vruchten en zaden

Basisstof 4
 
Vruchten en zaden
 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 4
 
Vruchten en zaden
 

Slide 1 - Tekstslide

Besproken tijdens vorige lessen:
- De bouw en functie van een bloem
- Het verschil tussen bestuiving en bevruchting 
- Het verschil tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving

Kijk in je boek (5 min!) en zoek bovenstaande rood gedrukte woorden op en vat samen!
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag

- Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na de bevruchting beschrijven.


Slide 3 - Tekstslide

Na bevruchting
In het vruchtbeginsel beginnen
een of meer zaadbeginsels te groeien.

Zaadbeginsels (eicellen) -> zaden. 

Het vruchtbeginsel wordt groter. Groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich hierin.

Slide 4 - Tekstslide

Peulvruchten
Langwerpige vruchten van bonenplanten noemen we 
peulvruchten.


Slide 5 - Tekstslide

Hoe groeit een peulvrucht? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

van bloemetje tot sinaasappel...

Slide 8 - Tekstslide

Sommige vruchten hebben maar één zaad. Sommige hebben veel zaden.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ontstaan vruchten met zaden?

Slide 10 - Tekstslide

  • Van bloem ...
  • ...tot vrucht en zaad

Slide 11 - Tekstslide

Vruchtvlees
Zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. 

Slide 12 - Tekstslide

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten zijn vruchten. 
Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht

Sleepvraag. Pak je telefoon

Slide 14 - Tekstslide

vruchten met één zaad
Vruchten met meer zaden

Slide 15 - Sleepvraag

In de vrucht zitten ....................

Die zijn ontstaan uit de zaadbeginsels
waarvan de  ...................    bevrucht is. 

...................... waarvan de eicel 
niet bevrucht is,   ....................

zaadbeginsels

verschrompelen

zaden

eicel

7 zaden

vrucht

Slide 16 - Sleepvraag

Het ontstaan van vruchten en zaden


 Uit een vruchtbeginsel ontstaat .................................bijvoorbeeld    ..........................

 Het vruchtbeginsel wordt steeds  ..................................    

 Zaadbeginsels met .................................. eicellen worden .......................... en ontwikkelen 

 zich tot  .............................  Vruchten kunnen  ............................   of  ........................... zaden hebben  
 

  groter

    meer

     een

    zaden

   groter

 een vrucht

  bevruchtte

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep een vinkje naar de vruchten waarvan de zaden worden gegeten. 
I2
T7

Slide 18 - Sleepvraag

Uitleg herbarium

Slide 19 - Tekstslide