seksualiteit

Seksualiteit
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Seksualiteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We gaan het thema seksualiteit behandelen.
Hierbij gaan we regelmatig quizvragen beantwoorden.
Na de quizvraag komt een stukje uitleg of gaan we kort in gesprek over het onderwerp van de vragen.

Uiteindelijk kijken we ook naar genderexpressie/identiteit en LHBTI+

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waarom doen mensen aan seks?

Slide 4 - Woordweb

Groepvraag:
Is er een verschil tussen iemand leuk vinden of van iemand houden?

Hoe weet je het verschil voor jezelf?

Slide 5 - Tekstslide

Seksualiteit
Kan verschillende rollen vervullen:
- speciale relatie onderhouden
- lustbeleving
- voortplanting

Slide 6 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd hebben jongeren gemiddeld ervaring met geslachtsgemeenschap?
A
16,8
B
17,1
C
17,8
D
18,1

Slide 7 - Quizvraag

Voor hoeveel procent van de jongeren komt de eerste keer seks onverwachts?
A
meisjes 31 % Jongens 38 %
B
meisjes 15% Jongens 7%
C
Meisjes 42% jongens 17%
D
Meisjes 21% Jongens 22%

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel procent van de jongeren heeft spijt van 'de eerste keer'?
A
meisjes 12% jongens 4%
B
meisjes 19% jongens 12%
C
Meisjes 5% jongens 9%
D
meisjes 29% jongens 16%

Slide 9 - Quizvraag

Groepvraag:
Wat vinden jullie zelf een goede leeftijd om te beginnen met seks?

Wanneer ben je "er klaar voor"?


Slide 10 - Tekstslide

Groepvraag
               Wanneer is seks veilig?


Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel % van alle jongeren (12-25 jaar) heeft afgelopen jaar wel eens een pornosite bekeken?
A
meisjes 15% jongens 80%
B
meisjes 45% jongens 50%
C
meisjes 21% jongens 73%
D
meisjes 30% jongens 99,9%

Slide 12 - Quizvraag

Porno
Van de jongeren die wel eens een pornowebsite bezoeken (of bezocht hebben) gaf 33% van de jongens en 14% van de meisjes aan dit leerzaam te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe groot is de penis van Nederlandse volwassen mannen gemiddeld als hij stijf is?
A
zo groot als een augurk (6 tot 10 centimeter)
B
zo groot als een snack komkommer (10 tot 16 centimeter)
C
zo groot als een courgette (15 tot 20 cm)
D
zo groot als een komkommer (20 tot 25 cm)

Slide 14 - Quizvraag

Groepvraag
Wat vinden jullie van het bestaan van porno?

Is het goed/slecht?

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel weet jij van seks?
Hoe lang duurt het gemiddeld voordat een man klaarkomt tijdens de seks?
A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
20 minuten

Slide 16 - Quizvraag

Wat maakt een man een goede minnaar?
A
als hij een grote penis heeft
B
als hij aan het meisje vraagt wat ze lekker vindt en hier rekening mee houdt
C
als hij heel lang achter elkaar door kan gaan
D
als hij veel verschillende standjes kent

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel vrouwen vinden het fijn als een man klaarkomt in hun gezicht?
A
0%
B
5%
C
15%
D
30%

Slide 18 - Quizvraag

Groepvraag
Wat maakt een relatie een goede relatie?
Wat zijn eigenschappen van een goede partner?

Slide 19 - Tekstslide

Groepvraag
Wat betekent “jezelf zijn” eigenlijk, en waarom is dat soms moeilijk?

Slide 20 - Tekstslide

Groepvraag
Wat is het verschil tussen geslacht en gender?

Slide 21 - Tekstslide

Geslacht
Biologisch gezien ben je een jongen, een meisje of interseks bij je geboorte, gebaseerd op je geslachtsorganen en DNA.

Slide 22 - Tekstslide

Groepvraag
Wat is volgens jou het verschil tussen gender en geslacht?

Slide 23 - Tekstslide

Gender
De optelsom van je geslacht, je identiteit (wie je bent, hoe je je voelt), je geaardheid en je genderexpressie (hoe je je uit naar de buitenwereld door bijvoorbeeld kleding en gedrag).

Slide 24 - Tekstslide

Cisgender / Genderdysforie
Bij de meeste mensen komt de genderidentiteit (je gevoel) overeen met het geslacht (je lichamelijke kenmerken). Dit noem je cisgender

Bij sommige mensen komt dit gevoel niet of niet helemaal overeen met het geslacht. Dat noem je genderdysforie.  

Slide 25 - Tekstslide

Trans of non-binair
Bij een transgender persoon komt het geboortegeslacht niet overeen met het gevoel. Sommige transgender personen kiezen voor geslachtsaanpassende operaties.

Mensen die zich niet compleet herkennen in de eigenschappen en gedragingen die passen bij één bepaald geslacht, noem je non-binair

Slide 26 - Tekstslide

Groepvraag
Hoe weet je of je hetero of homo of een andere seksuele geaardheid hebt?

Slide 27 - Tekstslide

Groepvraag
Wat is het verschil tussen homo- en bi zijn?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Geaardheid
Je geaardheid zegt iets over op wie je verliefd wordt. De meeste mensen voelen zich seksueel aangetrokken tot personen van het andere geslacht. Deze mensen zijn heteroseksueel

Ongeveer een op de vijftien mensen is homoseksueel (homo = gelijk) of biseksueel (bi = twee). Er zijn ook mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen. Zij zijn aseksueel. Voor sommigen maakt het geslacht of gender van de ander niets uit. Dit noem je panseksueel.

Slide 30 - Tekstslide

Groepvraag
LHBTIQ+ (of LHBTIQAP)

Wat betekenen deze letters?

Slide 31 - Tekstslide

Groepvraag


Wat is het verschil tussen nieuwsgierig zijn en iemand ongemakkelijk maken?

Slide 32 - Tekstslide

Groepvraag


Hebben jullie een vraag of stelling die je binnen de groep zou willen bespreken?

Slide 33 - Tekstslide

 Stellingen voor discussie of groepsopdrachten
“Iedereen zou zichzelf moeten kunnen zijn, ook op school.”
“Je seksuele voorkeur is iets waarmee je geboren wordt.”
“Het maakt niet uit welk geslacht iemand heeft, als je verliefd bent, ben je verliefd.”
“Op social media lijkt het soms alsof je móet labelen wat je bent.”
“LGBTI-mensen hebben het in Nederland makkelijk genoeg.” 

Slide 34 - Tekstslide

Groepsvraag
Is het oké om vragen te stellen over iemands gender of lichaam? Waarom wel of niet?

Slide 35 - Tekstslide

LHBT…IQAP+
Lesbisch
Homoseksueel
Bi-seksueel
Transgender
Intersekse conditie (mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken)
Queer (brede seksualiteit/genderidentiteit)
Aseksueel
Panseksueel




Slide 36 - Tekstslide

LHBTQ+
De L staat hierin voor:
A
lesbienne
B
levenswijze
C
liefde
D
lesbo

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent Queer (de q in LHBTQ+)?
A
Iemand die zich gay gedraagt
B
Iemand die niet in een hokje geplaatst wil worden
C
Een man die graag vrouwenkleding draagt.
D
Iemand die zich niet thuis voelt in het geboren lichaam

Slide 38 - Quizvraag

Een combinatie van je geslacht, je genderidentiteit, je genderexpressie- en rol en je seksuele voorkeur is
A
homoseksualiteit
B
LHBTQ+
C
uitleg van de regenboogvlag
D
Je seksuele identiteit

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

Ken jij één of meerdere LHBTI-ers?
A
Ja, ik ken er één
B
Ja, ik ken er meerdere
C
Nee
D
Ik heb hier nog nooit met iemand over gepraat

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide