4.2 Soorten krachten

Soorten krachten
Paragraaf 4.2
Soorten krachten

blokuur - 4H
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Soorten krachten
Paragraaf 4.2
Soorten krachten

blokuur - 4H

Slide 1 - Tekstslide

Paragraafvraag


Welke eigenschappen hebben de verschillende soorten krachten en waardoor worden deze krachten veroorzaakt?

Slide 2 - Tekstslide

Eigenschappen van een kracht
- Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt
- De eenheid van kracht F is de newton (N)

Slide 3 - Tekstslide

Soorten krachten
Er zijn veel soorten krachten, zoals:

Slide 4 - Tekstslide

Veerkracht 
Een elastiek of veer rek je uit door er met jouw spierkracht Fspier aan te trekken.
Het elastiek of de veer trekt dan ook aan jouw hand, dat is de veerkracht Fv.

* De veerkracht Fv  van een veer is
evenredig met de uitrekking u

Slide 5 - Tekstslide

Spankracht

* De spankracht Fs werkt altijd in de richting van het touw, net als de veerkracht van een elastiek of een veer.

Slide 6 - Tekstslide

Zwaartekracht

* De zwaartekracht Fz is evenredig met de massa m en grijpt aan in het zwaartepunt van het voorwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Normaalkracht

* De normaalkracht Fn op een voorwerp werkt altijd in een richting loodrecht op de ondergrond.

Slide 8 - Tekstslide

Weerstandskrachten
Er zijn drie soorten weerstandskrachten:
- Schuifweerstand
- Rolweerstand
- Luchtweerstand

Slide 9 - Tekstslide

Schuifweerstand

* De schuifweerstand werkt tijdens het bewegen over de ondergrond tegen de beweegrichting in.

Slide 10 - Tekstslide

Rolweerstand

* Banden rollen over het wegdek. Ze zijn bij het contact met de weg iets ingedeukt en vervormd. Op de banden wordt daardoor een tegenwerkende kracht uitgeoefend, de rolweerstand Fw,r.

Slide 11 - Tekstslide

Luchtweerstand

* De luchtweerstand Fw,l hangt af van de snelheid van het voorwerp, de frontale oppervlakte van het voorwerp, de stroomlijn en de dichtheid van de lucht.

Slide 12 - Tekstslide

Krachten tekenen

* Een kracht teken je als een pijl. De lengte van de pijl geeft, door middel van een krachtenschaal, de grootte van de kracht aan in newton.

Slide 13 - Tekstslide

Zwaartekracht



Zwaartekracht Fz  (in N),  m de massa (in kg) 
en g (in m/s^2 of N/kg)
Fz=mg
g=9,81kgN
g=9,81s2m

Slide 14 - Tekstslide

Veerkracht


* De veerkracht Fv  (in N), uitrekking u (in m) 
en veerconstante C  (in N/m)

* De veerconstante C is groter bij een stugge veer
Fv=Cu

Slide 15 - Tekstslide

Krachtenevenwicht

* Om na te gaan of er een evenwicht is, kijk je alleen naar de krachten die op het zelfde voorwerp werken. Er is evenwicht als de resulterende kracht Fres of Fnetto nul is

Slide 16 - Tekstslide

Opgave

Opgave
Paragraaf 4.2, Soorten Krachten

4tm/10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 20, 22 en 23

Slide 17 - Tekstslide