U2 - grammaire bezittelijk vnw
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
maak het rijtje van het bezittelijk voornaamwoord.
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
comment s'appelle ton/ta copain?
A
ton
B
ta
Slide 4 - Quizvraag
Marie est mon/ma amie
A
mon
B
ma
Slide 5 - Quizvraag
vertaal:
Estelle is MIJN zus
Estelle is MIJN zus
A
mon
B
ma
Slide 6 - Quizvraag
HAAR vader woont in Toulouse
A
son
B
sa
Slide 7 - Quizvraag
vul aan
......... .......... habite à Toulouse (mijn oom)
......... .......... habite à Toulouse (mijn oom)
Slide 8 - Open vraag
vul aan:
Lucas avec ......... ........... (zijn ouders)
Lucas avec ......... ........... (zijn ouders)
Slide 9 - Open vraag
antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ton stylo? - Oui, ...........
C'est ton stylo? - Oui, ...........
Slide 10 - Open vraag
antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ton frère? Non! ........... (haar broer)
C'est ton frère? Non! ........... (haar broer)
Slide 11 - Open vraag
antwoord in het Frans in hele zinnen
C'est ta copine? Oui,
C'est ta copine? Oui,
