3k Lezen Mening, argument en conclusie

Goedemorgen!
  • Doe je kauwgom uit.
  • Ga op een stoel zitten.
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Laptop
  • Doe je capuchon / pet / muts af.
Lesdoelen
  • Je weet hoe je een mening, een argument en een conclusie kunt herkennen. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
  • Doe je kauwgom uit.
  • Ga op een stoel zitten.
  • Leg de volgende spullen op tafel:
  1. Laptop
  • Doe je capuchon / pet / muts af.
Lesdoelen
  • Je weet hoe je een mening, een argument en een conclusie kunt herkennen. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Voorstellen
  • Regels
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Klassikale
  • Jeugdjournaal
Planning
  • Voorlezen
  • Uitleg §3
  • Zelfstandig werken
  • Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mening, argument, conclusie
Mening / Standpunt
  • Als je ergens iets van vindt of ergens op een bepaalde manier over denkt 
  • Met een mening kun je het eens of oneens zijn. 
Signaalwoorden:
  • Ik vind, ik denk, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is, als je het    mij vraagt...
Voorbeeld:
Ik vind het een mooi gebouw. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan kun je een mening het makkelijkst herkennen
A
Er staat uitgelegd met welk doel iemand ergens van vindt
B
Er staat met uitgelegd met welke reden iemand ergens over denkt
C
Er wordt een signaalwoord zoals 'Volgens mij' gebruikt
D
Er wordt uitgelegd waarom iemand iets vindt.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mening, argument, conclusie
Argument
  • Je legt uit waarom je iets vindt.
Signaalwoorden:
  • want, omdat, namelijk, immers
Voorbeeld:
  • Ik vind het een mooi gebouw (= mening), want je kunt op veel plekken door het plafond de lucht zien (= argument).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin staat een argument dat herkenbaar is aan een signaalwoord
A
Ik heb geen zin in het feest; ik ben moe
B
Omdat ik moe ben heb ik geen zin om weg te gaan
C
Ik ben moe
D
Ik ben immers moe.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hond vind jij het lelijkst? Geef ook een argument.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
De volgende vragen helpen je om het verschil te zien tussen meningen (standpunten) en argumenten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Nederlands verslechtert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden.

Het Nederlands verslechtert = ?
A
mening
B
argument

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het broeikaseffect is slecht voor de aarde, omdat daardoor de poolkappen smelten.

omdat daardoor de poolkappen smelten = ?
A
mening
B
argument

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mening, argument, conclusie
Conclusie
Als alle argumenten zijn gegeven, kan iemand een conclusie geven. Daarbij geeft hij een samenvatting van zijn mening en de argumenten.

Signaalwoorden
Dus, concluderend, uiteindelijk, dat betekent

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Pak je laptop en ga naar Nieuw Nederlands.
Cursus 1 Meer dan lezen §3: Mening, argument en conclusie
Maak opdracht 10A, 11A en 12A

Klaar? --> Rustig iets voor jezelf doen. 
Tijd over? --> Kahoot
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies