DID LE6 Les 5 (herhaling 7)

DID LE6 herhaling Didactische werkvormen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DID LE6 herhaling Didactische werkvormen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn didactische werkvormen ?
Het zijn gedragswijzen van de lesgever, gericht op het tot stand brengen van leerervaringen, met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen
De activiteit van de lesgever roept uiteraard een bepaalde reactie op bij deelnemers!
Activiteiten lesgever:

- informatie geven
- opdrachten geven
- uitleggen
- voorbeeld geven
Activiteiten deelnemers:

- antwoord geven
- luisteren
- nadoen
- oefenen
Voorbeelden

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn didactische werkvormen ?
Het zijn manieren om het leren in de zaal (veld, zwembad...) zo te organiseren, dat deelnemers zoveel mogelijk leren
Manieren verwijst o.a. naar de opdracht, de materialen en hoe deelnemers georganiseerd worden.
Activiteiten lesgever:

Hoe wordt de opdracht geformuleerd?

Welke materialen en hoe gebruik jij ze?

Hoe organiseer jij de deelnemers?

Activiteiten deelnemers:

... hoe  deelnemers  reageren?

... welk beweeggedrag jij hen wilt laten leren?

... welke intensiteit past: veel beurten in kleine groepjes of 
minder beurten in grotere groepen?
Kun jij voorspellen?
Omschrijving 2

Slide 3 - Tekstslide

Indeling didactische werkvormen ?
Hoe organiseer je het ?
Hoe bied je het aan ?
Welke ruimte geef je ?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is / zijn voorbeelden van acties van de lesgever / trainer ?
A
Nadoen
B
Oefenen
C
Voorbeeld geven
D
Opzoeken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is / zijn voorbeelden van acties van de deelnemers ?
A
Uitleggen
B
Informatie geven
C
Voorbeeld geven
D
Nadoen

Slide 6 - Quizvraag

Onderstaand allemaal voorbeelden van acties van de deelnemers.
Welke hoort er niet bij?
A
Antwoord geven
B
Oefenen
C
Voorbeeld geven
D
Nadoen

Slide 7 - Quizvraag

Didactische werkvormen kun je indelen op drie manieren. Waar valt het uitgangspunt het geven van opdrachten onder?
A
Organisatorisch
B
Wijze van aanbieden
C
Ruimte die de lesgever biedt
D
Open werkvorm

Slide 8 - Quizvraag

We delen de didactische werkvormen in op onderstaande drie gebieden. Wat hoort waar?
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die de lesgever biedt
Vrij werken
Open werkvorm
Opdracht vorm
Vraagvorm
Werken in groepen
Spelvorm
Gesloten vormen
Klassikaal werken

Slide 9 - Sleepvraag

Waaronder valt:

Uitleg geven aan een groep studenten ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden

Slide 10 - Quizvraag

Waaronder valt:

Vragen stellen n.a.v de uitleg ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden

Slide 11 - Quizvraag

Waaronder valt:

Gesloten of open lessituatie ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden

Slide 12 - Quizvraag

Welke didactische werkvorm kies je als je zo snel mogelijk een bepaalde techniek wilt aanleren?
A
Open werkvorm
B
Gesloten werkvorm
C
Organisatorisch
D
Wijze van aanbieden

Slide 13 - Quizvraag

Welke didactische werkvorm kies je als je een cognitief of sociaal affectief doel stelt?
A
Open werkvorm
B
Gesloten werkvorm
C
Organisatorisch
D
Wijze van aanbieden

Slide 14 - Quizvraag

Stelling 1 Bij een risicovolle bewegingsvorm kun je het beste een open werkvorm kiezen.
Stelling 2 Gesloten werkvormen zijn gericht op het zo snel mogelijk behalen van resultaat.
Welke stellingen met betrekking tot open en gesloten werkvormen zijn juist?
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

"Stap met je rechtervoet op de balk, loop naar de overkant en spring er met een streksprong af".

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande formulering?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Manuele instructie

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

"Kom op een of andere manier op de balk, ga naar de overkant en doe een afsprong".

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande formulering?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Manuele instructie

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

Bij de uitleg van een tikspel het beeld schetsen van politieagenten die boeven vangen,

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande uitleg?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Auditieve instructie

Slide 18 - Quizvraag

Welke didactische werkvorm hoort niet in het rijtje thuis?
A
Klassikaal werken
B
Opdrachtvorm
C
Instructievorm
D
Vraaggesprek

Slide 19 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

Welke wijze van aanbieden laat bijgaan foto zien?


A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Auditieve instructie

Slide 20 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

Welke opdracht geeft het meeste leereffect?
A
Ga maar lekker zwaaien
B
Ga zwaaien en probeer zwaai te vermeerderen

Slide 21 - Quizvraag

De lesgever geeft de volgende aanwijzing: 'Jurgen, de volgende keer nog meer je kin op de borst
houden.'

Van welke didactische werkvorm is dit een voorbeeld?
A
Vraagvorm
B
Feed forward
C
Spelvorm
D
Feedback

Slide 22 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

Wanneer is een deelnemer cognitief betrokken op het leerproces ?
A
Als de instructie nauwkeurig uitgevoerd wordt
B
Als de opdracht begrepen wordt
C
Als er wordt geantwoord op een vraag van de lesgever
D
Als er wordt geluisterd naar de vragen van de lesgever

Slide 23 - Quizvraag

Wijze van aanbieden
Stelling:

Tactiele instructie past bij zelfontdekkend leren...
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Stelling 1: Didactische werkvormen zijn manieren om leren zo te organiseren dat deelnemers zoveel mogelijk leren.

Stelling 2: Didactische werkvormen zijn activiteiten uitgevoerd door de deelnemers.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
Beide stellingen zijn juist

Slide 25 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

De groep gaat de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: kort aanloopje, omhoog afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent laat vervolgens een voorbeeldje zien.

Welke didactische werkvormen worden bij deze uitleg gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en instructievorm
B
Instructievorm en coachvorm
C
Spelvorm en vraagvorm
D
Instructievorm en zelfontdekkend leren

Slide 26 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

De groep is de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: kort aanloopje, omhoog afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent legt de oefening stil en vraagt aan Raf: op welke manieren kun je omhoog afzetten?

Welke didactische werkvormen worden hierbij gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en feed forward
B
Instructievorm en feedback
C
Coachvorm, vraagvorm en feed forward
D
Coachvorm, vraagvorm en feedback

Slide 27 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

De groep is de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: kort aanloopje, met twee voeten afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent legt de oefening stil en vraagt aan Raf: hoe moest je nou afzetten?

Welke didactische werkvormen worden hierbij gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en feed forward
B
Instructievorm en feedback
C
Coachvorm, vraagvorm en feed forward
D
Coachvorm, vraagvorm en feedback

Slide 28 - Quizvraag

De leskaart (of ook wel opdrachtenkaart)
is een ?
A
Didactisch hulpmiddel
B
Beginsituatie
C
Didactische werkvorm
D
Doelstelling

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide