Opfrisquiz Koude Oorlog
1 / 23
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De geallieerden besloten om Duitsland na de Tweede Wereldoorlog
A
In vier bezettingszones te verdelen
B
Duitsland in twee delen te verdelen
C
De Duitsers zelf over hun nieuwe overheid te laten beslissen
D
Om ieder over het door hunzelf bevrijde gebied te laten beslissen
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Het IJzeren Gordijn betekende...
A
Dat er tussen Oost en West een zwaarbewaakte (ijzeren) grens lag
B
Dat Oost en West niet konden zien wat er bij de ander gebeurde
C
Dat de grenzen tussen beide gebieden vast lagen
D
Dat Europa een verduisterde periode tegemoet zou gaan
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Financiële hulp aan Duitsland was...
A
Wirtschaftswunder
B
Trumandoctrine
C
Lebensraum
D
Marshallplan
Slide 8 - Quizvraag
De marshallhulp moest de economie heropbouwen maar de Amerikanen hoopten ook...
A
Dat oostbloklanden door jaloezie in opstand zouden komen
B
Dat oostbloklanden zich bij de VS zouden aansluiten om ook hulp te krijgen
C
Dat westbloklanden nu niet in de verleiding van het communisme kwamen
D
Dat de wereld veiliger zou zijn als iedereen genoeg geld had
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Amerika stuurde soldaten naar Vietnam vanwege de ...
A
Dekolonisatie
B
Dominotheorie
C
Wapenstilstand
D
Provocaties
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Amerika verloor de strijd in Vietnam omdat
A
hun wapens en tactieken niet gericht waren op een guerillastrijd
B
de Zuid Vietnamese bevolking zich ook tegen de Amerikanen keerde
C
in eigen land de steun afnam vanwege de heftige beelden op televisie
D
protestmuziek voor massale anti-oorlog demonstraties zorgde
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Wederzijdse Afschrikking is...
Slide 16 - Open vraag
De mensen in het Oostblok waren over allerlei zaken ontevreden. Maar wat hoort daar niet bij?
A
Landen in het Oostblok maakten geen auto's of televisies
B
De planeconomie speelde niet goed in op de vraag naar bepaalde producten
C
Er waren geheime diensten die iedereen in de gaten hielden
D
Het was niet toegestaan om het communistische systeem iets aan te passen
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Glasnost en perestrojka is
A
Glasnost is openheid en perestrojka is (economische) hervorming
B
Perestrojka is openheid en glasnost is economische hervorming
C
Glasnost is het bezuinigen op het lege en perestrojka is het houden van vrije verkiezingen
D
Perestrojka is het bezuinigen op het leger en glasnost is het houden van vrije verkiezingen
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
De Duitse hereniging vond plaats in
A
1989
B
1990
C
1991
D
1992
Slide 21 - Quizvraag
De beslissing om de EU op te richten kwam met het
A
Schengen verdrag
B
Verdrag van Rome
C
Europese Verdrag van Kolen en Staal
D
Verdrag van Maastricht
