Kort verhaal: De biefstuk van het zoete water

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De biefstuk van het zoete water

• We lezen gezamenlijk de tekst
  



• Ronde 1: Beantwoord de quizvragen over de tekst. Overleg in een groepje.
• Ronde 2: Beantwoord drie discussievragen. Doe dit eerst persoonlijk, vergelijk daarna de antwoorden
• Ronde 3: Hoe is je oordeel over de tekst?
• Ronde 4: Klassengesprek over de antwoorden

Zet in de kantlijn

? = vaag of moeilijk

! = Opvallend 

:) = leuk, grappig, mooi, etc.

5 quizvragen over de tekst

Overleg met je groepje of buurman en schrijf de antwoorden op.

5 vragen over de tekst

Ronde 1 bestaat uit zes quizvragen over het boek. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. Na het omdraaien van de laatste vraag, kan de voorlezer de goede antwoorden bij de docent ophalen. Daarna berekent iedereen zijn score.

Ronde 2 is een algemeen vragenrondje over de tekst: de spelers benoemen om de beurt wat ze onduidelijk vonden en proberen samen een antwoord te vinden. Als de grootste onduidelijkheden opgelost zijn, begint ronde 3.

Ronde 3 - Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen mag als eerste een kaartje van de discussievragen omdraaien van een stapel naar keuze. 

Hij of zij geeft antwoord op de vraag, waarna de rest mag reageren. 

Vervolgens kiezen de overige spelers om de beurt een kaartje van een van beide stapels. Als een discussievraag herhaalt wat eerder in het gesprek al aan bod gekomen is, mag de speler die aan de beurt is een volgende kaart omdraaien. Dit gaat zo door totdat alle kaartjes omgedraaid zijn.

Ronde 4 - Aan het einde van de discussie komen jullie samen tot 

een oordeel over de tekst. Bespreek dit eerst gezamenlijk. Haal daarna voor alle groepsleden een invulformulier op bij de docent en vul dit in. 

Ronde 1: Quiz

• Zes quizvragen over het verhaal. Een van de spelers leest de vragen voor en alle spelers (inclusief voorlezer) schrijven hun antwoorden op een blaadje. 
  

• Je krijgt hiervoor plus minus 7 minuten
  

Antwoorden Quiz

1. De Zompense plassen / bij het eiland Molensloot

2. Boerenkool

3. Een pen

4. Een zeelt

5. Over de grotten van Han / over zijn vader die moet gapen

Noteer je score!

Ronde 2: vragenrondje

Zijn er woorden of passages in het verhaal die je niet goed begreep? 

Bespreek de betreffende woorden/passages met je discussiepartners. 

Kunnen zij je de woorden/passages uitleggen?

Ronde 3

• Degene met de meeste goede antwoorden op de quizvragen kiest de eerste vraag door een kaartje om te draaien. 
  

• De groep discussieert over 10 vragen. 

Je krijgt hiervoor 15 minuten

 

Ronde 4: oordeel over de tekst

Ronde 4 - Aan het einde van de discussie komen jullie samen tot een oordeel over de tekst. Bespreek dit eerst gezamenlijk. 

Haal daarna voor alle groepsleden een invulformulier op bij de docent en vul dit in.