1.3 De Griekse democratie

Kenmerkend aspect:
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kenmerkend aspect:
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkend aspect

Slide 2 - Tekstslide

Atheense democratie
  • Griekenland bestond uit poleis (stadstaten). Een polis was een stad met omringend land (met een eigen bestuur, leger, wetten, munten etc.) Grootste polis was Athene (300.000)
  • De meeste poleis ontwikkelden zich van monarchie (koning) naar aristocratie (adel) naar tirannie (macht aan 1 persoon).
  • In Athene echter kreeg de volksvergadering in 507 v.C. de hoogste macht en werd daarmee de eerste democratie !(o.l.v. Cleisthenes).

Slide 3 - Tekstslide

Atheense democratie
Verschillen Atheense democratie met huidige democratie:
- Athene was een directe democratie (niet stemmen maar direct meebeslissen)
- Alleen burgers met burgerschap mochten stemmen en hadden burgerrecht (vrouwen, slaven en immigranten niet)
Kritiek op de Atheense democratie:
Vooral door filosofen (Socrates, Plato en Aristoteles): niet alle burgers hadden verstand van politiek!

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Gelijkheid
  • Attheense democratie werd ingericht zodat niet 1 iemand teveel macht kon krijgen
  • De VV koos elk jaar een stadsbestuur (Raad van 500). 
  • Voor het dagelijks bestuur werd elke maand opnieuw  50 raadsleden gekozen en elke dag een nieuwe voorzitter
  • Rechtspraak in handen van een volksjury
  • Leger werd geleid door 10 generaals jaarlijks gekozen
  • Ostracisme (schervengericht)!
De volksvergadering kon in Athene besluiten tot een schervengericht. Elke burger schreef op een potscherf (ostrakon) welk persoon teveel macht had. Degene met de meeste stemmen werd verbannen.

Slide 6 - Tekstslide

Wetenschappelijk denken
  • Voor 600 v.C: mythologisch wereldbeeld (godengeloof) 
  • Na 600 v.C: Rationeel denken door filosofen (redeneren met verstand). Ontstaan van wetenschap (wiskunde, natuurkunde, medische –en geschiedwetenschap
  • filosofie (algemene kwesties): 
- Ethiek (Plato: moreel goed en fout, rechtvaardigheid en universele normen)
- Wetenschappelijke filosofie (Aristoteles: regels voor logisch denken)

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

In het voorgaande clipje over Plato schuilt kritiek op de Atheense democratie. Leg uit!

Slide 9 - Open vraag

0

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 12 - Quizvraag

Noem minimaal 4 disciplines waar Aristoteles een bijdrage aan heeft geleverd

Slide 13 - Open vraag

Leg met een voorbeeld uit wat een mythologisch wereldbeeld is

Slide 14 - Open vraag

Klik op de bron. Over welke bestuursvorm heeft Plato het? Heeft hij een voorkeur voor deze bestuursvorm?

Slide 15 - Open vraag

Tot welk soort samenleving of maatschappijtype rekenen we de Griekse stadstaat?

Slide 16 - Open vraag

Leg uit hoe volgens welke regels wetenschap zou moeten werken volgens Aristoteles

Slide 17 - Open vraag

Leg met de bron uit dat de geschiedschrijving van Polybios wetenschappelijk van aard was.

Slide 18 - Open vraag

Athene had een directe democratie. Nederland heeft een indirecte democratie. Wat is het verschil?

Slide 19 - Open vraag