Bouwplaatsinrichting II

Bouwplaatsinrichting II
Logistiek van de bouwplaats
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bouwplaatsinrichting II
Logistiek van de bouwplaats

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de student:
- verschillende voorzieningen benoemen die het scheiden van bouwafval mogelijk maken;
- verschillende benodigdheden en materiaal en materieelinzet op de bouwplaats benoemen;
- verschillende installaties op de bouwplaats benoemen;
- een schetsopzet maken van een gedeelte van de bouwplaatsinrichting rekening houdend met routing, fasen van het bouwproces, beschikbare ruimte en de omgeving.

Slide 2 - Tekstslide

Gescheiden afval
Aandachtspunten:
  • Zet de container voor ongesorteerd afval achteraan, zodat medewerkers niet in de verleiding komen om al het afval in de eerste de beste container te gooien; 
  • Zet de containers, indien mogelijk, langs de looproute naar de keet. Zo kan het afval worden gescheiden zonder teveel extra loopwerk voor de medewerkers;
  • Gebruik gesloten containers of stel ze niet te dicht bij de afrastering op, zodat afvaltoerisme geen kans krijgt;
  • Geef met duidelijke borden aan welke soort afval in de container moet, bijvoorbeeld “puin”, “hout” en “rest”. Zorg dat de borden altijd goed zichtbaar zijn;
  • Overweeg om per verdieping of wooneenheid ‘big bags’ neer te zetten.


Slide 3 - Tekstslide

Gescheiden afval
Vanuit de regeling Bouwbesluit 2012 in hoofdstuk 4 worden eisen gesteld over het scheiden van bouw- en sloopafval. Een aannemer is dus verplicht om afval te scheiden om o.a. de milieubelasting te beperken! 

Bouwafval is iets dat voor de klant geen waarde heeft en waarvoor de klant niet wil betalen. Een echte lean-gedachte is om alles dat niet direct klantwaarde heeft, te elimineren. Streven naar een afvalvrije bouwplaats.

Slide 4 - Tekstslide

Verticaal transport op de bouwplaats
Op de bouwplaats vindt er op verschillende manieren verticaal transport plaats, namelijk:
- Kraan
- Lift
Op de volgende sheets zijn koppelingen opgenomen naar meer informatie over verticaal transport.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Steiger
Een steiger kan één specifieke of meerdere gecombineerde functies hebben, bijvoorbeeld de functie van werk-materiaalsteiger én de functie van ondersteuning van constructies. Er zijn ook allerlei onderdelen die het werk op de steiger veiliger en gezonder moeten maken, zoals netten bij hoogbouw, of schermen tegen zon, regen en wind. Belangrijk bij het gebruik van steigers zijn Arbo en veiligheid. Deze gelden voor het werk op steigers en voor de opbouw ervan.

Slide 8 - Tekstslide

Voorschriften stalen steiger
Arbo voorschriften
Volandis, toolbox en A- blad (zie link volgende sheet)

Onderlinge afstemming
Het steigermontagebedrijf moeten altijd afstemmen met de liftmontagebedrijf, want zij plaatsen een lift meestal pas als de steiger er al staat. Dit betekent dat de plaats van de lift al bekend moet zijn als de steiger wordt opgebouwd, omdat de voorzieningen (zoals stopplaatsen) moet zijn aangebracht als de lift geplaatst wordt.

Ook na het demonteren van de lift is er weer afstemming nodig. Denk dan aan het onmiddellijk herstellen van de leuningonderbrekingen bij de stopplaatsen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Installaties op de bouwplaats
Om de bouwplaats als tijdelijk productiebedrijf te kunnen gebruiken, moet de bouwplaats voorzien worden van technische installaties. 

Deze zijn teverdelen in de volgende groepen: 
  • elektrische installatie; 
  • telecom en data;
  • beveiliging en bewaking;
  • waterinstallatie;
  • sanitaire installatie.

Slide 13 - Tekstslide

Elektrische installatie
Bij de bouw van een of enkele woningen wordt voor de bouwplaatselektra gebruikgemaakt van de toekomstige elektra-aansluiting voor de woning zelf. Bij de start van de bouw wordt bij het energiebedrijf al een woonhuisaansluiting aangevraagd.
Het bouwbedrijf plaatst zelf een bouwmeterkast. Het energiebedrijf meet op hoe lang de kabel voor de woonhuisaansluiting moet zijn en sluit met deze kabel de bouwmeterkast aan op het elektriciteitsnet waarbij de resterende kabel nabij de bouwkast in de grond wordt opgerold.



Slide 14 - Tekstslide

Elektrische installatie
In de bouwkeet is het wel gewenst om buiten werktijd spanning te houden, voor de elektrische kachel en voor de verlichting en beveiliging. Voor de speciemolen, de cirkelzaag, de bouwlift en de metselmortelsilo is een krachtaansluiting van 380 V nodig. 

Slide 15 - Tekstslide

Waterinstallatie
In de bouwkeet is een wateraansluiting nodig voor de toiletten en voor de pantry. Op de bouwplaats is bouwwater nodig voor het maken van mortels en andere materialen.

Vanaf de voedingsleiding van het waterleidingbedrijf wordt een aansluiting naar de bouwplaats gemaakt waar een watermeterput moet komen.
1.  Hoofdkraan: sluit hele bouwleidingnet af;
2. Watermeter: meet verbruik;
3. Aftapkraan: om bij vorst waterleidingen leeg te laten lopen.


Bij woningbouw is per 10 woningen een tappunt middenvoor het woningblok nodig.

Slide 16 - Tekstslide

Beveiliging en verlichting
Buiten werktijd is de bouwplaats elektronisch te bewaken en te beveiligen. In de bouwkeet, in het gebouw en op het bouwterrein worden detectoren geplaatst met verschillende signaleringsmogelijkheden. Bij inbraak of storingen wordt automatisch de meldkamer van een beveiligingsbedrijf gebeld, dat daarna op onderzoek uitgaat.

Slide 17 - Tekstslide

Beveiliging
Een standaardbeveiligingssysteem voor de bouwplaats
bestaat uit: 
• twee brandmelders;
• drie detectoren;
• buiten- en binnensirene;
• flitslicht;
• code bedieningspaneel;
• beveiligingscentrale;
• automatische telefoonkiezer;
• loopverlichting automatisch schakelend;
• sleutelkluis voor honderd sleutels.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide