4.3 - De verspreiding van het Christendom 2023

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom
Deel 1
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was.
  • Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Rond het jaar 1000 bijna heel West- Europa Christelijk

Slide 3 - Tekstslide

Germaanse goden
  • Rond 500 geloofden veel mensen in het gebied van de Friezen en het huidige  Duitsland in Germaanse goden:
  • Bijv. Donar & Freya
  • Natuurgoden.
  • Vereren van stenen, heilige bomen                                                  en bronnen in de natuur.
  • Christenen noemden deze mensen heidenen

Slide 4 - Tekstslide

Wodan
Donar
Freya
Tyr
Woensdag
Vrijdag
Dinsdag
Donderdag
Oppergod
God van oorlog en recht
God van de donder
God van de liefde

Slide 5 - Sleepvraag

De Germanen vereerden hun goden in tempels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Heidenen
  • Frankische koningen en geestelijken vonden dat deze heidenen bekeerd moesten worden.
  • Ze probeerden Noord-Nederland en Duitsland te veroveren.
  • Bekeren (je gaat geloven) in Christus
  • Door te dopen

Slide 7 - Tekstslide

Bekeren
  • Waar dat lukte, stichtten monniken als Bonifatius en Willibrord kloosters.

Slide 8 - Tekstslide

Kloosters
  • Monniken en nonnen leefden hier afgescheiden van de buitenwereld.
  • Leven in dienst van het geloof stellen.
  • Schreven boeken over, zorgden voor zieken en armen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Willibrord 
(Eng)
Bonifatius
(Eng)



Missionarissen



Op pad onder bescherming van de Frankische koningen

Slide 11 - Tekstslide

Verspreiding christendom NL 
  • 690: Willibrord gaat naar NL met een groep missionarissen om NL (Midden en Noord) te gaan bekeren
  • Koning Pepijn II gaf toestemming aan de missionarissen en stuurde soldaten ter bescherming. Ze werkten vanuit Utrecht

  • Willibrord werd benoemd tot aartsbisschop en liet op verschillende plekken kerken bouwen

  • Inwoners in onze gebieden hadden een polytheïstische godsdienst

  • Christenen: Germanen hebben niet het juiste geloof en werden heidenen genoemd

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verspreiding christendom NL 
  • Ook Bonifatius gaat als missionaris naar NL en ging daarna naar Duitsland.
  • Hij hakte een Germaanse boom om die zij vereerden en bewees dat er niks gebeurde

  • Werd aartsbisschop in Duitsland  en verdeelde het land in kerkprovincies

  • Christendom werd steeds belangrijker, maar hij werd in 754 vermoord bij Dokkum.

Slide 14 - Tekstslide

  • Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen rond 730 tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
  • Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Vermenging van culturen
Germaanse tradities + christendom
 = Kerstmis (geboorte Jezus + midwinter)
 = Pasen (opstanding Jezus + lentefeest)

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 21 - Quizvraag

Wie was geen missionaris?
A
Bonifatius
B
Constantijn
C
Willibrord

Slide 22 - Quizvraag

Wie was Willibrord?
A
Een missionaris die de Friezen bekeerde
B
Een monnik die een liefdesgedicht schreef
C
De koning van een groot rijk
D
Een gelovige ridder met veel horigen

Slide 23 - Quizvraag

Willibrord is een priester uit
A
Engeland
B
Rome
C
Friesland
D
Aken

Slide 24 - Quizvraag

Wie werd er bij Dokkum vermoord?
A
Willibrord
B
Clovis
C
Benedictus
D
Bonifatius

Slide 25 - Quizvraag

Willibrord en Bonifatius bekeerden mensen tot het christendom. Wat is bekeren?
A
Mensen overhalen om te geloven in de christelijke god.
B
Mensen de keuze geven om te geloven in de god die ze zelf willen.
C
Een kerk bouwen.
D
Mensen dopen.

Slide 26 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was.
  • Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.

Slide 27 - Tekstslide

Wie was de leider van de kerk in de tijd van de ridders en monniken?

Slide 28 - Open vraag

Paus

Slide 29 - Tekstslide

Wat zouden geestelijken doen?

Slide 30 - Open vraag


De geestelijken werken voor de kerk

Slide 31 - Tekstslide

Andere soorten geestelijken

Monniken en nonnen in kloosters. Hoofd klooster: abt
Volgens regels Benedictus

  • Bidden en werken
  • Geen bezit
  • 'Monnikenwerk'

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Macht geestelijkheid
  • Zeiden wat wel en niet mocht
  • Konden lezen en schrijven – daardoor hoge posities in samenleving

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
Sleep de woorden in de juiste volgorde.
Paus
Aartsbisschop
Bisschop
Pastoor

Slide 35 - Sleepvraag

Grote rol geloof
  • Geloof kreeg een steeds grotere rol in het leven van mensen.
  • Ieder dorp had een kerk en een priester.
  • Vertelde de mensen hoe ze moesten leven. 
  • Als ze leefden volgens de bijbel, zouden ze in de hemel komen.
  • Alleen geestelijken konden contact maken met God en daarom luisterden ze goed naar hen

Slide 36 - Tekstslide

Vrouwelijke geestelijken in het klooster heten...
A
monniken
B
nonnen
C
geestelijken
D
dominees

Slide 37 - Quizvraag

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 38 - Quizvraag

In het volgende filmpje ...
Wordt alles nog even uitgelegd in beeld en tekst

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken

Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom
Deel 2

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen in West-Europa verspreidde.
  • Je kunt uitleggen dat het christendom voor mensen in de middeleeuwen erg belangrijk was.
  • Je kunt uitleggen wat een stand is en de drie standen in de middeleeuwse samenleving noemen.

Slide 42 - Tekstslide

Standenmaatschappij
  • Na de val van het Romeinse Rijk valt Europa uiteen. 
  • Sociale verandering?
  • De maatschappij werd verdeeld in 3 standen. 
  • Deze 3 standen blijven tot aan de Franse Revolutie  (1789) bestaan.
  • De eerste twee standen omvat ongeveer
    2-5% van de bevolking.
  • Ze bezitten echter 40 - 60% van de grond.

Slide 43 - Tekstslide

Hoe verhouden de standen zich tot elkaar?
  • Groep met een vaste plek en een eigen taak in de samenleving.
  • Middeleeuwers verdeelden de samenleving in drie standen: de geestelijken, de adel en de boeren.
  • Volgens de kerk was het zo bedoeld
  • Verhouding standen: 

Slide 44 - Tekstslide

Geestelijken; 
de eerste stand
  • Eerste stand had als taak:
  • Priesters richten zich tot God. Dit doen ze voor de derde stand..
  • De priesters konden jou het juiste pad wijzen en konden ervoor zorgen dat je zonden vergeven werden.
  • En je de weg naar de hemel wijzen
  • In ruil hiervoor moest de derde stand;
  •  Een 'tiende': geld aan de Kerk.

Slide 45 - Tekstslide

De tweede stand en hun horigen 
  • Taak van de adel de tweede stand:
  • Adel zorgt voor de bescherming van de kerk 
  • en van de boeren (horigen).

Slide 46 - Tekstslide

De derde stand en hun taken
  • In ruil voor bescherming deed de horige (de boer) een aantal taken voor de adel:
  • Ze ploegen het land.
  • Ze bezaaiden het land.
  • Ze oogsten het land.
  • Ze onderhielden de wijngaarden.

  • Horigen mochten niet het land van de leenheer/leenman verlaten.

Slide 47 - Tekstslide

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Video

Aan de slag
Maak alle opdrachten die in 'reset' modus staan
Maak alle opdrachten af van P4.3

Slide 50 - Tekstslide