Herhalen hst. 10 MEMO

Herhalen hst. 10
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhalen hst. 10

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen hst. 10.1
 6 meerkeuzevragen
3 open vragen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het fascisme?
A
Extreemrechtse politiek ontstaan in Italië
B
Extreem linkse politiek ontstaan in Italië
C
Extreem socialistische politiek ontstaan in Italië
D
Andere naam voor het communisme in Italië

Slide 3 - Quizvraag

Wie zie je op deze foto?
A
Mussolini
B
Goebbels
C
Hitler
D
Lenin

Slide 4 - Quizvraag

De naam van Hitlers partij is..
A
Duitse Arbeiders Partij
B
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
C
Communistische Partij
D
Nationaal Socialistische Beweging

Slide 5 - Quizvraag

Het nationaalsocialisme heeft aan het fascisme toegevoegd
A
anti kapitalisme
B
lebensraum
C
antisemitisme en rassenleer
D
anti democratie

Slide 6 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Mussolini de minister president van Rusland
B
Stalin partijleider van de communisten
C
Goebbels minister van propaganda
D
Hitler tijdens de Eerste Wereldoorlog

Slide 7 - Quizvraag

Aanpassing aan het totalitaire regime
in Duitsland noemen we...
A
Collaboratie
B
Collectivisatie
C
Gelijkschakeling
D
Censuur

Slide 8 - Quizvraag

Openvragen
Kopie

Slide 9 - Tekstslide

Herhalen hst. 10.2, 10.3 en 10.4  
18  meerkeuzevragen
 5 open vragen

Slide 10 - Tekstslide

Met deze gebeurtenis begon WO II
A
Hitler annexeert Oostenrijk
B
Hitler neemt een deel van Tsjechië in
C
Hitler valt Polen binnen
D
Hitler valt Engeland aan

Slide 11 - Quizvraag

Wat wilde Hitler niet bereiken met de tweede wereldoorlog?
A
Alle joden en zigeuners dood
B
Uitroeiing van alle burgers
C
Werkgelegenheid creëren
D
Een Duits rijk met een zuiver Duitse bevolking

Slide 12 - Quizvraag

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 13 - Quizvraag


A
Deze persoon heet Churchill en hoort bij Groot-Brittannië
B
Deze persoon heet Churchill en hoort bij de Verenigde Staten
C
Deze persoon heet Roosevelt en hoort bij de Verenigde Staten
D
Deze persoon heet Roosevelt en hoort bij de Verenigde Staten

Slide 14 - Quizvraag

Welk keerpunt in de oorlog is te zien op de kaart
A
Operatie Barbarossa
B
Battle of Britain
C
D-Day
D
Operatie Market Garden

Slide 15 - Quizvraag


Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen

Slide 16 - Quizvraag

Waar vielen de geallieerden Europa binnen in 6 juni 1944?
A
Normandië, Frankrijk
B
Scheveningen, Nederland
C
Sicilië, Italië
D
Berlijn, Duitsland

Slide 17 - Quizvraag

Door welke gebeurtenis eindigde WO II?
A
De atoombom op Nagasaki
B
De atoombom op Hiroshima
C
De atoombom op Tokio
D
De atoombom op Kyoto

Slide 18 - Quizvraag

Op 20 januari 1942 werd door de Nazi's in de plaats Wannsee besloten tot
A
Het vermoorden van Joden
B
Verhuizing van Joden naar Madagaskar
C
Vernietigingskampen in Oost-Europa
D
Vernietigingskampen in heel Europa

Slide 19 - Quizvraag


Het verhaal van Anne Frank past bij Duitse bezetting en de Jodenvervolging, want:
A
haar vader gaf in 1947 haar dagboek uit onder de titel Het Achterhuis.
B
ze kwam in 1933 met haar ouders en haar zus naar Nederland.
C
ze stierf in maart 1945 aan een ziekte in een concentratiekamp.
D
ze was met haar familie uit Duitsland gevlucht omdat ze joden waren.

Slide 20 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
Nationalisme
B
Holocaust
C
Propaganda
D
Antisemitisme

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
Holocaust
B
Razzia
C
Antisemitisme
D
Shoah

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting NSB?
A
Nationaalsocialistische Beweging
B
Nationaalsocialistische Bond
C
Nationaalsocialistischebedrijf
D
Nederlandse Socialistische Beweging

Slide 23 - Quizvraag

Wat hoort niet bij verzet plegen tegen de Duitsers?
A
Vervalsing persoonsbewijzen
B
Hulp aan onderduikers
C
Onderduikers verraden
D
Plegen van aanslagen

Slide 24 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het begrip collaboratie?
A
Samenwerken met de Duitsers
B
Lid worden van de NSB
C
Onderduikers verraden
D
Verzet tegen de Duitsers

Slide 25 - Quizvraag

Welke jaartallen horen bij de hongerwinter?
A
november 1944-april 1945
B
juli 1944-december 1944
C
januari 1945-december 1945
D
november 1944-januari 1945

Slide 26 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste doel van Soekarno?
A
Hij wilde de armoede van de Indonesische bevolking aanpakken.
B
Hij wilde dat de Koningin ook na de onafhankelijkheid Koningin overIndonesië bleef.
C
Hij wilde dat Nederlands-Indië onafhankelijk werd.
D
Hij wilde samenwerking tussen de PNI en Nederland.

Slide 27 - Quizvraag

Een stelling: het nationalisme van Soekarno en Hatta was een onbedoeld gevolg van de Nederlandse politiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Openvragen
Kopie

Slide 29 - Tekstslide