Afscheidsquiz
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke schrijfwijze is juist?
A
onmidellijk
B
onmiddelijk
C
onmiddellijk
D
ommiddellijk
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van deze zin?
'Met de fiets aan de hand wandelt Sarah naar de markt?'
'Met de fiets aan de hand wandelt Sarah naar de markt?'
A
Met de fiets aan de hand
B
wandelt
C
Sarah
D
naar de markt
Slide 3 - Quizvraag
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord.
'De wilde chauffeur reeds zeker 60 km/u in het centrum van de stad.'
'De wilde chauffeur reeds zeker 60 km/u in het centrum van de stad.'
A
wilde
B
chauffeur
C
zeker
D
centrum
Slide 4 - Quizvraag
Geef een infinitief.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
25%
50%
3/8
3/10
7/10
1/4
1/2
0,375
30%
0,7
Slide 7 - Sleepvraag
Geef de formule voor de oppervlakte van een driehoek.
Slide 8 - Open vraag
2/3 + 1/6 =
A
3/9
B
1/3
C
3/6
D
5/6
Slide 9 - Quizvraag
0,3 x 0,02=
A
6
B
0,6
C
0,06
D
0,006
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wie is de grootste van de klas
A
Hilary
B
Cansu
C
Naz
D
Malak
Slide 12 - Quizvraag
Wie is de jongste van de klas?
Slide 13 - Open vraag
Naar welke school gaat Baheer volgend jaar?
A
Freinet Middenschool
B
Wispelberg
C
IVV
D
Lyceum
Slide 14 - Quizvraag
Trek een gekke foto van jezelf en post.
