
De lamp van 5 watt geeft meer licht
B
De lamp van 15 watt geeft meer licht

Slide 12 - Quizvraag

In je smartphone zit een batterij. Na enige tijd moet je die weer opladen.

Wanneer raakt je batterij het snelste leeg?
A
Als je muziek luistert
B
Als je chat met vrienden
C
Tijdens TikTok
D
Als je de zaklamp aan hebt staan

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Deel 1: Een stroomkring maken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Elektriciteit moet altijd helemaal rond kunnen  stromen door een stroomkring

Als je een stroomkring onderbreekt, dan kan de elektriciteit niet meer stromen!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een schakelaar kan een stroomkring makkelijk openen en sluiten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide