Les 26/01/2022

Lezen H3 les 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen H3 les 2

Slide 1 - Tekstslide

10 minuten lezen uit je leesboek
Zet je camera aan en je microfoon uit :)

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Wat weet je nog?
- Herhaling theorie 
- Opdracht 2 maken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

Opdracht 1 van bladzijde 73 lezen H3

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je vinden in de inleiding?
A
een conclusie
B
een anekdote
C
de hoofdgedachte

Slide 5 - Quizvraag

Wat kan je vinden in het slot?
A
een conclusie
B
een anekdote
C
een opsomming

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat vaak de hoofdgedacht?
A
midden in de tekst
B
in de inleiding of het slot

Slide 7 - Quizvraag

De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Uit hoeveel zinnen bestaat de hoofdgedachte?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Om de hoofdgedachte te vinden moet je de tekst .... lezen.
A
zoekend
B
precies
C
globaal
D
oriënterend

Slide 10 - Quizvraag

Inleiding 
Het eerste deel van de tekst is de inleiding. 
Hierin wordt duidelijk gemaakt wat het onderwerp van de tekst is. 

  • Door middel van een voorbeeld, anekdote of bijzondere situatie wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst. 

Slide 11 - Tekstslide

Slot 
Het laatste deel van een tekst is het slot. 

  • Hierin staat vaak een conclusie of een korte samenvatting. Er wordt ook wel naar de toekomst gekeken of er wordt aangehaakt bij de inleiding. 

Slide 12 - Tekstslide

Slot 

Nieuwsberichten hebben vaak geen slot. In deze berichten staat het belangrijkste informatie altijd in het begin van de tekst. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdgedachte 
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 

  • Het staat meestal in de inleiding of in het slot.
    Het staat er meestal letterlijk in, maar soms moet je het zelf formuleren.

  • 'Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?'

  • Om te bepalen wat de hoofdgedachte is moet je de tekst precies lezen.

Slide 14 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
Wat? Opdracht 2 op bladzijde 74
Hoe? Zelfstandig
Tijd? 10 minuten
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs 
Klaar? Werk verder aan ander huiswerk

12:40u weer terug 

Slide 15 - Tekstslide

Vul 1 ding in wat je hebt geleerd vandaag.

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk

Voor volgende week woensdag 2/2 moet opdracht 2 af zijn.
Schrijf dit op in je plenda.

Slide 17 - Tekstslide