4.4 Globalisering

Hoofdstuk 4.4 
Globalisering verandert de wereld
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4.4 
Globalisering verandert de wereld

Slide 1 - Tekstslide

lesplan
- Herhalen
- Paragraaf 4.4
- Werken aan herhaling of verdieping

Slide 2 - Tekstslide

Welzijn
Welvaart
Hoog BBP/hoofd
Naar school gaan
Voldoende voedsel kunnen kopen
Toegang tot zorg
Op vakantie kunnen
Een auto hebben

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 4 - Sleepvraag

Welk soort land, en waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben de volgende dingen met elkaar te maken?

  • McDonald’s
  • Pepsi
  • Sushi
  • Tulpen
  • Samsung
  • Coronavirus

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Globalisering
Gebieden en mensen raken steeds meer met elkaar verbonden. Dat noem je globalisering.



Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken globalisering
  • Multinationale onderneming (mno)
  • Open grenzen
  • Afstand 'krimpt'


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Drie soorten goederen
-> Grondstoffen: nog niet bewerkte goederen - (periferie)
-> Halffabricaten: bewerkte grondstoffen - (semiperiferie)
-> Eindproducten: producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden - (centrum)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De wereld krimpt

Globalisering betekent....
A
Dat gebieden minder verbonden raken
B
Dat veel gebieden toegang hebben tot internet
C
Dat gebieden meer verbonden raken
D
Dat veel gebieden belangrijk zijn in economie

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar de juiste categorie.
Grondstoffen
Half
fabricaten
Eindproducten

Slide 14 - Sleepvraag

Vragen?
vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Kies uit herhaling 4.1 t/m 4.3 of 
Verdieping 4.1 t/m 4.3

Slide 16 - Tekstslide

Lesplan 
Nakijken herhaling/verdieping
Quiz
Zelf leren/samenvatten/online oefentoets

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de scharreleconomie?
A
Deel van de economie waarbij mensen werken in de formele sector
B
Deel van de economie waarbij mensen een vaste baan hebben.
C
Deel van de economie waarbij mensen meer baantjes hebben om rond te komen.
D
Deel van de economie waarbij mensen alleen in de avonduren werken.

Slide 18 - Quizvraag

Scharreleconomie?
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

bijdrage BNP 
centrum
belasting betalen

ruilhandel

periferie

ongeschoold werk

scharrel
economie

Slide 20 - Sleepvraag

De armoedegrens....
A
verschilt per land
B
is voor ieder land gelijk

Slide 21 - Quizvraag

Armoedegrens
A
Het aantal salaris dat je verdient.
B
Grens waarbij je bepaalt wie arm is.
C
Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven.
D
analfabetisme

Slide 22 - Quizvraag

Welvaart
Welzijn
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht
BNP/hoofd
gezondheidszorg
Armoedegrens
Geluk
Kunnen kopen wat je wil

Slide 23 - Sleepvraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 24 - Sleepvraag

Regionale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid

Slide 25 - Sleepvraag

Regionale ongelijkheid
Informele sector
Sociale ongelijkheid
Formele sector
Officiële deel van de economie. Hier wordt belasting over betaald.
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen
Niet officiële economie. Ook wel scharreleconomie genoemd.
Grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen een land.

Slide 26 - Sleepvraag