Assisteren bij dagelijkse activiteiten

Assisteren bij dagelijkse activiteiten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Assisteren bij dagelijkse activiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
  • weet je hoe je zorg op maat kan geven.
  • kan je iemand assistereen met het aantrekken van een overhemd.
  • kan je iemand assisteren met het opstaan uit stoel.
  • kan je de juiste vragen stellen om daarmee een inschrijfformulier in te vullen.
  • Kan je een aantal ADL-hulpmiddelen noemen en hun functie

Slide 2 - Tekstslide



Verbale communicatie: Communicatie met woorden

Non-verbale communicatie: Zonder woorden, met lichaamstaal, gezichtsuitdrukking, intonatie een stemvolume

Slide 3 - Tekstslide

Brood is lekker!

Deze opmerking is:
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 4 - Quizvraag

Ik heb vier boterhammen gegeten.

Deze opmerking is:
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 5 - Quizvraag

Vier boterhammen per dag is best veel eten.
Deze opmerking is:
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 6 - Quizvraag

Objctieve opmerkingen zijn feiten. Je kan ze meten. Het is wat het is. 

Subjectieve opmerkingen geven een mening. En je kan erover van mening verschillen.

Slide 7 - Tekstslide

Een persoon assisteren met ADL
Als helpende, verzorgende of verpleegkundige help je personen 
- in een verzorgingshuis
- de thuiszorg
- het ziekenhuis
- het revalidatiecentrum 
met algemene dagelijkse levensverrichtingen

Slide 8 - Tekstslide

Je stapt bij een onbekende client binnen. Wat zijn de eerste drie dingen die je zegt?

Slide 9 - Open vraag

Denk aan handhygiene


  • Was je handen voordat je een client gaat helpen.
  • Doe dit met water en zeep.
  • Droog je handen goed af.
  • Was ook je handen nadat je een client geholpen hebt. 

Slide 10 - Tekstslide

Je gaat iemand helpen bij het aantrekken van een overhemd. Hoe weet je welke hulp de client precies nodig heeft?

Slide 11 - Open vraag

Helpen opstaan uit stoel
  • Vertel wat je gaat doen.
  • Fixeer voeten door je eigen voet ervoor te zetten.
  • Vraag of de client je bovenarmen pakt.
  • Spreek een teken af, tel af.
  • Hang wat naar achter terwijl je de client omhoog 'schept'
  • Vraag of de client stevig staat

Slide 12 - Tekstslide

Sommige clienten kunnen handen of armen niet meer goed gebruiken. Door welk ziekte/ aandoening kan dat komen?

Slide 13 - Open vraag

Welke arm gaat eerst in de mouw?

Bij het aankleden eerst de aangedane arm
(arm die niet goed werkt)

Bij het uitkleden eerst de gezonde arm
(arm die goed werkt)

Slide 14 - Tekstslide

Beantwoord de vragen van opdracht 5

Slide 15 - Tekstslide

Speel het rollenspel
Bepaal wie de client en wie de zorgverlener is

Lees nog een keer goed de situatie door.

Zoek een plekje in het lokaal en speel het rollenspel (Let op: van binnenkomen tot en met afscheid nemen)

Slide 16 - Tekstslide

Hoe weet je welke hulp iemand nodig heeft bij het opstaan en aanklden

Slide 17 - Open vraag

Vertel wat je gaat doen
Fixeer de voeten met eigen voeten
Spreek een teken af
Vraag of de client je bovenarmen pakt
Tel af, ga staan een vraag of de client goed staat

Slide 18 - Sleepvraag

ADL- hulpmiddelen
  • ADL kan ook gegeven worden met behulp van middelen

  • Voor verschillende aandoeningen zijn verschillende
    middelen

  • Pak een blad en schrijf de nummers 1 t/m 8 op

  • Zoek de ADL-hulpmiddelen, noteer de naam een schrijf op
    waarvoor je denkt dat het middel gebruikt wordt.

Slide 19 - Tekstslide

  • Maak opdracht 4 over ADL-hulpmiddelen.
  • Deze staat klaar in de classroom.
  • Lees eerst de situatie van mevrouw goed door.
  • Kies daarna pas de ADL-hulpmiddelen zodat ze goed aansluiten.

Slide 20 - Tekstslide

Een inschrijving/ intake invullen
Een client wil ergens aan deelnemen

Jouw taak is om:
  • De juiste informatie te geven over een activiteit
  • Te luisteren naar de client (wat wil/ kan deze)
  • Advies te geven over geschikte activiteiten
  • De keus juist op het inschrijfformulier te noteren

Slide 21 - Tekstslide

Wat moet je dus vooral doen?
Je vooraf goed inlezen in het aanbod

Goed luisteren!

Duidelijk uitleggen waarom iets wel/niet kan

Checken of je de keus juist genoteerd hebt.

Slide 22 - Tekstslide

Bereidt je voor op het rollenspel:
  1. Wat is jouw rol?
  2. Welke informatie heb je en hoe ga je
    die overdragen aan de client?
  3. Welke vragen ga je stellen aan de client?
  4. Hoe ga je de juiste info noteren (en heb
    je daarvoor iets nodig wat je mee moet nemen?)

Slide 23 - Tekstslide

Speel het rollenspel
Jullie worden 1-voor-1 uit de klas gehaald.

Vul na het spelen van het rollenspel het reflectieformulier in. Hiermee kijk je terug naar hoe je het gedaan hebt volgens je zelf.

Speel je geen rollenspel? Dan maak je je collega over ' Ik en Zorg en Welzijn af!

Slide 24 - Tekstslide