5.6: De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders DEEL 1

Hoofdstuk 5: Fabrikanten en arbeiders

5.6: De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders 

Pak je laptop en gaan naar LessonUp!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Fabrikanten en arbeiders

5.6: De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders 

Pak je laptop en gaan naar LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Waarom blijven mensen in de fabrieken werken ondanks de slechte omstandigheden?
A
Ze worden vanuit het geloof gedwongen
B
Ze hebben het inkomen nodig om te leven
C
Ze gaan zich anders vervelen
D
Ze kunnen niet meer op het platteland werken

Slide 2 - Quizvraag

Geef 3 voorbeelden van de slechte werkomstandigheden van fabrieksarbeiders.

Slide 3 - Open vraag

Geef 3 voorbeelden van de slechte leefomstandigheden van fabrieksarbeiders.

Slide 4 - Open vraag

Wat waren de belangrijkste doelen van de Verlichting?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de drie kenmerkende woorden van de Franse Revolutie?
A
Vrijheid, gelijkheid, geloof
B
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
C
Broederschap, gelijkheid, rijkheid
D
Gelijkheid, broederschap, geloof

Slide 6 - Quizvraag

5.6: De machtsstrijd tussen fabrikanten en arbeiders
In de loop van de 19e eeuw maken steeds meer burgers zich druk om de ellende van de arbeiders. Dit wordt de sociale kwestie genoemd. De liberalen zijn van mening dat er niet moet worden ingegrepen en dat er zoveel mogelijk ‘vrijheid’ moet zijn. Karl Marx ontwikkelt de theorie van het communisme, waarbij een klassenstrijd ervoor zou moeten zorgen dat de arbeiders aan de macht komen in een klasseloze samenleving. 

Slide 7 - Tekstslide

Ieder voor zich en God voor ons allen
  • Verlichting -> verstand gebruiken, vrijheid en gelijkheid
  • Franse Revolutie -> broederschap (solidariteit), afschaf standenmaatschappij
  • In industriesteden weinig te merken -> overleven!
  •  Overschot arbeidskrachten -> het werk accepteren óf geen werk

Slide 8 - Tekstslide

Sociale kwestie
  • Burgers maken zich zorgen over arbeiders
  • Artsen, geestelijken, schrijvers, journalisten zagen ellende in steden en fabrieken
  • Zochten publiciteit -> maatschappelijke discussie verschil arm en rijk (sociale kwestie)
  • Belangrijkste politieke thema 2e helft 19e eeuw

Slide 9 - Tekstslide

Het liberalisme
  • Grondlegger = John Locke
  • Adam Smith -> mens overleeft door op eigen belangen te letten
  • Schrijft over kapitalisme -> hoofddoel zoveel mogelijk winst maken, werking vraag & aanbod
  • Zoveel mogelijk vrijheid van de overheid het best
  • Staat moet burger zijn gang laten gaan
  • Ontstaan politieke stroming liberalisme
  • Weinig input in Sociale kwestie...


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoezo was er in de industriesteden weinig te merken van de idealen 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'?

Slide 12 - Open vraag

Waar gaat de maatschappelijke discussie 'de Sociale kwestie' over?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het belangrijkste uitgangspunt van het liberalisme?
A
Gelijkheid
B
Solidariteit
C
Vrijheid
D
Religie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste uitgangspunt van het liberalisme?
A
Gelijkheid
B
Solidariteit
C
Vrijheid
D
Religie

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Opdrachten + leerdoelen reader 5.6
  • Werkboek of laptop

Slide 16 - Tekstslide