Oefentoets 2

Oefentoets leesvaardigheid
Deze toets bestaat uit 5 teksten en 20 opgaven. Lees eerst de tekst voordat je de opgaven maakt.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets leesvaardigheid
Deze toets bestaat uit 5 teksten en 20 opgaven. Lees eerst de tekst voordat je de opgaven maakt.

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1: Steeds meer beten door een teek
Lees tekst 1 en maak daarna de opgaven.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1
Lees: De Nederlandse … medische wereld (r. 1 t/m 4).
Waarom wil de Nederlandse Lymevereniging meer aandacht voor de ziekte van Lyme?
A
Omdat de vereniging zich in de steek gelaten voelt door de medische wereld.
B
Omdat een teek gevaarlijker is dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen.
C
Omdat er steeds meer mensen door een besmette teek gebeten worden.
D
Omdat er steeds meer teken komen die besmet zijn met de ziekte van Lyme.

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 2
Lees: Steeds … worden. (r. 6 t/m 19)
Wat gebeurt er achtereenvolgens als je door een besmette teek gebeten wordt? Wat is de goede volgorde?

1. teek zuigt bloed – teek geeft hierbij bacteriën en virussen door – de persoon wordt ziek
2. teek zuigt bloed – persoon voelt pijn – teek hecht zich aan de huid – de persoon wordt ziek
3. teek zuigt bloed – er komt een rode plek waar de teek gebeten heeft – deze plek wordt steeds groter - persoon wordt ziek en krijgt pijn in de armen en benen
A
alle drie de rijtjes zijn goed
B
alleen rijtje 1 is goed
C
rijtje 1 en 3 zijn goed
D
rijtje 2 en 3 zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 3
Kijk goed in de tekst bij de alinea onder het kopje Besmettingen.
Bekijk het cirkeldiagram. Daarin zie je waar de mensen een tekenbeet opliepen Het bos is de grootste punt, want 41% liep daar een tekenbeet op. Wat zijn de andere punten?
A
2 = duinen, 3 = tuin en 4 = overig
B
2 = overig, 3 = duinen en 4 = tuin
C
2 = tuin, 3 = duinen en 4 = overig
D
A. 2 = tuin, 3 = overig en 4 = duinen

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 4
De Nederlandse Lymevereniging vindt dat de medische wereld te weinig aandacht besteedt aan de ziekte van Lyme. Klopt dit?
A
Dat is niet bekend, want het staat niet in de tekst.
B
Dat ligt eraan of het aantal patiënten nog verder oploopt.
C
Ja, er is geen onderzoek van de medische wereld.
D
Niet helemaal, want er zijn gegevens bekend van het RIVM.

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 5
Lees de alinea onder het kopje Voorkomen. Hoe kun je voorkomen dat je een beet van een teek krijgt?
A
Door de teek in zijn geheel te verwijderen.
B
Door een speciale tekenverwijderaar te kopen.
C
Door in de zomer een lange broek te dragen.
D
Door regelmatig te controleren of je bultjes voelt.

Slide 7 - Quizvraag

Tekst 2: Chinees verplicht op school
Lees tekst 2 en maak daarna de opgaven.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6
Lees: Het Dua Lingua … aldus Pans. (r. 1 t/m 18). Wat is een talenknobbel?
A
knobbel in je hersenen in het taalgebied
B
les die gegeven wordt in een andere taal
C
speciaal talent voor het leren van talen
D
tas met woordenboeken in verschillende talen

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 7
Kijk naar de tabel. Hierin zie je de top 10 van de meest gesproken talen ter wereld. Het totaal is opgebouwd uit het aantal mensen dat de taal als moedertaal spreekt en het aantal mensen dat de taal als tweede taal spreekt.
Als je een top 5 van de meest gesproken tweede talen maakt, hoe ziet deze er dan uit?
A
1 – 2 – 3 – 4 – 5
B
1 – 2 – 3 – 9 - 4
C
2 – 9 – 1 – 3 - 8
D
2 – 9 – 3 – 1 – 8

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 8
Welke mening heeft Kris Konings met betrekking tot het leren van Mandarijn?
A
Het is handig om Mandarijn te leren omdat China een economische grootmacht is.
B
Het is handig om Mandarijn te leren omdat deze taal geen alfabet, lidwoorden of grammatica kent.
C
Het is handig om Mandarijn te leren omdat het uniek is om een Aziatische taal te leren.
D
Het is handig om Mandarijn te leren omdat je meteen iets leert over de Chinese culturen en gebruiken.

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 9
Op het Dua Lingua College wordt tweetalig onderwijs gegeven. Om welke twee talen gaat het?
A
Chinees en Engels
B
Nederlands en Engels
C
Spaans en Chinees
D
Spaans en Engels

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 10
Waarom vindt Kris Konings Mandarijn een lastige taal?
A
omdat er meestal zakelijke gesprekken in die taal worden gevoerd
B
omdat het een moderne taal is en alle moderne talen lastig zijn
C
omdat het geen alfabet, lidwoorden of grammatica kent
D
omdat weinig mensen kunnen uitleggen hoe de taal werkt

Slide 13 - Quizvraag

Tekst 3: Aan iedereen die wacht (Blöf, April, 2009)
Lees tekst 3 en maak daarna de opgaven.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 11
Wat voor soort tekst is deze tekst?
A
een gedicht
B
een liedtekst
C
een recensie
D
een verhaal

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 12
Welke doelen heeft deze tekst?
A
informatie geven en amuseren
B
instructie geven en overtuigen
C
overtuigen en amuseren
D
overtuigen en instructie geven

Slide 16 - Quizvraag

Tekst 4: Ik moet je iets vertellen en niemand mag het verder weten
Lees tekst 4 en maak daarna de opgaven.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 13
Wat is de mening van de psycholoog Andreas Wismeijer over mensen die geheimen bewaren?
A
dat hoeft niet ongezond te zijn, je moet het alleen niet altijd doen
B
dat is bij de ene mens gezond en bij de andere mens ongezond
C
dat is gezond omdat je op die manier belangrijk gevonden wordt
D
dat zal in elke situatie en bij iedereen zeer ongezond zijn

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 14
Wat zijn de gevolgen voor mensen die bijna nooit over hun gevoelens praten, volgens de tekst?
A
Deze mensen hebben meer gezondheidsklachten.
B
Deze mensen moeten weer leren iemand te vertrouwen.
C
Deze mensen zijn per definitie ongezond.
D
Deze mensen zijn somberder en lijden gezichtsverlies.

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 15
Lees: “Daarvoor … zoekt.” (r. 25 t/m 35)
Aan wie kun je het beste je geheim vertellen?
1. Aan iemand die goed naar je kan luisteren en je kan troosten.
2. Aan iemand die jou kan helpen.
3. Aan iemand die verder van je afstaat.
A
1, 2 en 3 zijn goed
B
1 en 2 zijn goed
C
1 en 3 zijn goed
D
2 en 3 zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Tekst 5: Nooit meer naar de maan?
Lees tekst 5 en maak daarna de opgaven.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 16
President Obama vindt het Amerikaanse ruimtevaartprogramma veel te duur en wil er daarom mee stoppen. NASA is het hier niet mee eens. Waarom niet?
A
omdat andere bedrijven nog niet zo goed technologisch ontwikkeld zijn
B
omdat commerciële bedrijven het geld krijgen dat voor NASA bedoeld is
C
omdat de economische crisis niet op te lossen is door te bezuinigen op ruimtevaart
D
omdat er zo niet alleen werkgelegenheid maar ook veel kennis verloren gaat

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 17
In de tekst worden onder andere deze vier mogelijke gebeurtenissen genoemd.

1. Activiteiten vanuit ruimteagentschap NASA worden stopgezet
2. Economische crisis in Amerika
3. Race tussen de Russen en de Amerikanen om eerste maanreis
4. Veel ontdekkingen vanuit de ruimtevaart merkbaar in het dagelijks leven

Wat is de goede volgorde van (mogelijke) gebeurtenissen?
A
1 – 2 – 3 – 4
B
1 – 3 – 4 – 2
C
3 – 2 – 4 – 1
D
3 – 4 – 2 – 1

Slide 23 - Quizvraag

Vraag 18
Lees: Zonder … klimaatverandering. (r. 32-34) Wat betekent essentieel?
A
heel belangrijk of onmisbaar
B
heel precies en positief
C
heel mooi, zonder uitzonderingen
D
heel groot maar toch begrijpelijk

Slide 24 - Quizvraag

Vraag 19
Bekijk figuur 1.
Welk ministeries betalen het meest aan ruimtevaartprojecten?
A
de ministeries van Economische Zaken + Landbouw, Natuur & Voedselveiligheid
B
de ministeries van Economische Zaken + Verkeer & Waterstaat
C
de ministeries van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap + Economische Zaken
D
de ministeries van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap + Verkeer & Waterstaat

Slide 25 - Quizvraag

Vraag 20
Kijk weer naar figuur 1. Welke zin is niet juist?
A
De ministeries van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en van Verkeer en Waterstaat betalen meer dan de helft van de kosten voor ruimtevaartprojecten.
B
De ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Economische zaken betalen minder dan de helft van de kosten voor ruimtevaartprojecten.
C
De ministeries van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap en van Verkeer en Waterstaat betalen samen meer dan de ministeries van Economische Zaken, van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.
D
De ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken betalen samen meer dan het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap.

Slide 26 - Quizvraag