Voorzetsels bij land- en plaatsnamen

Bonjour

Voorzetsels bij land- en plaatsnamen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour

Voorzetsels bij land- en plaatsnamen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag!
Aujourd'hui (vandaag) gaan we kijken naar de lidwoorden die horen bij de landen en voorzetsels bij plaatsnamen.
Er komt een stukje uitleg en een paar verwerkingsvragen om te kijken of je het begrepen hebt!

Slide 2 - Tekstslide

Exercice
Eerst maar eens even kijken naar de namen van landen in het Frans. En weet je eigenlijk waar ze liggen?
Test je kennis op de volgende slide. Je mag natuurlijk eerst even links kijken / oefenen.

Slide 3 - Tekstslide

l'Angleterre
la Belgique
l'Italie
le Danemark
la Suisse
l'Allemagne
la France
l'Autriche
la Pologne
la Norvège
la Suède
l'Espagne
l'Irlande
le Portugal
les Pays-Bas

Slide 4 - Sleepvraag

Voorzetsels bij plaatsnamen

J'habite à Amsterdam. --> Ik woon in Amsterdam.
Mon père a été à Madrid. --> Mijn vader is in/naar Madrid geweest.
Mes amis vont à Londres. --> Mijn vrienden gaan naar Londen.

Slide 5 - Tekstslide

Et maintenant..
En nu wat uitleg.
Hoe zit dat nu precies?
Je mag aantekeningen maken voor jezelf, of foto's maken van de slides die je belangrijk lijken.
Straks komen er vragen en die moet je beantwoorden. Hierbij kun je dan je aantekeningen gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels bij plaatsnamen
De Nederlandse woorden in en naar vertaal je in het Frans met het woord à


Schrijf het accent naar links altijd mee bij à!
Doe je het niet? Dan staat er 'heeft' en niet 'in' of 'naar'

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsels bij landnamen en werelddelen
De Nederlandse woorden "in" en "naar" vertaal je in het Frans voor landen en werelddelen op de volgende manier;

mannelijk enkelvoud zijn krijgen au
vrouwelijk enkelvoud zijn krijgen en
meervoud zijn krijgen aux

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoorbeeld;
  • In Parijs = à Paris
  • Naar Zutphen = à Zutphen
  • In Engeland = En Angleterre 
  • Naar Frankrijk = En France
  • In Marokko = Au Maroc
  • Naar Libanon = Au Liban
  • In Nederland = Aux Pays-Bas
  • Naar de Verenigde Staten = Aux États-Unis

Slide 9 - Tekstslide

Hoezo kunnen landnamen nou mannelijk, vrouwelijk of meervoud zijn???

Je hebt geleerd over mannelijk en vrouwelijk, enkelvoud en meervoud.
Mannelijke woorden --> le, un
Vrouwelijke woorden --> la, une
Meervoud --> les, des

Slide 10 - Tekstslide

In het Frans: ook lidwoorden bij landnamen.
Canada = le Canada
Japan = le Japon

Frankrijk = la France
Zwitserland = la Suisse

Nederland = les Pays-Bas
De Verenigde Staten = les États-Unis

Slide 11 - Tekstslide

Welk land is dan mannelijk, vrouwelijk of meervoud?







Uitzondering: Suriname = le Suriname
landnamen die op een -e eindigen zijn meestal vrouwelijk
la France, la Suède, l'Espagne, l'Angleterre, la Belgique, la Russie
landnamen die op een -s eindigen zijn meestal meervoud
les Pays-Bas, les États-Unis, les Seychelles, les Philippines 
landnamen die niet op een -e of -s eindigen zijn meestal mannelijk
le Japon, le Maroc, le Cameroun, le Brésil, le Pérou, le Portugal

Slide 12 - Tekstslide

Voorzetsels in en naar bij landnamen en werelddelen


Landen en werelddelen die:
mannelijk enkelvoud zijn krijgen au
vrouwelijk enkelvoud zijn krijgen en
meervoud zijn krijgen aux

Slide 13 - Tekstslide

Voorzetsels bij landnamen en werelddelen
mannelijk enkelvoud (au)
Je vais au Portugal.
Il habite au Maroc.
Ik ga naar Portugal.
Hij woont in Marokko.
vrouwelijk enkelvoud (en)
Madrid est en Espagne.
Elle va en France.
Madrid ligt in Spanje.
Zij gaat naar Frankrijk.
meervoud (aux)
Ma cousine est aux Pays-Bas.
Mon cousin est aux États-Unis.
Mijn nicht is in Nederland.

Mijn neef is in de Verenigde Staten.

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting
In en naar vertaal je in het Frans...

...bij plaatsnamen met à
...bij landnamen mannelijk enkelvoud met au
...bij landnamen vrouwelijk enkelvoud met en
...bij landnamen meervoud met aux

Slide 15 - Tekstslide

Pendant les vacances, je vais ___ Espagne.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 16 - Quizvraag

___ Japon (m), on mange beaucoup de sushi.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 17 - Quizvraag

Le carnaval est célébré ___ Brésil(m).
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 18 - Quizvraag

On a passé les vacances ___ Italie.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 19 - Quizvraag

Ma mère va ___ Bruxelles avec ses copines.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 20 - Quizvraag

Il fait chaud ___ Turquie.
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 21 - Quizvraag

Lille
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 22 - Quizvraag

Danemark (m)
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 23 - Quizvraag

Espagne
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 24 - Quizvraag

États-Unis
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 25 - Quizvraag

Paris
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 26 - Quizvraag

Pérou (m)
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 27 - Quizvraag

Europe (v)
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 28 - Quizvraag

België
A
le Belgique
B
la Belgique
C
l'Belgique
D
les Belgique

Slide 29 - Quizvraag

Engeland
A
le Angleterre
B
la Angleterre
C
l'Angleterre
D
les Angleterre

Slide 30 - Quizvraag

Zwitserland
A
le Suisse
B
la Suisse
C
l'Suisse
D
les Suisse

Slide 31 - Quizvraag

de Verenigde Staten
A
le Etats-Unis
B
la Etats-Unis
C
l'Etats-Unis
D
les Etats-Unis

Slide 32 - Quizvraag

Brazilië
A
le Brésil
B
la Brésil
C
l'Brésil
D
les Brésil

Slide 33 - Quizvraag

Zuid-Amerika
A
le Amérique du Sud
B
la Amérique du Sud
C
l'Amérique du Sud
D
les Amérique du Sud

Slide 34 - Quizvraag

Vul zelf het juiste lidwoord in
Kies steeds uit: le -la - l' - les
(kleine letters)

Slide 35 - Tekstslide

_____ Maroc (m)

Slide 36 - Open vraag

_____ Europe (v)

Slide 37 - Open vraag

_____ Russie (v)

Slide 38 - Open vraag

_____ Antilles (mv)

Slide 39 - Open vraag

_____ Canada (m)

Slide 40 - Open vraag