Connaitre (grammaire 1)

Bonjour tout le monde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde

Slide 1 - Tekstslide

ik

jij

hij
zij (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
tu
ils/elles
nous
vous
je
elle
il

Slide 2 - Sleepvraag

Connaitre 
présent 

je connais
tu connais 
il/elle/on connait
nous connaissons
vous connaissez
ils/elles connaissent
tegenwoordige tijd

ik ken
jij kent
hij/zij/men kent
wij kennen
jullie kennen
zij kennen

Slide 3 - Tekstslide

Connaitre 
passé composé
 
j'ai connu
 tu as connu
 il/elle/on a connu
 nous avons connu
 vous avez connu
 ils/elles ont connu 
verleden tijd

ik heb gekend
jij hebt gekend
hij/zij/men heeft gekend
wij hebben gekend
jullie hebben geked
zij hebben gekend

Slide 4 - Tekstslide

Connaitre 
imparfait

je connaiss-ais
tu connaissait
il/elle/on connaissait
nous connaissions
vous connaissiez
ils/elles connaissaient
passé composé

ik kende
jij kende
hij/zij/men kende
wij kenden
jullie kenden
zij kenden

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent connaitre?

Slide 6 - Open vraag

présent

Slide 7 - Tekstslide

je (présent)
A
je connait
B
je connais
C
je connaitrai
D
je connaissais

Slide 8 - Quizvraag

tu (présent)
A
connais
B
connait
C
as connu
D
connaissais

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf het rijtje van connaitre op in de présent. (je, tu, il/elle/on, nous, vous, ils/elles).

Slide 10 - Open vraag

passé composé

Slide 11 - Tekstslide

ils (passé composé)
A
ils connu
B
ils sont connu
C
ils connus
D
ils ont connu

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb gekend
A
tu as connu
B
j'ai connu
C
je connu
D
je connais

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf het hele rijtje op van connaitre in de passé composé. (je, tu, il/elle/on, nous, vous, ils/elles).

Slide 14 - Open vraag

imparfait

Slide 15 - Tekstslide

Vous connaissiez cette histoire? Vertaal.

Slide 16 - Open vraag

Tu connaissais la chanson.
A
Je kent het liedje
B
Je kende het liedje

Slide 17 - Quizvraag

Maak twee volledige zinnen met het werkwoord connaitre, in twee verschillende tijden.

Slide 18 - Open vraag

Ik kan het werkwoord connaitre in de présent en de passé composé maken en ik kan de imparfait herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll