5.3 De kerk in de late Middeleeuwen




De tijd van steden en staten



§5.3 de kerk in de late Middeleeuwen 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




De tijd van steden en staten



§5.3 de kerk in de late Middeleeuwen 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het christelijke geloof in de late middeleeuwen inhield.
  • Je kunt beschrijven hoe de kerk in de late middeleeuwen was georganiseerd.
  • Je kunt uitleggen hoe de kerk in de late middeleeuwen omging met mensen met andere geloofsopvattingen.

Slide 2 - Tekstslide

- Bevolkingsgroei + heropleving handel = ontstaan steden
- Verschil ontginningen en drieslagstelsel.
- Voordeel gilden: minder concurrentie, 
goedkoper transport, opleiding, voorzieningen voor weduwen en wezen
Herhaling 5.1 en 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Katholieke kerk 
= De christelijke kerk die werd geleid door de paus in Rome.


In ME meeste mensen in Europa christen

  • Leven na de dood belangrijkste
  • Mensen van nature zondig;
      zonde
     wat God verboden heeft: stelen/liegen
  • Biechten en bidden
  • Gedenk te sterven --> Hemel of Hel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geloof in heiligen 
= Overledene die in verleden veel voor het geloof heeft gedaan / voor het geloof is gestorven. 
Staat dicht bij God + kan wonderen verrichten.

  • Reis naar een heilige plek = Bedevaart (Rome/Jeruzalem).
  • Relieken = botten van heiligen.

    Sint-Valentinus, Sint-Maarten, 
    Sint-Nicolaas, Sint-Sylvester 

    Slide 6 - Tekstslide

    Architecten probeerden hun kerken zo hoog en sierlijk mogelijk te maken – alsof ze met hun torens naar God reikten.

    Elke stad wilde de grootste en mooiste kerk hebben. Zo lieten burgers zien dat ze trouw waren aan God.

    Slide 7 - Tekstslide


    Hoger, beter, mooier


    De bouw van de dom (latijn: domus, huis) in Keulen is begonnen in 1248, maar de kerk was pas in 1880(!) klaar. De bouw lag vaak jaren stil omdat het geld op was, of omdat delen van de kerk tijdens de bouw instorten. De beide torens van de kerk zijn ongeveer 160 meter hoog.

    Slide 8 - Tekstslide

    Organisatie van de kerk
    • Kerken in een bepaald gebied vormen een bisdom.
      --> Bestuurd door een bisschop = baas over de pastoors in het Bisdom.
       
    • Kathedraal = belangrijkste kerk in bisdom 
       
    • Bisschoppen benoemd door paus = hoofd van de katholieke kerk(Rome)

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    • Steeds meer kritiek op katholieke kerk en kloosters; Té rijk en té machtig
    • Terug naar eenvoudig leven (zoals Jezus)
    • Er werden nieuwe kloosterorden gesticht - nieuwe en strengere leefregels voor monniken en en nonnen / sober leven.

    Slide 11 - Tekstslide

    Ketters

    • Ketterij = mensen die afweken van de officiële kerkelijke leer.
      --> brandstapel
      Bijv ook:
    • Joden (verantwoordelijk voor kruisiging Christus)
    • Moslims (de baas in Palestina; Jeruzalem en omstreken)

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Video

    Eerste kruistocht
    • 1096-1099
    • Christelijke legers
    • Doel: Jeruzalem veroveren op de moslims
    • 100.000 mensen gaan mee, 15.000 komen aan
    • Na een bloedige strijd nemen de christenen de stad over

    Slide 14 - Tekstslide

    Hier zie je de route van de eerste kruistocht

    Slide 15 - Tekstslide

    Aan het werk....
    • Maak opdr par 5,2 en 5,3 (3 t/m 10)
    • Werk de lesdoelen en de tijdbalk in je schrift uit.
    • Bekijk de ontdekkingsplaat van 5.1, 5.2 en 5,3
    • Lees par 5,1, 5,2 en 5,3
    • bereid de so voor
    timer
    15:00

    Slide 16 - Tekstslide


    Dit tijdvak heet ..
    A
    Monniken en Ridders
    B
    Steden en Staten
    C
    Ontdekkers en Hervormers
    D
    Kruistochten en Steden

    Slide 17 - Quizvraag

    Steden en Staten tijdvak duurt van?
    A
    500-1000
    B
    0-1000
    C
    500-1500
    D
    1000-1500

    Slide 18 - Quizvraag

    Hoe noem je de geestelijke die de kerkdiensten voor de gelovigen verzorgt?
    A
    Priester
    B
    Monnik
    C
    Bisschop
    D
    Kardinaal

    Slide 19 - Quizvraag

    Wie was het hoofd van de katholieke kerk?
    A
    Bisschop
    B
    Paus
    C
    Kardinalen
    D
    Priester

    Slide 20 - Quizvraag

    Wat zijn: Kruistochten
    A
    Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
    B
    Tocht langs een kruispunt.
    C
    Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
    D
    Een bedevaart om je zonden te vergeven

    Slide 21 - Quizvraag

    Hoeveel kruistochten zijn
    er gehouden?
    A
    7
    B
    8
    C
    6
    D
    9

    Slide 22 - Quizvraag

    Wie liepen er NIET mee
    met de kruistochten
    A
    moslims
    B
    arme mensen
    C
    kinderen
    D
    soldaten

    Slide 23 - Quizvraag

    Wanneer waren
    de kruistochten?
    A
    0-500
    B
    0-1500
    C
    500-1000
    D
    1000-1500

    Slide 24 - Quizvraag

    Waarom werden
    Kruistochten georganiseerd?
    A
    Om het geloof te verspreiden.
    B
    Omdat kruisvaarders van avontuur hielden
    C
    Om te vechten.
    D
    Om Jeruzalem te bevrijden.

    Slide 25 - Quizvraag

    Welke paus riep op tot de kruistochten?
    A
    Johannes II
    B
    Alexis
    C
    Fransiscus
    D
    Urbanus II

    Slide 26 - Quizvraag

    Deze opdracht gaat over de oproep van paus Urbanus II in 1095, die leidde tot de eerste kruistocht.

    Wat was de aanleiding voor de oproep van de paus in 1095?
    A
    De Byzantijnse keizer had de paus om steun gevraagd in de strijd tegen de Turken.
    B
    De heilige stad Jeruzalem was in handen gevallen van sultan Saladin.
    C
    Franse ridders hadden bij Poitiers een zware nederlaag toegebracht aan een islamitisch leger.
    D
    In het Midden-Oosten was opnieuw oorlog uitgebroken tussen de soennieten en de sjiieten.

    Slide 27 - Quizvraag

    Bekijk deze afbeelding en beantwoord de volgende vraag

    Slide 28 - Tekstslide

    Bij welke gebeurtenis hoort deze afbeelding?
    A
    De verovering van Jeruzalem door christelijke strijders
    B
    De verovering van Jeruzalem door islamitische strijders
    C
    De oproep van paus Urbanus tot de eerste kruistocht
    D
    De verovering van Constantinopel door de Turken

    Slide 29 - Quizvraag

    Wat zijn gevolgen van de kruistochten
    A
    De uitvinding van de boekdrukkunst
    B
    Arabische cijfers
    C
    Medicijnen tegen de pest.
    D
    Kennis van het hierogliefen

    Slide 30 - Quizvraag

    Laatste vraag ....Lees de volgende beweringen. Welke bewering is juist?
    A
    in 1099 vertrokken de kruisvaarders voor de eerste kruistocht
    B
    de eerste kruistocht liep uit op een mislukking
    C
    in 1096 begonnen de kruisvaarders aan de tweede kruistocht
    D
    de kruisvaarders plunderden de omgeving om aan voedsel te komen

    Slide 31 - Quizvraag