H2 - Periode 3 - H5 Clase 2 - KHE

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Qué bonito Clase 2

El programa 

Tres minutos: Introducción

Dos minutos: ¿Qué día es hoy? ¿Y qué mes?

Diez minutos: Vocabulario 5.1 y 5.2

Quince minutos: Ser, estar y hay

Diez minutos: Bespreken toets unidad 4

Diez minutos: Evaluar + los deberes

Leerdoelen van dit hoofdstuk :

- je leert praten, luisteren, lezen en schrijven over winkelen, kleding, mode, cadeaus, verjaardagen

- je leert vertellen/vragen wanneer iets is, voor wie iets is en waar iets is

- je leert het verschil in gebruik van 'hay', 'ser' en 'estar' 

- je leert de getallen t/m een miljoen

- je leert de aanwijzend voornaamwoorden

- je leert de dagen, maanden en jaren

- je leert/ herhaalt de vraagwoorden

- je leert/ herhaalt de uitspraak van de v, j, g

- je herhaalt de regelmatige ww en de onregelmatige ww

- je herhaalt de kleuren en andere bijvoeglijk naamwoorden 

¿Que día es hoy?

¿Qué mes es el cumpleaños de Jackie? 

Ser, estar, hay

- Open je schrift en pak een pen. 

- De komende stof is enorm belangrijk want dit kan een groot verschil maken in de betekenis van een zin

- Kijk eerst de video. 

- Beantwoord dan de vraag: 'Wat is er zo belangrijk aan het juist gebruiken van ser of estar?

- Schrijf mee met de uitleg.

ser despierto o estar despierto

(ser - estar - hay)

Qatar ... en Asia.

1. ser
2. estar
3. hay

¿SER / ESTAR / HAY?
En el centro .... muchos retaurantes.

1. son
2. hay
3. están

Gramática: ser/estar/hay:

Mi escuela ......... grande.

1. es
2. está
3. hay

Manos a la obra

1) Maak opdracht 12abc (voca) op P. 24

2) Maak opdracht 13c in je (voca) op P. 24

Eerder klaar?

Oefen de werkwoorden: estar, ser, llamarse, tener, escribir, hablar & comer in de presente op verbuga.eu

Comprobar el exámen de unidad 4

1) Ga in groepjes van 4 zitten en deel één nakijkblad met elkaar. 

2) Kijk gezamenlijk de toetsen na. 

3) Klaar? Ga naar de Lessonup en voer de code in die op het bord geschreven staat. 

4) Beantwoord de vragen: 

                                    - Wat ging goed?

                                    - Wat kan ik verbeteren? 

                                    - Wat heb ik daarvoor nodig? 

                                    - Wat kan jij hieraan doen? 

5) houd de Lessonup open staan, er komt op de dia erna nog een vraag.

1) Wat ging goed?
2) Wat kan ik verbeteren?
3) Wat heb ik daarvoor nodig?
4) Wat kan jij hieraan doen?

Wat voor realistisch cijfer wil jij gaan halen bij de toets van hoofdstuk 5?

010

Los deberes

Estudiar:

• voca 5.1 en 5.2

• Ser, estar y hay

• Aanwijzende voornaamwoorden

 

Hacer:

• Ej. 12abc P. 24 in voca 

• 13c P. 24 in voca